Efficiency Van Het Systeem Verbeteren; Laatste Controles Van De Installatie - Toshiba RAV-SM560KRT-E Installation Manual

9
DE EFFICIENCY VAN HET SYSTEEM VERBETEREN
Instellen van de luchtstroomrichting
1. U kunt het koelend en verwarmend effect van het apparaat verbeteren door de uitblaasjaloezie op de juiste manier te
gebruiken. Bij koelen moet de jaloezie horizontaal staan en bij verwarmen moet de jaloezie omlaag gericht zijn.
Het verwarmende effect verbeteren
1. Een manier om het verwarmende effect te verbeteren is om een extra apparaat te gebruiken waarmee de opgestegen
warme lucht opnieuw door de ruimte wordt verplaatst:
2. Als de verwarmingscapaciteit van de airconditioner niet goed als gevolg van de installatielocatie of de vorm van de
ruimte, kunt u de temperatuurregelaar als volgt resetten om de temperatuur in de ruimte te verhogen. Stel positie 1 en
2 van dipswitch SW03 op de printplaat van de binnenunit in aan de hand van de onderstaande tabel :
Dipswitch SW03
positie 1 en 2
Temperatuur verhoogd
Opties
Werkingstest
Om een WERKINGSTEST (KOELEN) uit te voeren, houdt u de toets
TIJDELIJK 10 seconden ingedrukt. (U hoort dan een korte pieptoon.)
10

LAATSTE CONTROLES VAN DE INSTALLATIE

Voorzorgsmaatregelen
1. Zorg ervoor dat het voedingssnoer en de
verbindingskabel van het systeem niet in
contact kan komen met afsluiters of
leidingen die niet geïsoleerd zijn.
Elektrische bekabeling
1. Controleer, wanneer de
installatiewerkzaamheden uitgevoerd zijn,
of alle voedings- en verbindingsbekabeling
afdoende beschermd zijn.
Koelmiddelleidingen
1. Wanneer de koelmiddel- en afvoerleidingen
geïnstalleerd zijn. Controleer dat alle
leidingen volledig geïsoleerd zijn en breng
isolatietape aan om de isolatie af te sluiten.
Positie 1 : AAN Positie 1 : UIT
Positie 2 : UIT Positie 2 : AAN
Fabrieksinstelling +2˚C
Positie 1 : UIT
Positie 2 : UIT
+4˚C
Controle en werkingstest
• De druk van R410A is ongeveer 1,6 keer zo hoog als die van
R22. Wanneer niet alle installatiewerkzaamheden volledig
uitgevoerd zijn, kan een gaslek ontstaan wanneer de druk in het
systeem oploopt.
Test daarom de leidingenverbindingen op lekkage.
• Controleer de flensmoerverbindingen, de kraandopverbindingen
en de onderhoudsaansluitingfittingen op gaslekken met een
lektester of zeepsop.
Leidingkapje
Snoerklem
Verbindingskabels
tussen binnen- en
buitenunit
Voedingskabel
Kraandeksel
110
Temperatuurtoets
Flensmoerverbindingen
(Binnenunit)