Niko 351-25475 User Manual

NL
Lees de volledige handleiding vóór installatie en ingebruikname. Bewaar de handleiding zorgvuldig
FR
voor later gebruik.
DE
1. BESCHRIJVING
Deze opbouwbewegingsmelder registreert bewegingen door middel van een passieve infraroodsensor (PIR) én
EN
een hoogfrequentiesensor (HF). De combinatie van beide technologieën (DUAL TEC®) zorgt voor een uiterst
gevoelige detectie zonder valse alarmen. Doordat de PIR-sensor warmtestraling detecteert en de HF-sensor
SK
beweging, bestaat er geen bron meer die een vals alarm zou kunnen veroorzaken. Hierdoor kan de gevoeligheid
van de melder heel hoog ingesteld worden zonder ongewenst alarm te veroorzaken. Dit maakt een DUAL TEC
SV
melder ideaal voor de hogere risicoklassen.
De PIR-sensor is het meest gevoelig voor bewegingen die het detectiegebied doorkruisen. De gevoeligheid van de
PIR-sensor voor bewegingen recht op de melder af ligt ca. 50 % lager. De HF-sensor is het meest gevoelig voor
bewegingen recht op de melder af. Bij bewegingen die het detectiegebied doorkruisen, neemt de gevoeligheid
van de HF-sensor met ongeveer 50 % af.
Bewegingen kunnen gedetecteerd worden met één enkele sensor of door beide sensoren logisch te koppelen (zie
§ 6.5). De melder schakelt pas aan zodra de ingestelde daglichtwaarde (schemeringsniveau) niet meer bereikt
wordt. De schakelduur wordt verlengd zolang er menselijke beweging (totaalbereik) of menselijke aanwezigheid
(aanwezigheidsbereik) gedetecteerd wordt. Na het aanschakelen, detecteert de melder de toename van het
daglicht en schakelt automatisch uit bij voldoende daglicht.
2. GEBRUIK
De melder is geschikt voor binnentoepassingen of voor gebruik in een beschermde buitenomgeving om
verlichting of een trappenhuisautomaat te sturen. Bij buitengebruik moet de melder in PIR- of PIR + HF-modus
gebruikt worden. In HF-modus kan regen een ongewenst alarm veroorzaken. Het detectiegebied (zie fig. 1e)
van de HF-sensor kan verschillen naargelang de montageplaats. Reflectie tegen muren kan bijvoorbeeld het
detectiegebied vergroten. Elementen uit glas, hout of pleister kunnen het HF-signaal doorlaten.
Let bij de installatie op het volgende:
• Monteer de melder uitsluitend op stabiele plafonds.
• Verberg bewegende voorwerpen in het detectiegebied door de lens af te schermen.
• Plaats geen verlichting onder of op minder dan 1 m naast de melder (zie fig. 2).
• Behoud een minimale afstand van 4 meter tussen twee melders om te vermijden dat de HF-sensoren elkaar
beïnvloeden.
• Monteer de melder niet rechtstreeks in een koude of warme luchtstroom (zie fig. 2). Bij montage op een plaats
waar er veel luchtstroom is, moet de melder in HF-modus gebruikt worden.
3. MONTAGE
De melder is bedoeld voor plafondmontage. De radius van het detectiegebied hangt af van de montagehoogte
(zie fig. 1e).
Je monteert de detector als volgt:
1. Verwijder het afdekkader door hem in tegenwijzerzin te draaien, schroef vervolgens de melder los van
zijn sokkel (zie fig. 4).
2. Markeer de boorgaten daar waar je de melder wil monteren en boor ze uit.
3. Steek de voedingskabels doorheen de kabeldoorgangen (5f).
4. Schroef de sokkel vast met de bijgeleverde schroeven/deuvelset.
5. Sluit de sokkel aan volgens het aansluitschema in fig. 7 (zie ook § 4).
6. Plaats de melder opnieuw op de sokkel en schroef vast.
7. Configureer de melder (zie § 6).
8. Bevestig het afdekkader door hem in wijzerzin vast te draaien.
4. BEDRADING
Sluit de melder aan volgens het aansluitschema in fig. 7.
