Duracraft DD-1010ME Instruction Manual page 18

OM_DD-1010ME.qxd 06.07.2005
NEDERLANDS
13 Netkabel met netstekker
14 Kabelhouder
15 Opening voor waterafvoerslang
16 Wateraansluiting
EERSTE INGEBRUIKNAME
1. Lees voor ingebruikname van de luchtontvochtiger alle
instructies door.
2. Pak de luchtontvochtiger uit, verwijder het verpakkings-
materiaal en verwijder het volgens de milieurichtlijnen.
3. Plaats de luchtontvochtiger op een effen, stabiel
oppervlak. Water kan meubels en vloeren beschadigen of
een brand of een elektrische schok veroorzaken. Zorg
ervoor dat de luchtontvochtiger stevig staat, zodat hij niet
kan omvallen of ergens vanaf kan vallen. Neem de veilig-
heidsafstanden in acht zoals genoemd onder "Belangrijke
veiligheidsaanwijzingen", punt 10.
WATER AFVOEREN
Met deze ontvochtiger kunt u water op twee manieren
afvoeren. OPMERKING: Het opgevangen condenswater
niet meer gebruiken.
Watertank 2,7 liter
1. Als de watertank (5) vol is, gaat de LED (4) aan. De ont-
vochtiging wordt automatisch stopgezet.
2. Wacht ca. 30 minuten, voordat u de watertank (5) uit de
watertankhouder verwijdert, zodat het resterende water
kan uitdruppen.
3. Grijp de uitsparingen aan de zijkant van de watertank
vast (5) en trek deze met beide handen voorzichtig uit het
apparaat.
4. Leeg het water alleen via de kant tegenover de vlotter
(7).
5. Schuif nu de watertank (5) met beide handen terug in
de oorspronkelijke positie, totdat deze hoorbaar vastklikt.
De LED (4) gaat uit.
6. Als de LED (4) niet uitgaat, trekt u de watertank (5)
weer uit het apparaat.
7. Controleer of de vlotter (7) op de juiste manier is
geïnstalleerd.
8. De vlotter mag niet worden verwijderd, omdat anders
de automatische onderbreking van de ontvochtiging niet
kan worden gewaarborgd. Overlopend water kan voor-
werpen en vloeren beschadigen of een elektrische schok
veroorzaken.
9. Plaats de watertank (5) opnieuw terug zoals beschreven
onder punt 5.
9:31 Uhr Seite 18
Permanente waterafvoer
Als u de permanente waterafvoer wilt installeren, gaat u als
volgt te werk:
1. Zorg ervoor dat de luchtontvochtiger uitgeschakeld is.
Trek de netstekker uit de contactdoos.
2. Verwijder met een knijptang of soortgelijk gereedschap
voorzichtig de afdekking van de opening (15).
3. Haal de watertank (5) eruit. Schuif de waterslang
(binnendiameter 13 mm) door de opening (15) en geleid
de slang naar binnen. Druk de slang vast op de water-
aansluiting (16) in het apparaat. Controleer of de water-
slang goed op de wateraansluiting (16) is aangesloten en
niet los kan raken. (Afb. 1)
4. Geleid de waterslang direct in een waterafvoer. Zorg
ervoor dat de waterslang over de hele lengte afloopt, niet
geknikt is, niet in de knoop ligt of verstopt is, zodat het
water veilig en ongehinderd kan aflopen. Controleer regel-
matig of de waterslang nog goed vastzit en niet lekt.
5. Schuif nu de watertank (5) met beide handen terug in
de oorspronkelijke positie, totdat deze hoorbaar vastklikt.
De watertank (5) moet op de juiste manier worden
geplaatst, omdat de luchtontvochtiger anders niet werkt.
GEBRUIKSHANDLEIDING
1. Stop de netstekker in de contactdoos. Raak de netka-
bel niet met natte handen aan.
2. Controleer of de luchtinlaat- en -uitlaatopeningen (8+9)
open zijn. De luchtinlaat- en -uitlaatopeningen (8+9) moe-
ten tijdens de ontvochtiging altijd open zijn.
3. Druk op de bedrijfstoets (2) om de luchtontvochtiger in
bedrijf te nemen. De bedrijfs-LED (3) brandt.
4. Voor het transport van de luchtontvochtiger gebruikt u
de transportgreep (11) en de transportrollen (12).
5. Voor een betere ontvochtiging sluit u de ramen en deu-
ren in de ruimte waarin u de luchtontvochtiger gebruikt.
Als u het apparaat bijvoorbeeld in een bijkeuken gebruikt,
moet u ervoor zorgen dat er geen water op of in de luch-
tontvochtiger terecht komt en neem hierbij ook de veilig-
heidsafstanden in acht zoals beschreven onder "Belangrij-
ke veiligheidsaanwijzingen", punt 10.
6. Voordat u de ontvochtiger verplaatst of opbergt, stelt u
de bedrijfstoets (2) in op UIT en trekt u de netstekker uit
de contactdoos.
7. Deze luchtontvochtiger is voorzien van een automati-
sche ontdooifunctie. Deze wordt bij temperaturen van
onder 13°C geactiveerd om de vorming van ijs tegen te
gaan. De luchtontvochtiger werkt cyclisch en schakelt zich-
zelf in en uit.
18
REI
Wij
Volg
hou
niet
Dag
1. V
en t
2. L
afvo
3. S
4. R
zach
5. N
bes
Wek
1. V
en t
2. L
afvo
3. R
mid
war
met
4. V
met
erns
mid
tot e
luch
uit.
in d
5. S
oors