Kraantransport; Bedrijfsvoorbereiding; Gasfles Aansluiten; Netaansluiting - Metabo MIG MAG 165 SP Operating Instruction

A
Gevaar!
•
Sluit vóór een transport het fles-
ventiel.
•
Let op het hoge gewicht van het
lastoestel. Vooral op sterk afhel-
lend terrein kan het buiten con-
trole geraken!
Loop het geplande traject af,
alvorens u zich met het lastoestel
op de weg maakt.
Neem evt. een tweede persoon
als hulp!
•
Beveilig het toestel ter plekke van
de inzet tegen wegrollen.
4.1

Kraantransport

U kunt het lastoestel met een kraan
transporteren.
A
Gevaar!
•
Vóór een transport met een hijs-
kraan moet u de gasfles van het
lastoestel verwijderen.
Een kraantransport met gasfles is
verboden!
•
Een kraantransport aan de hand-
greep is niet toegestaan.
•
Leg de transportgordels in overeen-
stemming met de afbeelding aan.

5. Bedrijfsvoorbereiding

1. Massakabel aan de aansluiting voor
de lasmassa aansluiten.
2. Lasbrander aan centrale aansluiting
aansluiten.
5.1

Gasfles aansluiten

A
Oppassen!
Toegelaten voor 10l- en 20l-flessen!
Niet correct gezekerde flessen kun-
nen een omkantelen van het toestel
veroorzaken. Om daardoor optre-
dende beschadigingen aan het toe-
stel resp. aan de gasfles te vermijden,
mogen slechts 10l- en 20l-flessen
worden toegepast.
1. Gasfles opzetten en met ketting (38)
tegen omvallen zekeren.
38
2. Drukverlager aan de gasfles aan-
sluiten.
3. Gasslang aan de drukverlager aan-
sluiten.
3
Opmerking:
het toestel is met een magneet-
ventiel uitgerust. Gas komt slechts gedu-
rende het lasproces vrij .
5.2

Netaansluiting

A
Gevaar! Elektrische spanning
Exploiteer het toestel slechts aan een
stroombron die aan de volgende
NEDERLANDS
eisen beantwoordt (zie ook "Techni-
sche gegevens"):
− stopcontacten volgens de voor-
schriften geïnstalleerd, geaard en
gekeurd.
− Stopcontacten
bij
draaistroom met neutrale gelei-
der. De neutrale geleider is nood-
zakelijk voor het bedrijf van het
toestelstopcontact.
− Netspanning en -frequentie moe-
ten met de op het typeplaatje van
de machine vermelde gegevens
overeenstemmen.
− Afzekering
tegen
door een FI-schakelaar met een
storingstroom van 30 mA.
− Afzekering
tegen
door een netafzekering (veilig-
heidsvoorziening tegen kortslui-
ting) met maximaal 16 A (traag).
− Systeemimpedantie Z
overgavepunt (huisaansluiting)
maximaal 0,35 ohm.
3
Opmerking:
richt u zich aan uw energiever-
zorgingsbedrijf of uw elektro-installateur,
indien u vragen heeft, of uw huisaanslui-
ting aan deze voorwaarden voldoet.
Verleg het netkabel zo, dat het bij de
werkzaamheden niet stoort en niet
kan worden beschadigd.
Bescherm de netkabel tegen hitte,
aggressieve vloeistoffen en scherpe
kanten.
Gebruik als verlengkabel slechts rub-
berkabels met voldoende doorsnede
(op aansluitgegevens letten).
Trek de netstekker niet aan de netka-
bel uit het stopcontact.
5.3

Lasdraadrol inleggen

1. Zijdelingse toestelafdekking aan de
beide kunststofsluitingen openen.
2. Vastzetter van de spoeldoorn los-
draaien en lasdraadrol
spoeldoorn plaatsen.
De boring van de draadrol moet bij
het opzetten op de meenemer grij-
pen (39).
3
Opmerking:
gebruik bij het inzetten van
draadmandspoelen een geschikte adap-
ter.
Bij gebruik van 5 kg-lasdraadrollen moet
een adapterring voor 5 kg-draadrol (zie
"Leverbare toebehoren") worden toege-
past. De ontbrekende afstand tot de las-
draadrol wordt hiermee gecompenseerd
.
driefase-
stroomslag
kortsluiting
aan het
max
op de
31