Abnormale Omstandigheden Van De Installatie-Omgeving; Garantie - Ariston NIMBUS EXTERNAL UNIT 04 Technical Instructions For Installation And Maintenance

Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

GARANTIE

De garantie is alleen geldig indien de installatie van het systeem
door een erkende technicus uitgevoerd is.
In geval van schade als gevolg van de volgende oorzaken ver-
valt de garantie:

Abnormale omstandigheden van de installatie-omgeving:

• Plaatsing van de interne eenheid buitenshuis
• Plaatsing van de interne eenheid op een plaats die bloo-
tgesteld kan zijn aan slechte weersomstandigheden of vorst
• Voeding van het systeem met regenwater uit putten of wa-
ter waarvan de hardheid abnormaal of niet in overeenstem-
ming met de geldende voorschriften is.
• Installatie ter vervanging van systemen en onderdelen die
van oorsprong reeds gebrekkig waren.
Als schade aan het systeem vastgesteld wordt, moet het
systeem na contact met onze technische dienst naar een van
onze Servicecentra gestuurd worden.
Schade veroorzaakt door onjuiste installatie, transport, verpak-
king en plaatsing na het afhalen bij de distributeur, komt ten
laste van de installateur.
Reparatie of vervanging van onderdelen van het systeem
kan in geen geval worden vergoed indien de reparatie of
vervanging plaatsgevonden heeft in een van de volgende
gevallen:
• Verschillende soorten schade veroorzaakt door schokken of
elektrische storingen tijdens het hanteren van het product
na het verlaten van de fabriek
• Schade veroorzaakt door lekken van water uit de externe
eenheid die voorkomen kan worden door een onmiddellijke
reparatie van het product.
• Schade veroorzaakt door toepassing van overspanning op
het systeem
De garantie geldt zowel voor de interne- als de externe
eenheid alleen als zowel de hydraulische en elektronische
onderdelen intact zijn.
De garantie geldt niet in gevallen waarin de installatie niet
in overeenstemming is met geldende regelgeving en voors-
chriften, of regels van vakkundigheid, meer in het bijzonder
in het geval van:
• Geen of verkeerde installatie van de beveiligingsgroep.
• Installatie van een beveiligingsgroep die niet voldoet aan de
geldende voorschriften of het gebruik van een beschadigde
beveiligingsgroep
• Aanbrengen van wijzigingen aan de beveiligingsgroep na
hydraulische werkzaamheden
• Abnormale corrosie van de hydraulische onderdelen door
foute verbindingen (direct contact ijzer-koper).
• Elektrische aansluitingen die gebrekkig zijn of niet voldoen
aan de installatievoorschriften, onjuiste aarding, onvol-
doende kabeldoorsnede, niet-naleving van het aangegeven
schakelschema.
• Inschakelen van het systeem voordat dit met water gevuld
is
78 /
De garantie is niet geldig in geval van onvoldoende onde-
rhoud:
• Abnormale kalkaanslag op de verwarmingselementen en de
beveiligingsmechanismen
• Geen onderhoud gericht op het verminderen van de druk
van de beveiligingsgroep
• Frame blootgesteld aan invloeden van buitenaf
• Wijzigingen in het oorspronkelijke systeem zonder dit mee
te delen aan de fabrikant of gebruik van niet-originele re-
serveonderdelen
• Geen onderhoud van het systeem
CE Markering
De CE markering garandeert dat het apparaat voldoet aan de
volgende
richtlijnen:
- 2004/108/EG - betreffende elektromagnetische compati-
biliteit
- 2006/95/EG - betreffende elektrische veiligheid (LVD)
Kenmerken van de watertoevoer naar het systeem
Zorg ervoor dat uw systeem gevoed wordt met water met een
maximale hardheid van 20° F.
Voor gebieden waar het water bijzonder hard is, leidt het ge-
bruik van een waterontharder niet tot enige wijziging van de
voormelde garantie, op voorwaarde dat het onderdeel vakkun-
dig geïnstalleerd is en regelmatige controle en onderhoud ui-
tgevoerd worden.
De hardheid van het water waarmee het systeem gevoed
wordt mag nooit lager dan 12° F zijn.
In het geval van vullen met zuur water (aanbevolen wordt
een pH tussen 6,6 en 8,5 aan te houden), ijzerhoudend of
hard water, gezuiverd water gebruiken om vervuiling, corrosie
en schade aan het systeem te voorkomen. Opgemerkt moet
worden dat zelfs een kleine hoeveelheid onzuiverheden in het
water de prestaties van het systeem verminderen.
Het gebruikte vulwater moet in geval van installaties met een
grote capaciteit (grote hoeveelheden water) of in geval van
frequent bijvullen van water absoluut gezuiverd worden om
het vloeistofniveau in de installatie constant te houden. Indien
het nodig is om de installatie te reinigen, de installatie na reini-
ging volledig vullen met gezuiverd water.
Controleer of de maximale waterdruk bij vulling niet meer dan
5 bar is. Plaats indien dit niet het geval is een drukregelaar.

Advertisement

Chapters

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Nimbus external unit 06Nimbus external unit 08

Table of Contents