Hitachi CG 25EUS Handling Instructions Manual page 54

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Nederlands
OPMERKING
○ Als u een mesbladhouderkap (16) monteert, let er dan op dat de
holle kant naar boven is gericht.
○ Steek de inbussleutel (15) in het gat van de hoekoverbrenging
om de mesbladhouder te bevestigen (17). Houd er rekening
mee dat de bevestigingsschroef of -moer van het mesblad
(18) linkshandige schroefdraad heeft (met de wijzers van de
klok mee om los te draaien / tegen de wijzers van de klok in om
vast te draaien). Draai de bevestigingsschroef of -moer met de
inbussleutel vast.
LET OP
○ Controleer of het mesblad correct gemonteerd is voordat u aan
het werk gaat.
○ Als uw machine is voorzien van een beschermkap onder het
mesblad, controleer deze dan op slijtage en scheuren voordat
u aan het werk gaat. Als er slijtage of beschadiging wordt
vastgesteld, moet de beschermkap worden vervangen omdat
dit een slijtage-onderdeel is.
○ Draag handschoenen bij het omgaan met het mesblad.
WAARSCHUWING
Voor Hitachi koppen of een Hitachi gelegeerde kop mogen
uitsluitend fl exibele, niet-metalen koorden worden gebruikt die
door de fabrikant worden aanbevolen. Gebruik nooit snoeren
of draden. Deze kunnen breken en zo een gevaarlijk projectiel
worden.
BEDIENING
Motorolie
○ Gebruik altijd de voorgeschreven motorolie (multigrade
olie met de classifi catie SAE 10W-30). Bij gebruik met
onvoldoende motorolie of bij gebruik van een andere olie dan
de voorgeschreven olie, kan het gereedschap defect raken.
Motorolie bijvullen
○ Plaats het gereedschap horizontaal op een schone, vlakke
ondergrond.
○ Verwijder de oliedop en controleer of de motorolie tot aan het
mondstuk van de olietankopening staat. (Afb. 16)
○ Als het oliepeil te laag is of wanneer u het gereedschap de
eerste maal gebruikt, vult u de tank met motorolie tot aan
mondstuk van de olietankopening.
○ Ververs de motorolie als deze vervuild of verkleurd is.
○ Draai na het tanken de oliedop weer stevig op de tank.
○ Wanneer u het gereedschap de eerste maal gebruikt, ververst
u de motorolie nadat de motor ongeveer 10 uur heeft gedraaid.
Daarna ververst u de olie na elke 50 gebruiksuren.
LET OP
○ Om brandwonden te voorkomen, laat u de motor volledig
afkoelen voordat u de motorolie ververst.
○ Om een defect te voorkomen, moet u voorzichtig zijn dat er
geen zand of vuil in de tank terechtkomt tijdens het tanken.
Brandstof
WAARSCHUWING
○ Zorg voor een goede ventilatie wanneer u tankt of omgaat met
brandstof.
○ Brandstoff en zijn uiterst licht ontvlambaar en u kunt ernstig
persoonlijk letsel oplopen door de dampen in te ademen of
brandstof op lichaamsdelen te morsen. Wees altijd voorzichtig
en blijf goed opletten bij de omgang met brandstof. Zorg altijd
voor een goede ventilatie wanneer u brandstof binnen een
gebouw gebruikt.
○ Gebruik altijd 89 octaan loodvrije merkbenzine.
○ Gebruik niet een mengsel van benzine en motorolie want dit
kan resulteren in een defect van de startmotor of een lager
motorvermogen.
54
Tanken
WAARSCHUWING
○ Schakel altijd eerst de motor uit voor u gaat tanken.
○ Maak de tank voorzichtig open om eventueel onder druk
staande gassen te laten ontsnappen.
○ Draai na het tanken de dop weer goed op de tank.
○ Ga met de zeis minstens 3 meter van de plek waar u getankt
heeft vandaan voor u de motor probeert te starten.
○ Was eventueel op uw kleding gemorste brandstof er
onmiddellijk uit met zeep of een wasmiddel.
○ Controleer of er nergens brandstof lekt na het tanken.
Maak voor u gaat tanken de tankdop en omstreken netjes schoon
zodat er geen vuil in de tank kan vallen.
Starten
LET OP
Voordat u de motor start, moet u controleren of het
snoeigedeelte niets aanraakt.
1.
Zet de contactschakelaar (19) in de stand AAN. (Afb. 17)
* Druk enkele malen op de injectiepomp (20) zodat de
brandstof door de pomp of de terugloopleiding stroomt. (Afb.
18)
2. Zet de chokehendel (21) in de stand START (gesloten) (A).
(Afb. 19)
3. Trek stevig aan de trekstarter en let erop dat u de handgreep
goed vast blijft houden en de trekstarter niet laat terugschieten.
4. Als u hoort dat de motor gaat aanslaan, zet u de chokehendel
terug in de stand START (open) (B). Trek vervolgens nog eens
kort aan de trekstarter.
OPMERKING
Herhaal de stappen 2 t/m 4 als de motor niet start.
5. Laat de motor 2–3 minuten opwarmen nadat deze gestart is
voor u met de werkzaamheden begint.
6. Controleer of het snijgereedschap niet draait wanneer de motor
stationair loopt.
Maaien (Fig. 20, 21, 22)
○ Wanneer u gras maait, laat de motor dan met een toerental van
meer dan 6500 toeren draaien. Als de motor langdurig met een
lager toerental draait, kan de koppeling vroegtijdig slijten.
○ Maai het gras van rechts naar links.
○ Als het draaiende mes tegen een hard voorwerp botst, kan het
plotseling wegspringen.
Hierdoor kan een gevaarlijke situatie ontstaan waardoor de
machine en ook de bediener weggeslingerd kunnen worden.
Deze reactie heet "messlingering". De bediener kan de controle
over de machine verliezen met ernstig of zelfs fataal letsel tot
gevolg. Messlingering komt meestal voor op plaatsen waar het
te snijden materiaal moeilijk te zien is.
○ Draag de gordel zoals afgebeeld (indien aanwezig). Het
mesblad draait tegen de klok in, dus voor een goed resultaat
adviseren wij u om de machine van rechts naar links te
bewegen. Houd omstanders op een afstand van minstens 15
meter.
○ Gebruik uitsluitend in overeenstemming met de plaatselijk
geldende wetten en regels.
OPMERKING
In geval van nood drukt u op de noodknop of trekt u aan de
noodklep (indien aanwezig).
WAARSCHUWING
Als het snijgereedschap tegen stenen of ander afval stoot, moet
u de motor stopzetten en controleren of het snijgereedschap en
de bijbehorende onderdelen niet beschadigd zijn. Als er gras of
twijgjes in het snijgereedschap vastzitten, zet u de motor stop
en verwijdert dan het gras of de twijgjes.

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Cg 25eus (l)

Table of Contents