Je kan de stroomgeleider naar de R-ingang aan- en uitschakelen met een externe drukknop. Gebruik hiervoor
een N.O.-drukknop zonder indicatieled en beperk de lengte van de elektriciteitsdraden.
Stroomgeleider
Nulgeleider
Geschakelde uitgang relais
N.O.-drukknop
Slave melder(s)
5. VERBRUIKERS AANSLUITEN
Een hoge inschakelstroom verkort de levensduur van het in de melder geïntegreerde relais. Respecteer de
technische voorschriften van de verlichtingsfabrikant om het relais niet te overbelasten (zie fig. 3). Wij raden aan
om maximaal 3 tot 4 melders parallel te schakelen. Zo blijft de schakelkring overzichtelijk. In het geval van een
meer dan gemiddeld aantal schakelcycli of bij verhoogde lasten raden wij aan om de belasting via een extern
relais of een externe zekering te laten lopen.
6. CONFIGURATIE
Ongeveer 1 minuut na aansluiting op het elektriciteitsnet is de melder klaar voor gebruik. Je kan de instellingen
enkel wijzigen wanneer de melder aan staat. Je kan de instellingen wijzigen met de draaischakelaars op het
toestel of met de (afzonderlijk aan te kopen) afstandsbediening 351-25320. De vertragingstijd bij impulsen kan
ingesteld worden op 20 s (standaard) of 60 s. Dit is echter enkel mogelijk met de afstandsbediening.
6.1. Uitschakelvertraging
Met de TIME-potentiometer stel je de uitschakelvertraging na de laatste beweging in tussen 10 s en 20 min
(zie fig. 5c). Als de relaisuitgang aan een trappenhuisautomaat gekoppeld is, moet je de TIME-schakelaar op
'impuls' zetten .
6.2. Lichtgevoeligheid
Met de LUX-potentiometer stel je de drempelwaarde van de schemerschakelaar traploos in tussen ð (dagmodus,
2000 lux) en ƒ (nachtmodus, 5 lux) (zie fig. 5b).
6.3. Detectiebereik
Met de SENS-potentiometer stel je het detectiebereik van de PIR- en HF-sensors in (zie fig. 5d).
6.4. Werkingsmodus
Met de MODE-potentiometer kies je voor een werking als afwezigheidsmelder (SEMI-AUTO) of aanwezigheidsmelder
(AUTO) (zie fig. 5e).
6.5. Sensortechnologie
Met de potentiometer voor sensortechnologie kan je verschillende profielen kiezen. De werking van de profielen
wordt grafisch voorgesteld in fig. 8. Je kan de volgende instellingen selecteren (zie fig. 5a):
nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu
PM351-25475R16221
L
N
D1, D2
R
S
Technologie Logica Gevoeligheid
HF / PIR OF Hoogste
1)
HF —
®
PIR, HF / PIR 2) —
(ON, OFF)
PIR —
PIR + HF EN Robuust
3)
Activeert als de HF- of PIR-sensor beweging detecteert.
1)
Activeert als de PIR-sensor beweging detecteert en verlengt de schakelduur door PIR- of HF-detectie.
2)
3) Activeert als HF- en PIR-sensoren tegelijkertijd beweging detecteren.
7. EXTERNE DRUKKNOP
Als je de melder gebruikt als afwezigheidsmelder, moet je een externe drukknop aansluiten waarmee je het
licht kan aanschakelen (zie fig. 7a).
Als je de melder als aanwezigheidsmelder gebruikt, is de externe drukknop optioneel. Het licht schakelt automatisch
aan wanneer er beweging gedetecteerd wordt. Het licht kan via de externe drukknop altijd manueel worden
aan- of uitgeschakeld. De schakeltoestand (aan of uit) wordt verlengd zolang er bewegingen gedetecteerd
worden. Na de laatste detectie houdt de schakeltoestand zo lang als ingesteld aan.
