Afstelling Van De Maaihoogte; Gebruik Van De Machine; Voorafgaande Werkzaamheden - Stiga CP1 530 Li D48 Series Operator's Manual

Pedestrian-controlled walk-behind battery powered lawn mower
Hide thumbs Also See for CP1 530 Li D48 Series:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 94
5.2.3
Aandrijfhendel
BELANGRIJK De start van de motor moet altijd ge-
beuren wanneer de tractie niet is ingeschakeld.
Deze hendel schakelt de aandrijving aan de wielen in en
staat de voortbeweging van de machine toe.
Deze bevindt zich achter de steel.
Tractie ingeschakeld. De vooruitbewe-
ging van de grasmaaier gebeurt wanneer
de hendel tegen de handgreep wordt
geduwd (Afb.7.B). De vooruitbeweging van
de grasmaaier wordt gestopt wanneer de
hendel wordt losgelaten.
BELANGRIJK De machine niet achteruit trekken bij
ingeschakelde aandrijving.
Voor bepaalde modellen kan de voortbewegingssnel-
heid ingesteld worden via de keuzeknop aan de rechter
kant van de steel (afb.8.C).
Men kan 6 verschillende snelheidsniveaus kiezen.
1.
Maximumsnelheid (ongeveer 5 Km/h).
2.
Minimumsnelheid (ongeveer 2,5 Km/h).
OPMERKING Het laatst gekozen snelheidsniveau
blijft ook na de uitschakeling van de machine ingesteld.
5.2.4
Toets "ECO" (indien voorzien)
De functie "ECO" staat toe energie te besparen tijdens
het grasmaaien, en zo de autonomie van de accu te ver-
beteren. Om de functie "Eco" in of uit te schakelen, drukt
men op de toets (afb.8.D).
Deze functie wordt steeds uitgeschakeld wanneer men
de hendels aanwezigheid
bediener loslaat.
OPMERKING_ Men raadt het gebruik van de functie
"ECO" af bij moeilijke maaicondities (maaien met dicht,
hoog, vochtig gras).
5.3

AFSTELLING VAN DE MAAIHOOGTE

Door het chassis omlaag of omhoog te brengen, kan het
gras op verschillende hoogtes gemaaid worden.
Doe dit enkel wanneer het maaimechanisme stil
staat.
De hoogteverstelling van de maaihoogte gebeurt aan de
hand van de daarvoor bestemde hendel (afb.9.A) die de
chassis omhoog of omlaag brengt tot op de gewenste
positie.
6.

GEBRUIK VAN DE MACHINE

BELANGRIJK Voor de instructies betreffende accu's en
de lader wordt verwezen naar de relatieve handleiding.
6.1

VOORAFGAANDE WERKZAAMHEDEN

Controleer dat de contactsleutel niet in zijn houder zit.
Plaats de machine horizontaal en stevig op het terrein.
6.1.1
Controle van de accu
Alvorens de machine voor de eerste keer te gebruiken na
de aankoop, moet men de accu volledig opladen, volgens
de aanwijzingen in de handleiding van de accu.
Controleer, vòòr ieder gebruik, de status van de accu vol-
gens de aanwijzingen in de handleiding van de accu.
6.1.2
Voorbereiding van de machine voor het werk
OPMERKING Met deze machine kan men het gras op
verschillende wijzen maaien.
a.
Voorbereiding voor het maaien en opvangen
van het gras in de opvangzak:
1.
Voor modellen met afvoer aan zijkant: controleer
dat de beveiliging (Afb. 10.A) omlaag is gebracht
en wordt geblokkeerd door de veiligheidshendel
(Afb. 10.B).
2.
De opvangzak inschuiven (Afb.10.C).
b.
Voorbereiding voor het maaien en de aflaat ach-
teraan van het gras op het terrein:
1.
Til de beveiliging van de afvoer achterzijde (Afb.11.A)
op en monteer de blokkeerpen (Afb.11.B).
2.
Voor modellen met mogelijkheid tot zijdelingse afvoer:
controleer dat de beveiliging (Afb. 11.C) omlaag is
gebracht en wordt geblokkeerd door de veiligheids-
hendel (Afb. 11.B).
Om de blokkeerpen te verwijderen: zie Afb.11.A/B.
c.
Voorbereiding voor het maaien en fijnmalen
van het gras (functie "mulching"):
Til de bescherming van de aflaat achteraan (Afb.12.A) op
en plaats de dop van de deflector (Afb.12.B) in de aflaatope-
ning door hem lichtjes geheld naar rechts te houden; beves-
tig ze daarna door de twee pinnen (Afb.12.B.1) in de voor-
ziene openingen te plaatsen, tot een klik wordt gehoord.
Voor modellen met mogelijkheid tot zijdelingse afvoer:
controleer dat de zij-beveiliging (Afb. 12.C) omlaag is
gebracht en wordt geblokkeerd door de veiligheidshendel
(Afb.12.D).
d.
Voorbereiding voor het maaien en de zijdelingse
aflaat van het gras op het terrein:
1.
Til de bescherming van de aflaat achteraan (Afb.13.A)
op en plaats de dop van de deflector (Afb.13.B) in de
aflaatopening door hem lichtjes geheld naar rechts
te houden; bevestig ze daarna door de twee pinnen
(Afb.13.B.1) in de voorziene openingen te plaatsen, tot
een klik wordt gehoord.
2.
Druk zachtjes op de veiligheidshendel (Afb.13.C) en hef
de beveiliging van de zij-afvoer (Afb.13.D).
3.
Plaats de zijdelingse aflaatdeflector (Afb.13.E).
4.
Sluit de beveiliging van de zij-afvoer (Afb.13.D) zo-
danig dat de beveiliging voor de zij-afvoer (Afb.13.E)
wordt vastgezet.
Om de geleidedop voor de zij-afvoer te verwijderen:
5.
Druk zachtjes op de veiligheidshendel (Afb.13.C) en
hef de beveiliging van de zij-afvoer (Afb.13.D).
NL - 6

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents