Stroomaansluiting
Aansluitwaarden zie Technische gege-
–
vens en typeplaatje.
De elektrische aansluiting moet uitge-
–
voerd worden door een electricien en
moet voldoen aan IEC 60364-1.
Gevaar
Verwondingsgevaar door elektrische
schok.
Ongeschikte verlengsnoeren kunnen
–
gevaarlijk zijn. Gebruik in de buitenlucht
uitsluitend verlengsnoeren met vol-
doende diameter die daarvoor zijn
goedgekeurd en dienovereenkomstig
zijn gekenmerkt.
Verleningsleidingen altijd volledig afrol-
–
len.
Stekker en koppeling van een gebruikt
–
verlengsnoer moeten waterdicht zijn.
Voorzichtig
De maximaal toegelaten netimpedantie
aan het elektrische aansluitpunt (zie Tech-
nische gegevens) mag niet overschreden
worden. In geval van onduidelijkheden in
verband met de netimpedantie aan uw aan-
sluitpunt neemt u best contact op met uw
electriciteitsmaatschappij.
Bediening
Gevaar
Explosiegevaar!
Geen brandbare vloeistoffen sproeien.
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Apparaat nooit
zonder gemonteerde straalbuis gebruiken.
Voor ieder gebruik controleren, of straal-
buis goed vastzit. Schroefverbinding van
de straalbuis moet handvast aangedraaid
zijn.
Voorzichtig
Apparaat nooit gebruiken met een leeg
brandstofreservoir. De brandstofpomp
wordt anders vernield.
56
Sproeier vervangen
Gevaar
Apparaat voor het verwisselen van de
sproeier uitschakelen en handspuitpistool
hanteren, totdat het apparaat zonder druk
is.
0/OFF = Uit
1 Werken met koud water
2 Werken met heet water
3 Eco-modus (heet water max. 60 °C)
Apparaat inschakelen
Apparaatschakelaar op de gewenste
bedrijfsmodus instellen.
Controlelampje klaar voor bedrijf licht
op.
Het apparaat draait kort en schakelt uit zo-
dra de werkdruk bereikt is.
Handspuitpistool ontgrendelen.
Bij bediening van het handspuitpistool
schakelt het apparaat opnieuw in.
Instructie: Komt er geen water uit de
sproeier, de pomp ontluchten. Zie Hulp bij
storingen - "Het apparaat bouwt geen druk
op".
Reinigingstemperatuur instellen
Apparaatschakelaar op de gewenste
temperatuur instellen.
– 5
NL
Bedrijfsmodi