Pentair Pool Products NOCCHI MAX Series Use And Maintenance Manual page 36

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 8
NL
Controleer dat de pomp en de electrische aansluitingen op plaatsen zijn geïnstalleerd waar overstromingen ze niet
kunnen bereiken.
Vóór het gebruik de pomp altijd aan een controle met het oog (vooral de kabels van netvoeding en de steker) onderwerpen.
Indien de pomp is beschadigd mag deze niet worden gebruikt.
In geval van beschadigingen mag men de pomp uitsluitend laten controleren door een gespecialiseerde servicedienst.
Niet de pomp transporteren aan de kabel en niet aan de kabel trekken om de steker uit de contactdoos te halen. Bescherm
de steker en de voedingkabels tegen warmte, olie en scherpe hoeken.
GEVAAR
Risico voor
electrische schokken
In bedrijf stellen (fig. 1)
Voordat men de electrische pomp opstart, vult men de aanzuigslang (2) en het pomplichaam (8) door de vuldop (9) met
water. Controleer dat er geen lekken zijn, sluit dan weer de dop. Open de kranen in de uitgaande leiding (bijvoorbeeld
de waterkraan) zodanig dat de lucht naar buiten kan komen bij het aanzuigen.
Steek de steker van de pomp in een contactdoos met wisselspanning van 230 V en zet de schakelaar aan.
De elektropompen NOCCHI JET, NEWJET, JETINOX, AUTOJET, MAX, MULTINOX-A, AUTOMAX zijn zelfvullend, het
is derhalve mogelijk op te starten zonder de aanzuigslang met water te moeten vullen, wél is het noodzakelijk het
pomplichaam te vullen. De pomp heeft enkele minuten nodig voor het opzuigen van de waterkolom. Eventueel kan het
ook noodzakelijk zijn het pomplichaam meerder keren met water te vullen. Dit is afhankelijk van de lengte en de
diameter van de aanzuigslang. Indien men de electrische pomp voor lange perioden ongebruikt laat moet men alle
boven beschreven handelingen herhalen voordat men hem opstart.
Hfds. 6 Werking van de electronische drukregelaar FLUSSCONTROL (Fig.1 n. 12)
AUTOMAX 80/48, AUTOMAX 160/120, AUTOJET 60/50, AUTOJET 70/50
Op de voorkant van het apparaat bevindt zich een groen controlelampje Power on dat aangeeft dat het apparaat onder
spanning staat, en een geel controlelampje Pump on dat aangeeft dat de pomp in werking is. Bij aansluiting op het
elektriciteitsnet gaan het groene en het gele lampje branden, wat aangeeft dat de pomp gestart is (afb. 5/A). De pomp
blijft enkele seconden werken, zodat de installatie onder druk kan worden gezet.Houdt bij een te korte tijdsduur de rode
knop Restart (herstel) ingedrukt en wacht bij geopende kraan tot het water eruit stroomt. Als het kraantje dichtgedraaid
wordt, stopt het apparaat de pomp en zet hem in de wachtstand. Het groene controlelampje brandt en de pomp is gereed
om geheel zelfstandig alle volgende opdrachten uit te voeren (afb. 5/B). Als een kraantje wordt geopend, start het
apparaat de pomp, die blijft werken zolang het kraantje open blijft (afb. 5/A). Als het kraantje wordt gesloten, herstelt
het apparaat de maximale druk in het systeem, stopt de pomp en keert terug in de wachtstand (afb. 5/B). Wanneer er
bij aanzuiging geen water meer is, stopt het apparaat de pomp (afb. 5/C) om hem tegen drooglopen te beschermen.
Wanneer de oorzaken van de blokkering zijn weggenomen, is het voldoende om op de rode knop Restart (herstel) te
drukken om de normale werking te herstellen. Bij een tijdelijke stroomuitval herstelt het apparaat zich bij terugkeer van
de stroom automatisch.
A
GEVAAR
Risico voor
electrische schokken
34
Het voedingssnoer mag uitsluitend door gekwalificeerd
personeel worden vervangen.
B
De electronische drukregelaar FLUSSCONTROL (inclusief de
veiligheidskabels) mag uitsluitend door gekwalificeerd personeel
worden geopend of vervangen.
4
NL
C
Fig. 5
Fig2

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents