Download Print this page

Britax MULTI-TECH II User Instructions page 104

Hide thumbs Also See for MULTI-TECH II:

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 18
2. Inbouw van het kinderzitje (rugwaarts gericht) op een autostoel
achteraan
2a
2b
2d
2e
BELANGRIJK
– Het kinderzitje MOET altijd met een heupgordel en een
diagonale gordel worden gebruikt (goedgekeurd conform de UN-/ECE-richtlijn nr.
16 of overeenstemmende normen).
BELANGRIJK
– Gebruik geen andere draagpunten dan deze beschreven in de
gebruiksaanwijzing en gespecificeerd in de beveiligingsinstallatie voor kinderen.
Monteer
IN GEEN GEVAL
airbag uitgeruste autozitplaats.
Plaats het kinderzitje met de steunpoot in de kortste stand in rugwaartse richting
zodanig op de autostoel, dat de schommelvoet tegen de rugzijde van autostoel
ligt. Na het installeren mag de ruimte tussen het kinderzitje en de autostoel niet
groter zijn dan 10 mm
(Afb.
2c
Open de beide sluitingen. Trek voldoende heupgordel- en diagonale
gordel-lengte uit
(ca.
600-900mm). Leid de gordel door de geleiding van de
gordelsluiting aan de tegengestelde zijde van het slot en in de gordeltunnel
(Afb.
2b). Er zijn twee toegangsgleuven in de bekleding van het zitje, om het
invoeren van de gordel door de gordeltunnel en onder de bekleding van het
zitje te vergemakkelijken
Leid de gordel van het zitje door de gordeltunnel, maak deze vast op de
andere zijde en steek de gordeltong in het slot
Trek de losse gordel van het zitje door het kinderzitje, om er voor te zorgen dat
deze gordel niet verdraaid is. Als de gordel strak zit, sluit u de sluiting op de
zijde van de gordelsluiting en let u er op, dat de heupgordel en de diagonale
gordel daardoor geborgd zijn
Sluit het gordelslot op de andere zijde en let er op, dat enkel de heupgordel
daardoor geborgd is
(Afb.
Let er op, dat de beide gordelsloten vergrendeld zijn.
Als het gordelslot nu in de positie ligt, die met een
is en als het zitje niet correct bevestigd kan worden
op een andere stoel in de auto.
een kinderzitje in rugwaartse richting op een met een
2a).
Het kinderzitje kan de er voor staande
autostoel raken, maar mag er niet
tegen drukken. Als het kinderzitje tegen
de er voor staande autostoel komt,
dient u deze zo in te stellen, dat de
bestuurder of de passagier niet in een
ongerieflijke positie terechtkomt. Als dit
niet lukt, probeert u een andere positie
van het kinderzitje in de auto.
(Inlassing in Afb.
2b).
(Afb.
(Inlassing in Afb.
2d).
2d).
2c).
als verkeerd gemarkeerd
(Afb.
2e), probeer het dan

Advertisement

loading