jablotron nanny Manual page 42

Hide thumbs Also See for nanny:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 14
3. ZORG VOOR DE ADEMHALING
Stel vast door te luisteren en te kijken, of het kind ademt (afb. 5).
Als u  vaststelt, dat het kind niet ademt, begin onmiddellijk met de
kunstmatige ademhaling, zorg tegelijkertijd, dat de spoedeisende me-
dische hulp opgeroepen wordt via het alarmnummer 112.
Houd met één hand, die u  op het voorhoofd van het kind legt, zijn
hoofd licht naar achteren gebogen, hef even met uw andere hand zijn
kin omhoog en omsluit met uw mond de lippen en neus van het kind.
En blaas 1-1,5 seconden rustig adem in de mond van het kind. (afb. 6).
Geef in totaal 5 beademingen zoals hierboven beschreven.
Of u beademing effectief is, herkent u aan de beweging van de bor-
stkas- bij de inademing moet zich de borstkas merkbaar naar boven
bewegen, bij de uitademing naar beneden.
Let op het volume van de ingeademde lucht, dit mag noch te klein (de
borstkas beweegt niet) noch te groot (adem de inhoud van uw mond
in) zijn - dit zou een verwonding van de longen van het kind tot gevolg
hebben en de gezondheidstoestand van het kind zou nog slechter
kunnen worden. De borstkas moet ongeveer zodanig bewegen alsof
het kind zelf spontaan zou inademen.
Doe de kunstmatige inademingen bij een pasgeborene met een fre-
quentie van 30 inademingen per minuut (1 inademing per 2 secon-
den), bij een kind 20 inademingen per minuut (1 inademing per 3se-
conden).
4. ZORG VOOR DE BLOEDSOMLOOP
Als u geen tekenen van bloedsomloop vaststelt (beweging, hoesten en
ademhaling), begin onmiddellijk met hartmassage.
Het kind moet altijd op zijn rug liggen op een harde ondergrond.
Plaats het einde van uw wijsvinger en middenvinger op het onderste
derde van het borstbeen – ongeveer 1,5 cm onder de verbindingslijn
van de tepels (afb. 7). U kunt ook de borstkas met uw handen om-
spannen en het borstbeen met gekruiste duimen of 2 vingers indruk-
ken (afb. 8).
Druk de borstkas 2-3cm in.
De frequentie van de compressies bij pasgeborene is 120/min, bij kind
100/min.
De resuscitatie word bij een pasgeborene uitgevoerd in de verhouding
1 inademing: 3 compressies van de borstkas, bij een kind in de verhou-
ding 2 inademingen: 30 compressies van de borstkas, indien er alleen
één hulpverlener is, in de verhouding 2 inademingen: 15 compressies
van de borstkas, indien er 2 hulpverleners zijn- voeg tussen de indi-
viduele depressies een korte onderbreking in om de inademing uit te
voeren.
Controleer na elke 3–5 cycli, of de ademhaling en de bloedsomloop
hersteld zijn.
NL
Afb. 5
Afb. 6
Afb. 7
Afb. 8
41
MFV52110

Advertisement

Table of Contents
loading

Related Products for jablotron nanny

This manual is also suitable for:

Bm-02

Table of Contents