Efco TR 1551 Operators Instruction Book page 27

Deutsch
GEBRAUCH
VERBOTENER EINSATZ
A C H T U N G - B e a c h t e n
Sicherheitsbestimmungen. Der Erdbohrgeräts darf
ausschließlich zum Bohren im Boden verwendet
werden. Keinen Asphalt, Zement oder andere
Steinwerkstoffe bohren. Es ist verboten, die
Zapfwelle des Erdbohrgeräts für andere als die
vom Hersteller angegebenen Verwendungsweisen
zu benutzen. Es ist untersagt andere Materialien
damit zu schneiden. Benutzen Sie die Heckenschere
nicht als Werkzeug zum Heben, Verschieben oder
Zerkleinern von Gegenständen und niemals auf
Halterungen als ortsfestes Gerät.
VORSICHTSMASSREGELN FÜR DEN ARBEITSBEREICH
Die Berührung mit Stromkabeln kann aufgrund der
damit verbundenen Stromschlaggefahr schwere oder
tödliche Verletzungen verursachen. Dieses Gerät
verfügt nicht über eine Isolierung. Um die Gefahr
von Personen- oder Sachschäden zu verringern, stets
auf den Verlauf von unterirdischen Rohren oder
Oberleitungen achten.
- Arbeiten Sie niemals in der Nähe von elektrischen
Leitungen.
- Arbeiten Sie nur, wenn Sicht und Lichtverhältnisse ein
sicheres Arbeiten gestatten.
- Stellen Sie den Motor vor Absetzen der Heckenschere ab.
- Achten Sie besonders auf Alarme bei Verwendung der
Schutzausrüstung, denn diese Ausrüstungen können
das Hören von Warntönen (Aufforderungen, Signale,
Warnungen usw.) beeinträchtigen.
- Seien Sie besonders vorsichtig bei der Arbeit am Hang oder
auf unebenem Gelände.
- Zur Verringerung der Sturzgefahr ist beim Transport
oder Einschalten des Geräts auf rutschigem,
nassem, gefrorenem oder schneebedecktem Boden
größtmögliche Vorsicht geboten.
- Die Handgriffe stets trocken und sauber halten.
- Das Erdbohrgerät sofort anhalten, wenn die Spitze
gegen Fremdkörper stößt. Das Gerät überprüfen und ggf.
beschädigte Teile reparieren lassen.
- Beim Bohren allmählich Gas geben, damit die Spitze
langsam in den Boden eindringen kann.
- Die Bohrlöcher abdecken und deutlich markieren, um
das Hineinstürzen von Personen zu verhindern.
USOS NO ADMITIDOS
S i e i m m e r d i e
ATENCION - Respetar siempre las normas de
seguridad. El mototaladro se debe de utilizar sólo
para realizar perforaciones del terreno. No perforar
asfalto, cemento u otros materiales lapídeos. Está
prohibido aplicar a la toma de fuerza del mototaladro
utensilios o aplicaciones que no sean los indicados
por el constructor. No utilizar la máquina como
palanca para levantar, desplazar o partir objetos, ni
bloquearla con soportes fijos.
PRECAUCIONES EN EL ÁREA DE TRABAJO
El contacto con conductores o cables eléctricos
puede causar lesiones graves o mortales. Esta unidad
no está aislada. Para limitar el riesgo de daños
materiales y lesiones personales, prestar atención
al recorrido de los tubos enterrados y de los cables
aéreos.
- No trabajar cerca de cables eléctricos.
- Trabajar sólo cuando la visibilidad y la luz sean suficientes
para ver claramente.
- Parar el motor antes de apoyar la máquina.
- Prestar atención especialmente cuando se estén utilizando
dispositivos de protección que pueden limitar la capacidad
de oír sonidos que indican riesgos (avisos, señales,
advertencias, etc.).
- Tener mucho cuidado al trabajar en pendiente o sobre
terrenos irregulares.
- Para limitar el riesgo de caídas, prestar atención al
transportar o accionar la máquina sobre firmes
resbaladizos, en caso de suelo mojado, helado o
nevado.
- Mantener siempre secas y limpias las empuñaduras.
- Parar la ahoyadora si la punta da contra un objeto extraño.
Inspeccionar la máquina y hacer reparar las partes que se
hayan dañado.
- Comenzar a perforar acelerando gradualmente, de modo
que la punta entre en el suelo de modo fluido.
- Cubrir y marcar los orificios realizados en el suelo para
evitar la caída de personas.
Español
UTILIZACIÓN
Nederlands
GEBRUIK
VERBODEN GEBRUIK
LET OP - Volg altijd de veiligheidsnormen.
De grondboor moet alleen gebruikt worden om
perforaties in het terrein uit te voeren. Perforeer
geen asfalt, cement of andere steenmaterialen. Het
is verboden om voor de aandrijfas van de grondboor
gereedschappen of toepassingen te gebruiken die
anders zijn dan die door de fabrikant aangegeven
worden. Gebruik het toestel niet als hefboom om
voorwerpen op te tillen, te verplaatsen of te breken,
en bevestig het niet op vaste houders.
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET WERKGEBIED
Aanraking met elektrische draden of snoeren kan
ernstig of dodelijk letsel veroorzaken wegens de
elektrische stroom. Deze unit is niet geïsoleerd.
Om het risico op beschadiging van voorwerpen
of persoonlijk letsel te beperken, moet u steeds
uitk ijken voor ondergrondse leidingen en
bovengrondse draden.
- Werk niet in de buurt van elektriciteitskabels.
- Werk alleen als de zichtbaarheid en het licht voldoende zijn
om goed te zien.
- Zet de motor uit voordat u het toestel neerlegt.
- Wees extra voorzichtig en alert als u gehoorbescherming
draagt, omdat een dergelijke uitrusting uw vermogen
om waarschuwende geluiden (roepen, signalen,
waarschuwingen e.d.) te horen beperkt.
- Wees uiterst voorzichtig als u op hellend of oneffen terrein
werkt.
- Om het valrisico te beperken, moet u opletten wanneer
u de machine vervoert of aanzet op gladde ondergrond,
wanneer de bodem nat, bevroren of besneeuwd is.
- De handgrepen altijd droog en schoon houden.
- Stop de grondboor als de boor een vreemd voorwerp
raakt. Inspecteer de grondboor en laat de beschadigde
onderdelen herstellen als dat nodig is.
- Begin te boren en verhoog geleidelijk de snelheid zodat de
boor vlot in de bodem dringt.
- Bedek en markeer de boorgaten om te vermijden dat
mensen in de gaten vallen.
27