Mitsubishi Electric PUHZ-RP200 Installation Manual page 36

Hide thumbs Also See for PUHZ-RP200:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
1. Veiligheidsvoorschriften
1.3. Voor de installatie van de elektrische bedrading
Voorzichtig:
• I nstalleer stroomonderbrekers. Als er geen stroomonderbrekers worden ge-
installeerd, kunnen elektrische schokken optreden.
• G ebruik voor de voedingsleidingen standaardkabels met voldoende capaci-
teit. Te lichte kabels kunnen kortsluiting, oververhitting of brand veroorzaken.
• O efen bij de installatie van de voedingsleidingen geen trekkracht uit op de
kabels. Als de aansluitingen loszitten, kunnen de kabels loskomen of breken
en oververhitting of brand veroorzaken.
1.4. Voor het proefdraaien
Voorzichtig:
• Z et de netspanningsschakelaar ten minste 12 uur voordat u het apparaat
gaat gebruiken aan. Als u het apparaat direct na het aanzetten van de net-
spanningsschakelaar inschakelt, kunnen de interne onderdelen ernstig
beschadigd raken. Laat de netspanningsschakelaar altijd aanstaan gedu-
rende het seizoen waarin u het apparaat gebruikt.
• C ontroleer voordat u begint met proefdraaien of alle panelen, beveiligingen en
andere beschermende onderdelen goed zijn geïnstalleerd. Draaiende of warme
onderdelen of onderdelen onder hoge spanning kunnen letsel veroorzaken.
1.5. Gebruik van airconditioners met R410A-koelstof
Voorzichtig:
• G ebruik fosforhoudende, zuurstofarme, naadloze C1220-pijpen van koper
of koperlegeringen als koelstofpijpen. Controleer of de binnenkant van de
pijpen schoon is en vrij van schadelijke stoffen zoals zwavelverbindingen,
oxidanten, vuil of stof. Gebruik pijpen van de opgegeven dikte. (Zie p. 38)
• B ewaar de pijpen die voor de installatie zullen worden gebruikt binnenshuis en
laat de verzegeling aan beide uiteinden intact tot vlak voor het solderen. (Laat
kniestukken, etc. in hun verpakking.) Het binnendringen van stof, vuil of vocht in
de koelstofpijpen kan leiden tot achteruitgang van de olie of compressorstoringen.
• G ebruik esterolie, etherolie of alkylbenzeen (in kleine hoeveelheden) als
koelolie om de aansluitingsoppervlakken af te dichten. Vermenging van de
koelolie met mineraalolie kan leiden tot achteruitgang van de koelolie.
• G ebruik uitsluitend R410A-koelstof. Bij gebruik van andere koelstoffen
veroorzaakt de chloor achteruitgang van de koelolie.
• G ebruik een vacuümpomp met een retourstroomregelklep.
A ls de olie van de vacuümpomp terugstroomt in de koelleidingen, kan de
koelolie vervuild raken.
1
Fig. 1-1
2. Plaats
Fig. 2-1
Fig. 2-2
36
• Z org ervoor dat het apparaat goed is geaard. Sluit de aardleiding niet aan op
een gas- of waterleiding, bliksemafleider of aardleiding voor de telefoon. On-
juiste aarding van het apparaat kan elektrische schokken veroorzaken.
• G ebruik stroomonderbrekers (aardlekschakelaar, isolatieschakelaar (+Bze-
kering) en onderbreker met gegoten behuizing) met de opgegeven capaciteit.
Het gebruik van stroomonderbrekers met een te hoge capaciteit kan storin-
gen of brand veroorzaken.
• R aak de schakelaars nooit met natte vingers aan. Hierdoor kan een elektri-
sche schok optreden.
• R aak de koelstofpijpen niet met blote handen aan als het apparaat in werking is.
De koelstofpijpen zijn heet of koud afhankelijk van de toestand van de koelstof.
