EINHELL BG-PC 2625 T Original Operating Instructions page 88

Pole-mounted petrol-powered pruner
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 21
Kleinere takken afzagen (fi g. 22):
Leg het aanslagvlak van de zaag tegen de tak.
Daardoor wordt voorkomen dat de zaag aan het
begin van de snede met rukken beweegt. Leid
de zaag met lichte druk van boven naar beneden
doorheen de tak.
Vrij grote en langere takken afzagen (fi g. 23):
Maak bij vrij grote takken een ontlastingssnede.
Zaag eerst met de bovenkant van het zwaard van
beneden naar boven 1/3 van de diameter van
de tak door (a). Zaag daarna met de onderkant
van het zwaard van boven naar beneden naar de
eerste snede toe (b).
Zaag de langere takken in secties af om de cont-
role over de valplaats te behouden.
Terugstoot
Onder terugstoot verstaat men het plots om-
hoog- of terugschieten van de draaiende ket-
tingzaag. De oorzaken zijn meestal het raken
van het werkstuk met de top van het zwaard of
het beklemd raken van de zaagketting. Bij een
terugstoot doen zich onverhoeds grote krachten
voor. Daardoor reageert de kettingzaag meestal
ongecontroleerd. Het gevolg zijn vaak zwaars-
te letsels bij de werkman of bij personen in de
omgeving. Het gevaar voor een terugstoot is het
grootst als u de zaag in de zone rond de top van
het zwaard aanzet omdat daar de hefboomwer-
king het sterkst is. Zet de zaag daarom steeds zo
vlak mogelijk aan.
Let op!
Let er steeds op dat de ketting correct is ge-
spannen!
Gebruik enkel kettingzagen die in onberispeli-
jke staat verkeren!
Werk alleen met een naar behoren gescherp-
te zaagketting!
Zaag nooit met de bovenkant of top van het
zwaard!
Hou de kettingzaag steeds met beide handen
vast!
Zagen van hout onder spanning
Bij het zagen van hout dat onder spanning staat
dient u uiterst voorzichtig te werk te gaan! Onder
spanning staand hout waarvan de spanning door
zagen vrijkomt reageert soms volledig ongecon-
troleerd. Dat kan leiden tot zwaarste en zelfs do-
delijke letsels. Dergelijke werkzaamheden mogen
slechts door geschoolde vakmannen worden
verricht.
Anl_BG_BC_2625_T_SPK7.indb 88
Anl_BG_BC_2625_T_SPK7.indb 88
NL
9. Onderhoud
9.1 Vervangen van zaagketting en zwaard
Het zwaard moet worden vernieuwd als de gelei-
degroef van het zwaard versleten is. Ga hiervoor
te werk zoals toegelicht in het hoofdstuk "Monta-
ge van zwaard en zaagketting"!
9.2 Controleren van de automatische ket-
tingsmering
Ga regelmatig na of de automatische kettings-
mering functioneert teneinde een oververhitting
en de daaruit voortvloeiende beschadiging van
zwaard en zaagketting te voorkomen. Richt
daarvoor de top van het zwaard tegen een glad
oppervlak (plank, aansnede van een boom) en
laat de kettingzaag draaien. Indien zich dan een
toenemend oliespoor vertoont, werkt de automa-
tische smering van de ketting perfect. Is geen dui-
delijk oliespoor te zien gelieve de overeenkomsti-
ge aanwijzingen in het hoofdstuk "foutopsporing"
te lezen! Indien ook deze aanwijzingen niet voo-
ruithelpen wendt u zich tot onze service of tot een
overeenkomstig gekwalifi ceerde werkplaats.
Let op! Raak daarbij niet het oppervlak. Neem
een voldoende veiligheidsafstand (ca. 20 cm) in
acht.
9.3 Scherpen van de zaagketting
U kan met de kettingzaag enkel eff ectief werken
als de zaagketting in goede staat verkeert en
scherp is. Daardoor vermindert ook het gevaar
voor een terugstoot.
De zaagketting kan bij elke gespecialiseerde han-
delaar worden bijgeslepen. Probeer niet de zaag-
ketting zelf te scherpen als u niet over het gepas-
te gereedschap en de nodige ervaring beschikt.
9.4 Onderhoud van de luchtfi lter (fi g. 24-26)
Door verontreinigde luchtfi lters gaat het motor-
vermogen achteruit omdat te weinig lucht naar de
carburator wordt toegevoerd. Regelmatige contro-
le is dan ook absoluut noodzakelijk. De luchtfi lter
(T) dient om de 25 bedrijfsuren te worden gecont-
roleerd en, indien nodig, schoongemaakt. Bij zeer
stoffi ge lucht dient de luchtfi lter vaker te worden
gecontroleerd.
1. Verwijder het luchtfi lterdeksel (fi g. 24).
2. Neem er de luchtfi lter (fi g. 25/26) uit.
3. Maak de luchtfi lter door uitkloppen of uitbla-
zen schoon.
4. De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
- 88 -
07.12.12 10:21
07.12.12 10:21

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

45.016.30

Table of Contents