Software-Instellingen; Testrun; Overloop-Volumemeting - Bosch KMA 800 Original Instructions Manual

4.5.3

Software-instellingen

1. Meetsysteem KMA inschakelen en software EPS 945
starten.
2. Het volgende moet in de EPS945 software onder
"Configuratie" worden gecontroleerd of ingesteld
(zie online-help EPS 945):
$
De kalibratiewaarden van de volumemeetcellen
$
De kalibratiewaarde van de overloopsensor
$
De werking van de temperatuurindicatie en de
temperatuurvoorinstellingen.
i
Meetcel B1 (afb. 11, pos. 5) in de hydraulische ru-
imte van de meetinrichting komt overeen met meet-
celnummer 1 in de afbeelding "hoeveelheidsmeter
kalibratie".
Verloop:
1. In het masker "injectiecomponententest-hoofdme-
nu" met de toets F7 configuratie oproepen.
2. Er verschijnt de vraag naar een wachtwoord.
3. Voerr in de invoerregel het wachtwoord "1958" in.
4. Kies in de configuratie het menupunt kalibratie. Ove-
rige keuzemogelijkheden verschijnen in het venster
kalibratie.
5. Kies elke mogelijkheid en controleer alle gegevens
aan de hand van het meetprotocol.
i
De meetprotocollen bevinden zich in de binnenruim-
te van de KMA.
6. Indien de meetgegevens op het protocol niet met de
instellingen overeenkomen, verander deze dan en sla
de waarden op met de toets F4 Opslaan.
i
Wanneer de testbank langere tijd niet werd gebruikt
(bijvoorbeeld 's nachts), dan wordt de kamertempe-
ratuur weergegeven. Wanneer geen temperatuursen-
sor is aangesloten, dan wordt niets weergegeven.
Robert Bosch GmbH
Eerste inbedrijfstelling | KMA 802/822 | 127
4.6

Testrun

KMA mag zonder afdekking niet worden
gebruikt.
1. Monteer de afdekking van de meetinrichting weer.
2. Controleer de meting van de hoeveelheidsmeter,
daarvoor de injectiepomp op de EPS spannen en
aandrijven.
!
Bij de eerste inbedrijfstelling moeten eerst alle twaalf
meetkanalen met een injectiepomp worden gevuld.
i
Na enige tijd (meetsysteem wordt gedurende deze
tijd automatisch gevuld en ontlucht) worden de
afzonderlijke doorstroomhoeveelheden in het basis-
programma "Toerentalregeling" getoond.
4.7

Overloop-volumemeting

De overloophoeveelheidsmeting kan continu worden
uitgevoerd.
Serie-injectiepomp
¶
Testolieretourleiding met ringstuk 18 mm – en holle
schroef (1) boven op de meetinrichting KMA 802
aansluiten.
Verdeler-injectiepomp
¶
Testolieretourleiding met ringstuk 18 mm – boven op
de meetinrichting KMA 802 aansluiten.
nl
1
458737/11
|
1 689 979 674 2013-12-23