Bij het aanraken van de pijpen kunt u brandwonden of bevriezingen oplopen.
• W acht nadat het apparaat is uitgeschakeld ten minste vijf minuten voordat
u de netspanningsschakelaar uitzet. Eerder uitzetten kan waterlekkage of
storingen veroorzaken.
• G ebruik gereedschap dat speciaal is ontworpen voor gebruik met R410A-
koelstof. Het volgende gereedschap is vereist. Neem voor vragen contact
op met de dichtstbijzijnde dealer.
Verdeelventiel
Vulslang
Gaslekdetector
Momentsleutel
• G ebruik uitsluitend de juiste gereedschappen. Het binnendringen van stof, vuil of
vocht in de koelstofpijpen kan leiden tot achteruitgang van de koelolie.
• M aak geen gebruik van een vulcilinder. Het gebruik van een vulcilinder
leidt tot veranderingen in de samenstelling van de koelstof, waardoor de
efficiëntie wordt verminderd.
1.6. Accessoires van het buitenapparaat (Fig. 1-1)
De aan de linkerzijde getoonde onderdelen zijn de accessoires van dit apparaat en
zijn aangebracht aan de binnenzijde van het onderhoudspaneel.
1 Verbindingspijp ...... ×1
2.1. Koelpijpen (Fig. 2-1)
► Controleer dat het verschil in hoogte tussen het binnen- en het buitenap-
paraat, de lengte van de koelpijpen en het aantal bochten in de leidingen
binnen de limieten zoals in onderstaande tabel aangegeven vallen.
A Afmeting leiding (mm)
Modellen
Gaszijde
Vloeistofzijde
RP200
ø25,4
ø9,52
RP250
ø25,4
ø12,7
• De begrenzingen voor het hoogteverschil zijn voor alle opstellingen van binnen- en bui-
tenapparaten bindend, onafhankelijk van het feit welk apparaat hoger opgesteld wordt.
E Binnenapparaat
F Buitenapparaat
(mm)
2.2. De installatieplaats voor het buitenapparaat kiezen
• V ermijd plaatsen die worden blootgesteld aan direct zonlicht of andere warmtebronnen.
• K ies een plaats waar niemand last heeft van het geluid van het apparaat.
• K ies een plaats die eenvoudige aansluiting van de elektrische bedrading en pij-
pen naar het binnenapparaat mogelijk maakt.
• V ermijd plaatsen waar brandbare gassen worden geproduceerd of kunnen lek-
ken, stromen of samenstromen.
• H oud er rekening mee dat er tijdens de werking water uit het apparaat kan druppelen.
• K ies een vlakke constructie die bestand is tegen het gewicht en de trillingen van het apparaat.
• V ermijd locaties waar het apparaat door sneeuw kan worden bedekt. In gebieden waar zware
sneeuwval kan worden verwacht, moet u speciale voorzorgsmaatregelen treffen, zoals het
verhogen van de installatielocatie of het aanbrengen van een kap over de luchtinlaat en -uitlaat.
Hiermee wordt voorkomen dat de sneeuw de luchtinlaat kan blokkeren of rechtstreeks tegen de
luchtinlaat kan blazen. Dit kan de luchtstroom namelijk beperken en mogelijk leiden tot storingen.
• V ermijd plaatsen die worden blootgesteld aan olie, stoom of zwavelgas.
• G ebruik de tilhandgrepen van het buitenapparaat om het apparaat te verplaatsen. Als het appa-
raat van onderen wordt beetgepakt, kunnen verwondingen ontstaan aan de handen of vingers.
2.3. Buitenafmetingen (Buitenapparaat) (Fig. 2-2)
Gereedschap (voor R410A)
Optrompgereedschap
Maatafstemmingsmeter
Vacuümpompadapter
Elektronische koelstofdrukmeter
B Pijplengte
C Hoogte-
(1 richting)
verschil
Max. 120 m
Max. 30 m
Max. 120 m
Max. 30 m
D Aantal bochten
bends (1 richting)
Max. 15
Max. 15

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

250yha2

Table of Contents