KIDDY PHOENIXFIX3 Directions For Use Manual page 44

NL
Verzeker u ervan dat er geen onderdelen van het kinder
!
stoeltje (A) ingeklemd zitten in een autoportier of een verstel-
bare stoel.
!
Let er vooral bij busjes en campers of dat het kinderstoeltje
(A) altijd ingebouwd is op een plek die in noodgevallen goed
toegankelijk is voor een redding door derden.
!
Gebruik het kinderveiligheidssysteem (A) uitsluitend voor de
opgegeven gewichtscategorie I tot max. 18 kg.
De gordel mag nooit losjes aansluiten aan het vanglichaam (L).
!
Bij een ongeluk zijn de belastingen vele malen hoger dan bij
een strak aansluitende gordel. Let op de correcte positie van
het slot van de autogordel.
Laat uw kind nooit zonder toezicht achter in het auto stoeltje (A).
!
Leg geen zware voorwerpen op de hoedenplank. Bij een onge-
!
val kunnen dit gevaarlijke projectielen worden.
Als u het kinderveiligheidssysteem (A) zonder kind in de auto
!
vervoert, beveilig dit dan altijd volgens de voorgeschreven
wijze met de 3-punten-gorden van het voertuig (punt 7) of met
de k-fix connectoren (D) aan de ISOFIX-verankeringspunten
van het voertuig (punt 6). In dit geval moet het vanglichaam in
de voetruimte of koffer gelegd te worden.
Bescherm het autostoeltje (A) tegen direct zonlicht om te
!
vermijden dat het onaangenaam heet wordt.
Het is niet toegestaan om op welke manier dan ook iets aan het
!
kinderstoeltje (A) te veranderen. De beschermende werking
kan daardoor teniet gedaan worden of verminderen. Neem in
38