DAB E-BOX 2G M Instruction For Installation And Maintenance page 82

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 41
Ref.
Aansluitklemmen tegen droogdraaien.
N
Bij gebruik hiervan moet de standaard aanwezige by-passbrug tussen de betreffende klemmen
worden verwijderd. Elektrische kenmerken: 24VAC 10mA, impedantie max. 55kOhm.
9 - 10
Bij verbinding met elektrische niveausondes moet alleen rekening gehouden worden met
klem nr. 9
Aansluitklemmen voor analoge ingangen
Aansluitklemmen analoge ingang voor druksensor.
H1
H1 –
11
H1 –
12
11 - 12 - 13
H1 –
13
Q1
Aansluitklemmen alarm elektropomp P1 van afstand (zie alarmentabel).
Contactkenmerken: potentiaalvrij contact, 250VAC/30VDC 5A, dubbele isolatie (AC 1).
14 - 15
Q2
Aansluitklemmen alarm elektropomp P2 van afstand (zie alarmentabel).
Contactkenmerken: potentiaalvrij contact, 250VAC/30VDC 5A, dubbele isolatie (AC 1).
16 - 17
Q3
Aansluitklemmen algemeen alarm van afstand (zie alarmentabel).
Contactkenmerken: potentiaalvrij contact, 250VAC/30VDC 5A, dubbele isolatie (AC 1).
18 - 19
13 - 14
Aansluitklemmen voor signalering "pompen worden gevoed" (P1 en P2).
Contacteigenschappen: NO 250V 3A (AC 15)
13 - 14
Veiligheidszekeringen van de transformator tegen kortsluitingen van het primaire circuit en van de
FU1
voedingslijn ervan.
FU2
FU1 = Elektrische kenmerken: 6,3x32 T 250mA
FU2 = Elektrische kenmerken: 5x20 T 100mA
Veiligheidszekeringen van de transformator tegen foutieve verbinding van de motorkabels
FU3
(controleer de thermische beveiliging).
Het schakelbord blijft ook na een ingreep van de beveiliging die de werking ervan stopt, onder
spanning. Elektrische kenmerken: 6,3x32 T 250mA
FU4
Veiligheidszekering tegen kortsluiting van elektropomp P1. Elektrische kenmerken: 10x38 16A (aM)
FU5
Veiligheidszekering tegen kortsluiting van elektropomp P2. Elektrische kenmerken: 10x38 16A (aM)
Functie (zie referenties op schakelschema's)
De klemmen N en R activeren het lichtalarm op het frontpaneel van het
schakelbord, sluiten het afstandsalarmcontact en de klem N stopt de pomp, terwijl
de klem R deze in werking stelt of laat stoppen, afhankelijk van de gekozen
functie (drukopbouw, vullen, legen).
De bedieningen A, B, C, R, N vereisen geen verbinding met
aangesloten op het veiligheidscircuit PELV.
= voedingsuitgang voor sensor: 24V, max 100mA.
= ingangskenmerken: 4...20mA met DS_B7 op ON / 0,5...4,5V met DS_B8 op ON.
= kenmerken: 0V.
Arbeidscontact met gevoed schakelbord en zonder actieve alarmen.
Voor 400V voeding, plaats de zekering FU1 in de 400V zekeringhouder.
Voor 230V voeding, plaats de zekering FU2 in de 230V zekeringhouder.
Als de verkeerde zek eringhouder wordt gekozen, kan het schakelbord
onherstelbaar beschadigd worden!!
Schakel de spanning uit alvorens onderhoud te gaan plegen.
Schakel de spanning uit alvorens onderhoud te gaan plegen.
Schakel de spanning uit alvorens onderhoud te gaan plegen.
NEDERLANDS
AANSLUITKLEMMEN ALARMEN
VEILIGHEIDSZEKERINGEN
78
aangezien ze zijn

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

E-box 2g tE-box 2d m/tE-box 2d 40mf

Table of Contents