Download Print this page

Krukkenhouder; Heupgordel (Voorste Laterale Ondersteuning) - Quickie Argon2 Directions For Use Manual

Advertisement

Available languages

Available languages

Krukkenhouder

Krukkenhouder (Fig. 4.39)
Hiermee kunt u krukken meenemen op de rolstoel. De
krukkenhouder heeft een velcrolus waarmee u de krukken
of andere hulpmiddelen kunt vastmaken.
OpGELET!
Probeer de krukken of andere hulpmiddelen nooit al
rijdend te verwijderen.
Fig. 4.39
Transitwielen
Transitwielen (Fig. 4.40)
U kunt transitwielen gebruiken
wanneer uw rolstoel met zijn
gewone achterwielen te breed
is (bijv. in vliegtuigen, bussen,
enz.). Nadat u de achterwielen
met behulp van de quick-
release-assen hebt verwijderd,
kunt u de transitwielen
onmiddellijk gebruiken om te
blijven rijden. De transitwielen
zijn zodanig gemonteerd dat ze
zich ongeveer 3 centimeter
boven de grond bevinden wanneer u ze niet gebruikt. Ze
zitten dus niet in de weg wanneer u rijdt, tijdens vervoer
of wanneer u de rolstoel kantelt om over hindernissen te
rijden (bijv. stoepranden, trappen, enz.).
OpGELET:
Uw rolstoel heeft geen wielvergrendelingen wanneer u
de transitwielen gebruikt.
OpmERKING: Wanneer de rolstoel met de transitwielen
en veiligheidswielen moet worden uitgerust, moet de
transitmontage worden aangebracht tussen de
camberbuisklem en de montage van de
veiligheidsbuisklem (niet getoond).
Argon
Rev.1.0
2
Heupgordel
GEvAAR!
Controleer alvorens de rolstoel te gebruiken of de
heupgordel is vastgemaakt.
De heupgordel moet dagelijks
worden gecontroleerd op slijtage. Tevens moet
worden gecontroleerd of de gordel nergens
gehinderd wordt.
Controleer voor gebruik altijd of de heupgordel op de
juiste wijze is bevestigd en op maat is gemaakt. Als
de gordel te los zit, kan de rolstoelgebruiker naar
beneden glijden en bestaat het gevaar op verstikking
of ernstig letsel.
De heupgordel dient aan de rolstoel bevestigd te zijn
zoals getoond op de afbeeldingen. De gordel bestaat uit
twee delen. Ze worden bevestigd d.m.v. de aanwezige
schroef, die door het ringetje van de gordel wordt
gestoken. De gordel wordt onder de achterzijde van het
zijpaneel geleid. (Fig. 4.41)
Pas de gordel zodanig aan dat de sluiting zich in het
midden van de stoel bevindt. (Fig. 4.42)
Fig. 4.41
Fig. 4.40
De heupgordel wordt als volgt aangepast aan de
wensen van de gebruiker:
Om de lengte
van de gordel te
verkleinen
Haal vervolgens
het niet-gebruikte
deel van de gordel
door de gesp en
geleiders.
Controleer of de
gordel niet om de
sluiting is ge-
draaid.
Controleer na het vastmaken de ruimte tussen de gordel
en de gebruiker. Als men een vlakke hand tussen de
gordel en het lichaam van de gebruiker kan steken (niet
meer en niet minder), is de gordel correct aangemeten.
(Fig. 4.43 volgende bladzijde).
(voorste laterale ondersteuning)
Fig. 4.42
Om de lengte van de gordel te vergroten
Om de gordel langer te maken, haalt u
het niet-gebruikte deel van de gordel
door de geleiders en gesp.
63

Hide quick links:

Advertisement

loading