Voor De Ingebruikneming; Aanwijzingen Voor Het Gebruik - Bosch Professional GUS 9,6 V Operating Instructions Manual

Accu en oplaadapparaat
Lees beslist de meegeleverde gebruiks-
aanwijzing van het oplaadapparaat.
Accu en oplaadapparaat zijn op elkaar afge-
stemd. Gebruik voor het opladen alleen een
daarvoor bedoeld Bosch-oplaadapparaat met
een bij de accu passende oplaadspanning (zie
typeplaatje). Een combinatie met verschil-
lende nominale spanningen leidt tot beschadi-
ging van accu of oplaadapparaat.
Laat een warme accu voor het opladen afkoe-
len.
Open de accu niet en bescherm deze tegen
schokken. Bewaar de accu droog en vorstvrij.
Dek de contacten van de naar buiten getrok-
ken accu af. Bij kortsluiting door overbrugging
met metaal bestaat brandgevaar!
Gooi de accu niet bij het huisvuil en evenmin in
het vuur of het water.

Voor de ingebruikneming

Accu opladen
Een nieuwe of lang niet gebruikte accu levert pas
na ca. 5 oplaad- en ontlaadcycli zijn volledige ca-
paciteit.
Wanneer u de accu 15 wilt verwijderen, dient u
de vasthoudveer 14 omhoog te draaien en de
accu uit de greep te trekken. Forceer niet.
De accu is voorzien van een thermische beveili-
ging (NTC) die opladen in het temperatuurbereik
tussen 0 °C en 45 °C toelaat. Daardoor wordt
een lange levensduur van de accu bereikt.
Een duidelijk kortere gebruiksduur na het opla-
den geeft aan dat de accu's versleten zijn en
moeten worden vervangen.
Neem de milieuvoorschriften in acht.
29 • 2 609 929 952 • TMS • 14.11.01
Ingebruikneming
Accu plaatsen
Duw de opgeladen accu 15 in de greep en klem
deze vast met de accu-vasthoudveer 14. De veer
moet vastklikken.
In- en uitschakelen
Wanneer u de machine in gebruik wilt nemen,
drukt u de aan/uit-schakelaar 13 in en houdt u
deze ingedrukt.
Wanneer u de machine wilt uitschakelen, laat u
de aan/uit-schakelaar 13 los.

Aanwijzingen voor het gebruik

Vingerbescherming
Stel voor elke bewerking de vingerbescher-
ming 2 met de kartelmoer 1 op de te knippen ma-
teriaaldikte in.
Wanneer de machine uitgezet is, moet de vinger-
bescherming 2 helemaal omlaag worden gezet.
Verschillende materialen knippen
Vloerbedekking (tapijt, pvc, linoleum, rub-
ber): Wanneer u stukken tapijt nauwkeurig wilt
laten aansluiten, dient u deze over elkaar heen te
leggen en te voorkomen dat deze verschuiven.
Houd het geleidingsvlak 3 bij het knippen niet
schuin, maar parallel aan de vloer. Zet na het
knippen de vingerbescherming 2 terug op enkele
poolhoogte.
Textiel en vilt: Afhankelijk van het soort textiel
en het knippatroon kunnen maximaal tien lagen,
bij vilt ca. drie lagen worden geknipt. Zet de lagen
eventueel vast om verschuiving van het knippa-
troon te voorkomen.
Leder: Houd bij het knippen rekening met de
gladheid van het leder. De knipdikte of het aantal
lagen hangt af van de leerkwaliteit.
Andere materialen die kunnen worden bewerkt
zijn kurk, golfkarton, karton, droog behang, fi-
neer, schuimstof en folie.
Nederlands - 2