Bertos 600 Light Power Series Instruction Manual page 163

Pressure-mold top
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 95
op het apparaat kan vast zijn, of ontkoppelbaar door een
goedgekeurd koppelstuk te gebruiken. Als er flexibele
geleiders worden gebruikt, moeten ze van roestvrij staal
zijn en aan de voorschriften voldoen.
Controleer de gasdichtheid na de aansluiting met behulp
van een speciale opsporingsspray voor gaslekken.
Verbrandingsgasafvoer
De apparaten moeten in ruimtes worden geplaatst, die
geschikt zijn voor de afvoer van de verbrandingsgassen,
zoals door de installatievoorschriften wordt voorgeschre-
ven. De apparaten worden beschouwd (zie tabel techni-
sche gegevens) als gasapparaten van het type "A1":
Deze hoeven niet te worden aangesloten op een afvoerka-
naal voor verbrandingsgassen.
Deze apparaten moeten de verbrandingsgassen via speci-
ale afzuigkappen en dergelijke afvoeren, die moeten zijn
aangesloten op een rookkanaal met een gegarandeerde
efficiëntie, of die rechtstreeks naar buiten afvoeren.
Bij gebrek hieraan mag een luchtafzuiger worden gebruikt
die rechtstreeks naar buiten afvoert, maar de capaciteit
mag niet minder zijn dan vereist, zie tabel technische
gegevens, vermeerderd met de noodzakelijke luchtver-
versing die nodig is voor het welzijn van de operators.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Voer de aansluiting van de apparatuur met het
voedingsnet uit zoals aangeduid (zie Fig. 1):
1) Installeer,
indien
scheidingsschakelaar (A) dichtbij het apparaat met een
thermische schakelaar en een aardlekschakelaar.
2) Open indien aanwezig de klepjes (B) en draai de
schroeven los (C) om het bedieningspaneel te
demonteren (D).
3) Verbind de scheidingsschakelaar (A) aan het klembord
(H) zoals aangegeven op de tekening en in de elektrische
schema's op de eerste pagina's van de handleiding. De
gekozen aansluitingskabel dient kenmerken te hebben
die niet inferieur zijn aan het type H07RN-F met een
gebruikstemperatuur van tenminste 80 °C en een aan
het apparaat adequate kabelsectie te bezitten (zie tabel
technische gegevens).
4) Leid de kabel door de draadgeleider en trek
de kabelstop aan, verbind de leidingen met de
corrisponderende posities in het klembord en bevestig
ze. De geel-groen geaarde kabel moet langer zijn dan
de andere zodat in geval van breuk van de kabelstop
deze loslaat na de spanningskabels.
5) Als de voedingskabel is beschadigd, dient hij
vervangen te worden door een speciale kabel van het
type H05RNF of H07RNF door de fabrikant of door de
technische dienst of in ieder geval door een bevoegd
persoon, dit om ieder risico te vermijden.
Equipotentiaalverbinding
Het apparaat moet op een equipotentiaalsysteem zijn
aangesloten. De voorziene klem is aangeduid door een
label met het volgende symbool:
niet
aanwezig,
een
MODELLEN MET WATERCIRCULATIE
IN HET RESERVOIR
Bij de modellen met watercirculatie in het reservoir is het
noodzakelijk om een verbinding met het afvoerstelsel tot
stand te brengen.
GEBRUIK
Voorafgaande handelingen aan het gebruik
Het is voor het gebruik raadzaam het beschermende
plakfolie te verwijderen. Maak het werkoppervlak en de
buitenkant vervolgens grondig schoon met een lauw
sopje en een vochtig doekje. Droog alles hierna met een
droge doek af.
Inbedrijfstelling
Voor de eerste inbedrijfstelling is het raadzaam te con-
troleren of de kenmerken van het apparaat (categorie en
gebruikte gassoort) overeenkomen met de gasfamilie en
de gasgroep die ter plaatse ter beschikking staan.
Ga anders op de vereiste gasfamilie over, of pas u aan
de gevraagde gasgroep aan (zie paragraaf "Werking met
andere gassoorten").
Het vermogen controleren
Gebruik de spuitmonden voor het nominale vermogen
die op de apparaten zijn aangebracht.
Er kunnen twee soorten vermogens zijn:
- nominaal, wat op het plaatje van het apparaat staat
- verlaagd.
In tabel branders wordt naar deze spuitmonden verwezen.
De gastoevoerdruk moet tussen de velden liggen, aange-
duid in de tabel van de branders.
Buiten genoemde drukmarges doen de apparaten het niet.
Als u het vermogen verder wenst te controleren, kan
dit met behulp van een meter, volgens de zogenaamde
"volumetrische methode".
Over het algemeen is een controle van de goede werking
van de spuitmonden echter al voldoende.
Controle van de inlaatdruk (Fig. 2)
De inlaatdruk dient te worden gemeten met een mano-
meter (min. resolutie 0,1 mbar).
Verwijder (F) van het meetpunt en sluit de manometer
aan: na de meting draait u schroef (F) weer hermetisch
aan.
BELANGRIJK: De druk moet worden gecontroleerd met
alle gasuitrustingen aangesloten en werkend.
Controle van het vermogen volgens de volumetrische
methode
Met behulp van een gasmeter en een chronometer kan
het gasverbruik in de tijdseenheid worden gemeten.
Deze waarde wordt vervolgens vergeleken met de op de
volgende wijze berekende waarde E
| 163
NL

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Related Products for Bertos 600 Light Power Series

Table of Contents