Download Print this page

Craftsman 25341 Instruction Manual page 7

Advertisement

Veilig
werken
met handbediende
grasmaaimachines
BELANGRIJK:
Deze maaimachine
kan handen en veeten amputeren en veorwerpen wegslingeren.
Het
niet epvolgen van deze veiligheidsinstructies
kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben.
I. Training
Lees de instructies
aandachtig.
Zorg dat u vertrouwd
bent met de bedieningselementen
en hetjuiste
gebruik
van de machine.
Laat
kinderen
of mensen
die niet bekend
zijn met de
instructies,
de maaimachine
niet gebruiken.
Het is
mogelijk
dat plaatselijke
voorschriften
een beperking
stellen
aan de leeftijd
van de bestuurder.
Maai neeit terwijl mensen, vooral kinderen, of huisdieren
in de buurt zijn.
Bedenk dat de bestuu rder of gebruiker
verantwoordelijk
is voor
ongelukken
of risico's
die andere
mensen
of
hun eigendommen
kunnen
overkomen.
I1. Voorbereiding
Draag
tijdens
het maaien
altijd stevige
schoenen
en
een lange broek.
Gebruik
de machine
niet blootsvoets
of terwijl
u open
sandalen
draagt.
Inspecteer
de plek waar
de machine
zal worden
ge-
bruikt,
grondig
en verwijder
alle voorwerpen
die door
de machine
kunnen
worden
weggeslingerd.
WAARSCHUWING
- Benzine
is licht ontvlambaar.
- Bewaar
brandstof
in blikken
die speciaal
voor
dat
doel zijn bestemd.
- Tank
alleen buiten
en rook niet tijdens
het tanken.
- Tank
voordat
u de motor start.
Draai de dop nooit
van de benzinetank
af of tank neoit terwijl de motor
draait
of heet is.
- AIs benzine
is gemorst,
probeer
de motor dan niet
te starten
maar
haal
de machine
van
de plaats
vandaan
waar
u benzine
heeft
gemorst
en zorg
dat u geen
ontstekingsbron
teweeg
brengt
totdat
de benzinedampen
zijn verdreven.
- Draai
de dop van alle brandstoftanks
en -blikken
weer
goed vast.
Vervang
defecte
geluiddempers.
Inspecteer
v66r het gebruik
altijd of de messen,
mes-
bouten
en maai-inrichting
niet versleten
of beschadigd
zijn.
Vervang
versleten
of beschadigde
messen
en
bouten
in sets om het evenwicht
in stand te houden.
Op machines
met meerdere
messen
dient u eraan te
denken
dat het draaien
van e6n rues andere
messen
kan doen
draaien.
II1. Bediening
Laat
de motor
niet
draaien
in een besloten
ruimte
waar gevaarlijke
koolmonoxydedampen
zich kunnen
verzamelen.
Maai alleen
bij daglicht
of goed
kunstlicht.
Ook om nat gras te maaien,
waar mogelijk.
Loop
voorzichtig
op hellingen.
Loop
normaal,
ren niet.
Maai met een grasmaaier
metwielen
altijd dwars op de
helling,
nooit van boven
naar onder
of omgekeerd.
Wees
bijzonder
voorzichtig
als u op een helling
van
richting
verandert.
Maai niet op erg steile
hellingen.
Wees bijzonder
voorzichtig
als u de grasmaaier
naar
uzeif toe duwt of draait.
Zet het mes uit als u de grasmaaier
moet optillen
om
deze
over plaatsen
zonder
gras
of van het ene naar
"
het volgende
gazon
te vervoeren.
Werk
niet met de grasmaaier
als de beschermkap-
pen of veiligheidsmechanismen
niet in orde
of niet
aangebracht
zijn (bijv. beschermkappen
of grasvang-
mechanismen).
7
Verander
de instelling
van de motorregelaar
niet en
laat de motor
niet met te hoge
toeren
draaien.
AIs de
motor met te hoog
toerental
draait,
kan het risico van
lichamelijk
letsel groter
worden.
Zet alle mes- en aandrijfkoppelingen
in hun vrij voordat
u de machine
start.
Start de machine
of de motor
voorzichtig
en volgens
de gebruiksaanwijzingen
en houd
uw voeten
uit de
buurt van het mes.
Til de grasmaaier
niet op terwijl
u deze
start
of de
motor
ervan
aanzet,
tenzij
de grasmaaier
dient
te
worden
opgetild
om deze
te kunnen
starten.
Til de
machine
in dit geval
niet hoger
op dan nodig
en til
alleen
het gedeelte
op dat het verst van de bediener
is verwijderd.
Zet
de machine
niet
aan
terwijl
u voor
de afvoer
staat.
Steek uw handen
of voeten
nooit onder
of in de buurt
van draaiende
delen.
Houd de afvoeropening
altijd
vrij.
Til de grasmaaier
nooit open
draag deze nooit terwijl
de motor draait.
Zet de machine
uit en maak
de bougiedraad
los:
-voordat
u opgehoopt
materiaal
weghaalt
of een
verstopte
afvoer
leeg maakt;
- voordat
u de maaimachine
controleert,
schoonmaakt
of eraan werkt;
- nadat
u een ongewenst
voorwerp
heeft
geraakt.
Inspecteer
de maaimachine
op schade
en voer
reparaties
uit voordat
u de machine
weer
start en
gebruikt;
- als de machine
abnormaal
begint te trillen
(onmid-
dellijk
controleren).
Zet de machine
uit:
- als u de grasmaaier
achterlaat;
- voordat
u brandstof
bijvult.
Minder
gas tijdens
het uitlopen
van de motor,
en als
de motor
met een afsluitklep
is uitgerust,
moet
u de
brandstoftoevoer
aan het einde
van het maaien
afs-
luiten.
Rijd langzaam
als u een meeloopstoeitje
gebruikt.
IV. Onderhoud
en Opslag
Houd alle moeren,
bouten
en schroeven
goed vastge-
draaid
zodat
u er zeker
van kunt zijn dat de machine
in een veilige
bedrijfsstaat
verkeert.
Sla de machine
nooit in een gebouw
op, waar dampen
een open
vlam of vonk kunnen
bereiken,
terwijl
zich
benzine
in de tank bevindt.
Laat de motor afkoelen
voordat
u hem in een besloten
ruimte
opbergt.
Beperk
brandgevaar:
houd
de motor,
geluiddemper,
accuruimte
en benzine-opslagruimte
vrij van
gras,
bladeren
of een overmaat
aan smeervet.
Controleer
de opvangzak
vaak op slijtage
of verwer-
ing.
Vervang
versleten
of beschadigde
onderdelen
om
veiligheidsredenen.
AIs de brandstoftank
afgetapt
moet worden,
moet
dit
buiten
worden
gedaan.

Advertisement

loading