Mitsubishi Electric PAC-AK51BC Instruction Manual page 32

9. Elektrische aansluitingen
<Voorbeeld>
(bij 2 aftakdozen)
Buitenunit
(A) (A)
L
N
Netscheider (C)
S1
(B)
S2
S3
(C)
<Voorbeeld2>
(in geval van bedrading aansluiten op P100-binnenunit(s))
(alleen PAC-AK52BC)
(A) (A)
L
E
N
Netscheider TB2B
(C)
(B)
S1
S2
S3
32
Aftakdoos nummer # 1
(type voor 5 aftakkingen)
Binnenunit
TB3A
(D)
S1 S1
S2 S2
S3 S3
TB2B TB3B
(D)
S1 S1 S1
S2 S2 S2
S3 S3 S3
TB3C
(D)
S1 S1
S2 S2
S3 S3
TB3D
(D)
S1 S1
S2 S2
S3 S3
TB3E
(D)
S1 S1
S2 S2
S3 S3
Binnenunit
TB3A
(D)
S1 S1
S2 S2
S3 S3
TB3B
(D)
S1 S1
TB2B
S2 S2
S1
S3 S3
S2
S3
TB3C
(D)
S1 S1
S2 S2
S3 S3
Aftakdoos nummer # 2
(type voor 3 aftakkingen)
Fig. 9-5
Aftakdoos
Binnenunit
TB3A (D)
A RUIMTE
S1 S1
S2 S2 P100-
binnenunit
S3 S3
TB3B
S1 S1 S1
S2 S2 S2
S3 S3 S3
TB3C (D)
B RUIMTE
S1 S1
P100-
S2 S2
binnenunit
S3 S3
TB3D
S1
S2
S3
TB3E
S1
S2
S3
Fig. 9-6
9.2. Procedure voor externe bedrading (Fig. 9-5)
Voedingsspanning: enkelfasig 220/230/240 V, 50 Hz 220 V, 60 Hz
E
A RUIMTE
Opmerking:
1 Ingangen voedingsspanning: alleen op de buitenunit. Sluit de draden (C)
en (D) overeenkomstig de aanduidingen op de aansluitblokken aan, zodat
de juiste polariteit wordt verzekerd.
B RUIMTE
2 Met betrekking tot de lijnen (C): S1 en S2 dienen voor het aansluiten van
de voedingsspanning.
S2 en S3 dienen voor signalen. S2 is een gemeenschappelijke kabel voor
zowel voeding als signalen.
C RUIMTE
Draaddiameter
(A) Netvoedings-
(B) Aardleiding
kabel
6,0 mm² 6,0 mm²
D RUIMTE
Bij gebruik van getwiste draad dienen ronde aansluitklemmen te worden toegepast.
*1. Zie de installatiehandleiding van de buitenunit.
E RUIMTE
*2. Indien 1,5 mm² wordt gebruikt, dan maximaal 45 m ("Buitenunit - Aftakdoos 1"
plus "Aftakdoos 1 - Aftakdoos 2"). Indien 2,5 mm² wordt gebruikt, dan maxi-
maal 55 m
(Bij aansluiting van binnenunit uit PEAD-serie)
Indien 1,5 mm² wordt gebruikt, dan maximaal 30 m ("Buitenunit - Aftakdoos
F RUIMTE
1" plus "Aftakdoos 1 - Aftakdoos 2").
Indien 2,5 mm² wordt gebruikt, dan maximaal 50 m
Indien 3,5 mm² wordt gebruikt en S3 gescheiden
is, dan maximaal 55 m
G RUIMTE
Gebruik één kabel voor S1 en S2 en een andere
kabel voor S3, zoals in de afbeelding.
Opmerkingen: 1. De draaddiameters moeten overeenkomen met de van
H RUIMTE
toepassing zijnde locale en nationale voorschriften.
2. De netvoedingskabels en de aansluitkabels van bin-
nenunits/aftakdozen/buitenunit dienen niet lichter te zijn
dan flexibele kabel met polychloropreenmantel. (ontwerp
60245 IEC 57)
3. Breng een aardingsleiding aan die langer is dan de voe-
dingskabels.
9.3. Bedrading aansluiten op P100-binnenunits (Fig. 9-6)
• A ls u de bedrading van P100-binnenunit(s) aansluit, gebruik dan alleen de aftak-
doos PAC-AK52BC/PAC-AK53BC.
• Als u de bedrading van één P100-binnenunit aansluit, gebruik dan TB3A.
Opmerkingen:
• A ls u de bedrading van één P100-binnenunit aansluit, gebruik dan AL-
LEEN TB3A.
Als de bedrading van één P100-binnenunit op het andere aansluitblok
aangesloten wordt, dan wordt een alarm geactiveerd en functioneert de
binnenunit niet.
• A ls de bedrading van één P100-binnenunit op TB3A wordt aangesloten,
sluit dan geen enkele binnenunit op TB3B aan. Als u dat toch doet, dan
wordt een alarm geactiveerd en functioneert de binnenunit niet.
• T B3C, TB3D en TB3E zijn beschikbaar voor het aansluiten van de bedra-
ding van binnenunits die geen P100 zijn.
• Als u de bedrading van twee P100-binnenunits aansluit, gebruik dan TB3A en
TB3C.
Opmerkingen:
• A ls u de bedrading van twee P100-binnenunits aansluit, gebruik dan
ALLEEN TB3A en TB3C.
A ls de bedrading van twee P100-binnenunits op de andere aansluitblok-
ken aangesloten worden, dan wordt een alarm geactiveerd en functione-
ren de binnenunits niet.
• A ls de bedrading van twee P100-binnenunits op TB3A en TB3C wordt
aangesloten, sluit dan geen enkele binnenunit aan op TB3B of TB3D. Als
u dat toch doet, dan wordt een alarm geactiveerd en functioneert de bin-
nenunit niet.
(C) Signaleringskabel/ (D) Signaleringskabel/ Stroom-
Aardleiding Aardleiding onderbreking
1,5 mm² *2/ 1,5 mm²/
*1
Min. 1,5 mm² Min. 1,5 mm²
Onderbreker
Functie-
karakteristiek
*1