Download Print this page

Veiligheidsmaatregelen; Installatie - Jøtul F 8 TD Installation And Operating Instructions Manual

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 8

3.0 Veiligheidsmaatregelen

3.1 Maatregelen voor brandpreventie
Elk gebruik van de haard kan een bepaald risico met zich brengen.
Neem daarom de volgende instructies nauwkeurig in acht:
Zorg ervoor dat meubels of andere brandbare materialen niet
te dicht bij de haard staan.
Laat het vuur vanzelf uitgaan. Blus het vuur nooit met
water.
De haard wordt tijdens gebruik warm en kan bij aanraking
brandwonden veroorzaken.
De as moet naar buiten worden afgevoerd of worden
weggegooid op een plek waar geen brandgevaar bestaat.
3.2 Luchttoevoer
Waarschuwing! Zorg voor voldoende luchttoevoer van buiten
naar de ruimte waar de haard wordt geplaatst.
Bij onvoldoende luchttoevoer kan er rookgas in de kamer
terechtkomen. Dit is zeer gevaarlijk! Als u rook ruikt of als u zich
slaperig, misselijk of ziek voelt, kan dit er op duiden dat er rookgas
in de kamer is terechtgekomen.
Zorg dat de luchtroosters in de ruimte waar de haard zich bevindt
niet zijn geblokkeerd!
Gebruik geen mechanische ventilatoren in een ruimte met een
haard. Deze kunnen negatieve druk veroorzaken waardoor
giftige gassen in de ruimte kunnen komen.

4.0 Installatie

N.B. Controleer vóór het installeren of de haard geen
transportschade heeft opgelopen.
Het product is zwaar! Zorg voor hulp bij het neerzetten en
installeren van de haard.
4.1 Montage vóór plaatsing
1. De haard word als een kompleet pakket geleverd. De
poten, asvang en de knop van de bedieningsgreep moeten
gemonteerd worden.
1. Na het uitpakken de deur aan de scharnieren hangen, en losse
onderdelen eruithalen. Meegeleverd worden een aslade en
in plastic verpakte schroeven.
2. Til de bovenplaat op. Zo kunt u de haard gemakkelijker
verplaatsen en de kachelpijp beter plaatsen.
4. Het verpakkingskarton op de vloer uitspreiden en de haard
behoedzaam op de zijkant leggen.
5. De bevestigingsbouten voor de poten aan de onderkant van
de haard schroeven (afb. 3 A), de poten zo bevestigen dat de
schijven tegen de aanleg van de poten geperst worden en
dan de bouten aandraaien.
6. De haard voorzichtig rechtop zetten.
7. De asvang onmiddelijk aan de voorkant onder de deur
ophangen en vastschroeven met de bijgevoegde M6x16 mm
bouten (afb. 3 B).
8. De knop aan de bedieningsgreep vastschroeven.
De kachelpijp bevestigen
De haard wordt vanuit de fabriek geleverd voor aansluiting van
de pijp aan de achterzijde.
Zet de kachelpijp (afb. 4) van binnenuit vast met drie
schroeven (afb. 6A).
Bij plaatsing van een kachelpijp aan de bovenzijde van de
haard, maakt u het dwarsstuk los (afb. 5A) en verwijdert u
de bovenplaat. Zet de kachelpijp aan de achterzijde vast en
plaats de bovenplaat terug.
4.2 Vloer
Vloer
Controleer of de vloer sterk genoeg is voor de haard. Zie «2.0
Technische gegevens» voor informatie over de gewichten..
Bescherming van houten vloer
Jøtul F 8 TD beschikt over een hitteschild aan de onderkant van de
haard. Dit hitteschild beschermt de vloer tegen warmtestraling.
De haard kan daarom rechtstreeks op een houten vloer worden
geplaatst, waarbij de vloer moet worden afgedekt met een plaat
van staal of van een ander onbrandbaar materiaal. De aanbevolen
dikte is minstens 0,9 mm
Jøtul raadt aan dat alle vloeren van brandbaar materiaal, zoals
linoleum, tapijt, enz. onder de vloerplaat verwijderd moet
worden.
Brandbare vloeren voor de haard moeten
voldoen aan het volgende:
De voorplaat moet in overeenstemming zijn met de nationale
wetten en voorschriften.
Neem contact op met de afdeling Bouwtoezicht van uw gemeente
voor informatie over beperkingen en installatie-eisen.
4.3 Muren
Afstand tot muren van brandbaar materiaal
- zie afb. 1.
U kunt de haard met een niet-geïsoleerde kachelpijp gebruiken
als de afstanden tot de muren van brandbare materialen in
overeenstemming zijn met afb. 1.
Afstand tot muren beschermd door een
brandmuur
Neem contact op met de afdeling Bouwtoezicht van uw gemeente
voor informatie over beperkingen en installatie-eisen.
De brandmuur moet voldoen aan:
De brandmuur moet ten minste 100 mm dik zijn en van baksteen,
betonsteen of licht beton zijn gemaakt. U kunt ook andere
goedgekeurde materialen en constructies gebruiken, zoals Jøtul
Firepanel.
Afstand tot onbrandbare muren - zie afb. 1.
Een onbrandbare muur wordt hier vermeld als een nietdragende
muur van cement/baksteen.
Neem contact op met de afdeling Bouwtoezicht van uw gemeente
voor informatie over beperkingen en installatie-eisen.
NEDERLANDS
39

Hide quick links:

Advertisement

loading