Olympia NC 455 Operating Manual page 34

Bankbiljetten inleggen
Het bankbiljetten-telapparaat is een voorlader, waarbij
de bankbiljetten vanaf de voorkant worden geladen.
Æ Plaats de bundel bankbiljetten in het invoervak [3].
Ê Het onderste bankbiljet van de bankbiljettenbundel
wordt in het bankbiljetten-telapparaat ingevoerd.
Voer de telling voor een veilige detectie van
kritieke bankbiljetten aan beide kanten uit. De
echtheidskenmerken van de bankbiljetten bevinden
zich aan beide kanten van het bankbiljet.
Automatische/handmatige invoer
Automatische invoer:
Æ Druk op de toets M/A [22].
ÊDe automatische invoer van de bankbiljetten wordt
geactiveerd. Op het display wordt AUTO [25] weerge­
geven.
Handmatige invoer:
Æ Druk op de toets M/A [22] totdat op het display
AUTO [25] verdwijnt.
ÊDe handmatige invoer van de bankbiljetten wordt
geactiveerd.
Æ Druk op de toets RESET [18] om de telling te star­
ten.
Functies
Æ Selecteer de gewenste functie.
Tellen
Bij deze functie wordt het aantal bankbiljetten en af­
hankelijk van de instelling van de sensoren ook de
echtheid gecontroleerd.
Tijdens het tellen wordt het aantal bankbiljetten in het
bovenste deel van het display [24] weergegeven .
Als de getelde bankbiljetten in het uitvoervak [6]
blijven liggen, wordt er verder geteld.
Als de getelde bankbiljetten uit het uitvoervak [6]
worden genomen en een nieuwe stapel bankbiljetten
in het invoervak [3] wordt geplaatst, begint het tellen
X 0
weer bij .
De vorige telling van de bankbiljetten wordt in het
onderste deel van het display [30] weergegeven.
Æ Druk op de toets COUNT [17].
Ê De bankbiljetten worden geteld zonder echtheids­
controle (UV, MG, MT, IR) en in het uitvoervak [6]
geplaatst.
34
Optellen
Bij deze functie gaat het tellen door, zelfs als de ge­
telde bankbiljetten uit het uitvoervak [6] zijn ver­
wijderd en vervolgens nieuwe bundels bankbiljetten in
het invoervak [3] worden geplaatst.
Deze functie is bijzonder geschikt voor grote bundels
bankbiljetten of voor gebruikte of sterk gebogen bank­
biljetten. Er kunnen kleinere bundels bankbiljetten na
elkaar worden geteld. Het bankbiljetten-telapparaat
gaat verder met het tellen van de bankbiljetten.
Æ Druk op de toets ADD [19].
ÊDe functie optellen is geactiveerd/gedeactiveerd.
Op het combi-display wordt ADD [28] weergegeven.
Bundelen
Bij deze functie stopt het tellen wanneer een vooraf
ingesteld aantal bankbiljetten is geteld. Als de getelde
bundel bankbiljetten uit het uitvoervak [6] wordt ver­
wijderd, springt het bovenste deel van het display [24]
X 0
naar en de volgende bundel bankbiljetten wordt
geteld.
Æ Druk op de toets BATCH/C [21].
ÊOp het combi-display wordt BAT [27] weerge­
geven. In het onderste deel van het display [30] ver­
schijnt het vooraf ingestelde aantal
Æ Voer met de cijfertoetsen het door u gewenste
aantal in.
Het nummer kan vrij gekozen worden van
999
tot .
ÊHet ingevoerde aantal wordt in het onderste deel
van het display [30] weergegeven. Het bankbiljetten-
telapparaat is klaar voor de functie bundelen.
Æ Plaats de bundel bankbiljetten in het invoervak [3].
ÊHet aantal getelde bankbiljetten wordt in het bo­
venste deel van het display [24] weergegeven.
Als er geen bankbiljetten meer in het invoervak
[3] liggen voordat het vooraf ingestelde aantal
wordt bereikt, geeft het bovenste deel van het display
[24] het tot dusver getelde aantal weer. Als er nieuwe
bankbiljetten in het invoervak [3] worden gelegd,
wordt het proces voortgezet totdat het gewenste aan­
tal is bereikt.
Druk op de toets BATCH/C [21] om de functie te
deactiveren.
nB
100
.
1