• Houd de externe drukknop 0,1 tot 2,0 s ingedrukt om de automatische werking te activeren of te deactiveren
• Houd de externe drukknop 2,0 tot 4,0 s ingedrukt om de melder 6 u lang aan te schakelen. Door vervolgens
opnieuw kort op de knop te drukken, wordt deze schakeltoestand vroegtijdig afgebroken.
• Houd de externe drukknop langer dan 4 s ingedrukt om de melder 6 u lang uit te schakelen. Door vervolgens
opnieuw kort op de knop te drukken, wordt deze schakeltoestand vroegtijdig afgebroken.
8. WEERGAVE
De onderstaande toestanden worden weergegeven aan de hand van de indicatieled op het toestel. Je kan de
instellingen wijzigen met de potentiometers op het toestel of met de (afzonderlijk aan te kopen) afstandsbediening
(351-25320). Als een instelling gewijzigd werd, zal de relaisuitgang van de melder kort uitschakelen.
Status Ledweergave
Opstarten
Wijziging van een instelling
Bewegingsdetectie
6 u AAN of 6 u UIT
In testmodus wordt ook de gekozen sensortechnologie weergegeven:
Sensortechnologie Weergave
(de led brandt
continu)
PIR + HF Wit
PIR / HF Groen
PIR Rood
HF Blauw
PIR, HF / PIR Groen, rood
9. STORINGEN VERHELPEN
Storing Oplossing
De schakeluitgang schakelt niet • Het daglichtniveau is te hoog. Verlaag het daglichtniveau.
• Controleer de verlichting en de zekering.
• Controleer de modus (AUTO/SEMI-AUTO)
De schakeluitgang schakelt te vaak • Het daglichtniveau is te laag. Verhoog het daglichtniveau.
• Scherm de lens af.
• Het detectiebereik is te groot. Verlaag het detectiebereik.
• Beide sensoren zijn actief: Kies PIR + HF sensortechnologie
10. TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen in mm (LxB) Ø 130
Afmetingen in mm (H) 83,2
Voedingsspanning 230 V / 50Hz
Schakelvermogen relais max. 2000 W, 8,7 A (cos ϕ = 1,0)
max. 1000 VA, 4,35 A (cos ϕ = 0,5)
Montagehoogte 2 – 4 m
Detectiehoek 360°
Detectiebereik PIR max. 40 m op een montagehoogte van 3 m
Detectiebereik HF max. 12 m op een montagehoogte van 3 m
Lichtgevoeligheid 5 – 2000 lux
Uitschakelvertraging relais Impuls, 10 s tot 20 min
Beschermingsklasse II
Beschermingsgraad IP54
Omgevingstemperatuur -20 – 45 °C
Reikwijdte Gebruik
Max. Ø 40 m Binnen in parkeergarages, magazijnen,
maximale detectie
Max. Ø 16 m Binnen in ruimtes met obstakels, zoals
scheidingswanden, storingsvrij bij sterke
tocht
Max. Ø 40 m Binnen in toiletten, detectie van de
volledige ruimte incl. tot 3 hokjes
Max. Ø 40 m Binnen en buiten, detectie in het volledige
gezichtsveld
Max. Ø 16 m Binnen- en buitengebruik met maximale
storingsvrijheid
Beschrijving
De led knippert ca. 1 min kort
De led knippert 3 x kort
De led knippert 1x lang
De led knippert 6 uur lang
Logica Gedrag van de melder
EN Het relais schakelt wanneer PIR en HF
gelijktijdig detecteren
OF Het relais schakelt wanneer PIR of HF
detecteert
Enkel PIR PIR
Enkel HF HF
Hybride Relais AAN: enkel PIR, verlenging door PIR- of
HF-detectie
351-25475
1
NL