Download Print this page

CAIRE Companion 5 User Manual page 153

Hide thumbs Also See for Companion 5:

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Leidraad en verklaring van de fabrikant - Elektromagnetische immuniteit
De Companion 5 is bestemd voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker
van de Companion 5 dient te verzekeren dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Immuniteitstest
IEC 60601-testniveau
Geleide RF
3 Vrms
IEC 61000-4-6
150 kHz tot 80 MHz, 1
KHz of 2 KHz, 80% AM-
modulatie (6 V in ISM
en amateurradioband
in dit bereik voor
thuisomgevingen)
10 V/m
Uitgestraalde RF
80 MHz tot 2700 MHz, 1
IEC 61000-4-3
KHz 80% modulatie voor
thuisomgeving
OPMERKING 1 Bij 80 MHz en 800 MHz geldt het hogere frequentiebereik.
OPMERKING 2 Het kan zijn dat deze richtlijnen niet op alle situaties van toepassing zijn. Elektromagnetische propagatie wordt
beïnvloed door absorptie en reflectie van gebouwen, voorwerpen en mensen.
Veldsterktes van stationaire zenders zoals basisstations voor (mobiele/draadloze) radiotelefoons en landmobiele radio's,
a
amateurradio-, AM- en FM-radio-uitzendingen en televisie-uitzendingen, kunnen niet nauwkeurig theoretisch worden voorspeld.
Om de elektromagnetische omgeving van stationaire RF-zenders te evalueren, kan men een elektromagnetisch terreinonderzoek
uitvoeren. Wanneer de gemeten veldsterkte op de plek waar de Companion 5 gebruikt wordt boven het hierboven weergegeven
RF-nalevingsniveau uitkomt, moet de Companion 5 in de gaten worden gehouden om te controleren of hij normaal werkt. Als u
constateert dat het apparaat niet normaal werkt, kan het nodig zijn om extra maatregelen te treffen, zoals het anders richten of het
verplaatsen van de Companion 5.
Binnen het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz dienen de veldsterktes minder dan 3 V/m te zijn.
b
Nalevingsniveau
3 Vrms
10 V/m
Onderdeelnr. 21420526-C4 B | Gebruikershandleiding 153 - DUT
Companion 5
Elektromagnetische omgeving - Leidraad
Draagbare en mobiele RF-communicatieap-
paratuur mag niet dichter bij onderdelen van
de Companion 5, inclusief de kabels, worden
gebruikt dan de aanbevolen scheidingsafstand
die werd berekend a.d.h.v. de vergelijking die
van toepassing is op de frequentie van de
zender.
Aanbevolen scheidingsafstand
d = 1,2√ P
d = 1,2√ P
80 MHz tot 800 MHz
d = 1,2√ P
800 MHz tot 0,5 GHz
waarbij P staat voor het nominale maximale
uitgangsvermogen van de zender in watt (W)
volgens de fabrikant van de zender en d voor
de aanbevolen scheidingsafstand in meter (m).
Veldsterktes van stationaire RF-zenders,
zoals bepaald door een overzicht van het
elektromagnetisch veld,
dienen lager te zijn
a
dan het nalevingsniveau in elk frequentiebereik.
b
Interferentie kan voorkomen in de nabijheid
van apparatuur waarop het volgende symbool
staat:

Advertisement

loading