Bosch Professional GLL 2-10 Original Instructions Manual page 49

Hide thumbs Also See for Professional GLL 2-10:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 12
Controleer daarom de nivelleernauwkeurigheid, telkens
voordat u begint te werken.
Controleer altijd eerst de hoogte- en nivelleernauwkeurig-
heid van de horizontale laserlijn en daarna de nivelleernauw-
keurigheid van de verticale laserlijn.
Als het meetgereedschap bij een van de controles de maxi-
male afwijking overschrijdt, dient u het door een Bosch-klan-
tenservice te laten repareren.
Hoogtenauwkeurigheid van de horizontale lijn
controleren
Voor de controle heeft u een vrij meettraject van 5 m op een
vaste ondergrond tussen twee muren A en B nodig.
– Monteer het meetgereedschap dicht bij muur A op de
houder of een statief of plaats het op een stabiele en vlak-
ke ondergrond. Schakel het meetgereedschap in de mo-
dus met automatische nivellering in en kies kruislijnmo-
dus.
A
5 m
– Richt de laser op de nabijgelegen muur A en laat het meet-
gereedschap waterpassen. Markeer het midden van het
punt waar de laserlijnen zich op de wand kruisen (punt Ⅰ).
A
180°
– Draai het meetgereedschap 180°, laat het zich nivelleren
en markeer het kruispunt van de laserlijnen op de tegen-
overliggende wand B (punt Ⅱ).
– Plaats het meetgereedschap– zonder het te draaien –
dicht bij wand B, inschakelen en laat het zich nivelleren.
Bosch Power Tools
A
– Het meetgereedschap zodanig in de hoogte uitlijnen (met
het statief of eventueel door onderlegmateriaal), dat het
kruispunt van de laserlijnen exact het eerder gemarkeer-
de punt Ⅱ op wand B raakt.
A
B
d
– Draai het meetgereedschap 180°, zonder de hoogte te
wijzigen. Het zodanig op de wand A richten, dat de verti-
cale laserlijn door het eerder gemarkeerde punt Ⅰ loopt.
Laat het meetapparaat zich nivelleren en markeer het
kruispunt van de laserlijnen op de wand A (punt Ⅲ).
– Het verschil d van de beide gemarkeerde punten Ⅰ en Ⅲ
op de wand A geeft de werkelijke hoogteafwijking van het
meetgereedschap.
B
Op het meettraject van 2 × 5 m = 10 m bedraagt de maxi-
maal toegestane afwijking:
10 m × ±0,3 mm/m = ±3 mm. Het verschil d tussen de pun-
ten Ⅰ en Ⅲ mag dus maximaal 3 mm bedragen.
Nivelleernauwkeurigheid van de horizontale lijn
controleren
Voor de controle heeft u een vrij vlak van ca. 5 × 5 m nodig.
– Monteer het meetgereedschap in het midden tussen de
muren A en B op de houder of een statief of zet het op een
stevige, vlakke ondergrond. Schakel het meetgereed-
schap in de modus met automatische nivellering in en
kies horizontale modus. Laat het meetgereedschap nivel-
leren.
Nederlands | 49
B
B
180°
1 609 92A 4HJ | (20.03.2020)

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents