Chicco Urban Instructions For Use Manual page 34

Urban
NL
BELANGRIJK - BEWAAR DEZE INSTRUC-
TIES OM ZE LATER TE KUNNEN RAAD-
PLEGEN.
LET OP: VERWIJDER VOOR HET GEBRUIK
EVENTUELE PLASTIC ZAKKEN EN ALLE
ANDERE VERPAKKINGSONDERDELEN EN
GOOI ZE WEG OF HOUD ZE IN IEDER GE-
VAL BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
· LET OP: laat je kind nooit zonder toezicht
achter.
· LET OP: verzeker je ervan voor gebruik
dat alle vergrendelmechanismen correct
zijn aangebracht.
· LET OP: om letsels te voorkomen, verze-
ker je er bij het openen en sluiten van het
product ervan dat het kind zich op een
veilige afstand bevindt.
· LET OP: sta niet toe dat je kind met dit
product speelt.
· LET OP: controleer voor het gebruik of
het bevestigingsmechanisme van de
draagmand, het zitje of het autostoeltje
goed is vastgemaakt.
· LET OP: dit product is niet geschikt om
mee te rennen of te skeeleren.
· De wandelwagen mag worden gebruikt
voor kinderen van 0 tot 36 maanden, tot
een gewicht van maximaal 15 kg.
· Voor kinderen vanaf de geboorte tot de
leeftijd van ongeveer 6 maanden moet
de kinderwagenconfiguratie worden ge-
bruikt.
· Alleen CHICCO AutoFix Fast en CHICCO
KeyFit autostoeltjes uitgerust met het
speciale compatibele bevestigingssys-
teem kunnen met de hiervoor bestemde
(afzonderlijk verkrijgbare) adapter op de
wandelwagen worden bevestigd.
· Gebruik geen extra matrasje in de kinder-
wagen
· Het product moet altijd op de rem staan
als je het kind erin zet of eruit haalt.
· Overbelast de mand niet. Maximumge-
wicht 3 kg.
· Ieder gewicht dat aan de handgrepen en/
of de rugleuning en/of de zijkanten van
de wandelwagen is gehangen, kan de
stabiliteit van de wandelwagen in het ge-
drang brengen.
· Vervoer niet meer dan één kind tegelijk.
· Breng geen accessoires, reserveonder-
delen of onderdelen op de wandelwagen
aan, die niet door de fabrikant geleverd of
goedgekeurd zijn.
· Na de veiligheidsgordels te hebben ver-
wijderd, verzeker je je ervan dat ze met
behulp van de verankeringspunten weer
goed worden aangebracht. De gordels
moeten nu opnieuw worden afgesteld.
Om te controleren of de gordels goed zijn
bevestigd, trek je hard aan het uiteinde
van de gordels wanneer het kind in het
stoeltje zit en is vastgezet.
· Als het autostoeltje op de wandelwagen
geïnstalleerd is, vervangt het de wieg of
het bedje niet. Als het kind moet slapen,
moet het in een draagmand, wieg of bed-
je worden gelegd.
· Controleer voor de montage of het artikel
en zijn onderdelen niet beschadigd zijn
tijdens het transport. In dat geval mag
het artikel niet worden gebruikt en dient
het buiten bereik van kinderen te worden
gehouden.
· Gebruik het artikel niet als er onderdelen
stuk of gescheurd zijn, of ontbreken.
· Het product mag uitsluitend door een
volwassene worden gemonteerd.
· Dit product mag uitsluitend door een vol-
wassene worden gebruikt.
· Verzeker je ervan dat de gebruikers van de
wandelwagen goed weten hoe hij werkt.
· Verzeker je ervan dat bij de regelhande-
lingen de bewegende delen van de wan-
delwagen niet in aanraking komen met
het lichaam van het kind.
· Laat de wandelwagen nooit met het kind
erin op een helling staan, ook al staat hij
op de rem.
· Gebruik de wandelwagen niet op trappen
of roltrappen: je zou de controle er ineens
over kunnen verliezen.
· Kijk goed uit als je een trede of stoep op-
of afgaat.
· Gebruik de rem telkens je stopt.
· De handgreep mag niet worden gebruikt
om het product met het kind erin op te
tillen.
· Sta het kind niet toe op de boodschap-
34