7. GEBRUIK
GEVAAR!
Controleer de correcte werking van de
hendels voor gehandhaafde handeling
en de dubbele veiligheidsopdracht al-
vorens de machine te gebruiken. Zie de
paragraaf "KABEL AFSTELLEN" voor het
afstellen. Het is verboden de machine te
gebruiken in geval van storing aan de be-
dieningselementen.
WAARSCHUWING!
Voeg smeerolie toe aan de motor vóór
de eerste inbedrijfstelling. Voor informa-
tie over het type olie en de te gebruiken
hoeveelheden, raadpleeg de handleiding
van de motor die zich in het zakje met
toebehoren bevindt.
WAARSCHUWING!
Controleer het oliepeil in de motor voor-
dat u de machine start, zoals aangege-
ven in de specifieke gebruikershandlei-
.
ding
GEVAAR!
Alvorens verder te gaan, dient u het ho-
ofdstuk
"VEILIGHEIDSINSTRUCTIES"
volledig te lezen en te begrijpen.
GEVAAR!
Controleer de correcte werking van de
hendels voordat u de machine gebruikt.
Zie de paragraaf "KABEL AFSTELLEN"
voor het afstellen.
7.1 BESCHRIJVING VAN DE BEDIENING-
SELEMENTEN
2. 1
2. 1
1) Veiligheidsknop
2) Schakelhendel
3) Hoogteverstelhendel
4) Hendel voor het instellen van de
werkdiepte
5) Motor
6) Graszak
7) Handgrepen / stuurboom
8) CE-label
9) Versnellings-/gashendel
7.2 ELEKTROSTATISCHE
ONTLADINGEN
WAARSCHUWING!
Elektrostatische ladingen kunnen zich
ophopen bij het bewerken van syntheti-
sche oppervlakken: gevaar voor elektro-
statische ontlading en ongelukken!
GEVAAR!
Niet gebruiken als je een medisch hulp-
middel hebt (bv. pacemaker).
Bij gebruik wekt het wrijven van de bor-
stels over het synthetische grasmateriaal
ladingen op die, bij afwezigheid van vocht,
kunnen leiden tot ontladingen met zeer
hoge spanningen die gevaarlijk zijn voor
de bediener en de machine. Om mogelijke
ontladingen bij lage spanningen te beper-
ken, wissel je korte werkcycli af met lange-
re rustcycli en maak je het gazon licht nat
voor je gaat borstelen.
7.3 STUURAFSTELLING
2.2
2.2
Draai de knop 1 los en vouw de bovenste
handgreep
op
de
onderste,
aangegeven in de afbeelding.
7.4 INSTELLEN VAN DE HOOGTE VAN
HET GEREEDSCHAP (rotor)
2.3
2.3
WERKCONFIGURATIE:
Zet de gereedschapsverhogingshendel
1 in stand (A). Stel de werkhoogte van
het gereedschap in door aan de knop 2
te draaien. Elke draai verandert de wer-
khoogte met 1,5 mm. Aan de hand van de
aanduidingen op het etiket 3 kunt u aan
de hand van de indexering 4 zien in welke
richting u de knop moet draaien.
2.4
2.4
OVERDRACHTSCONFIGURATIE:
Breng de hefhendel 1 van het gereed-
schap omlaag naar stand B. Op deze ma-
nier raakt het gereedschap de grond niet.
7.5 TANK VULLEN
GEVAAR!
Wees voorzichtig bij het hanteren van on-
tvlambare vloeistoffen. Brandstof is licht
ontvlambaar en explosief.
GEVAAR!
Vul de tank niet in gesloten of slecht ge-
ventileerde ruimten.
GEVAAR!
Voordat u de tank bijvult, moet u de ma-
chine uitschakelen en wachten tot de
motor is afgekoeld (15-20 min).
GEVAAR!
Rook niet en gebruik geen elektronische
apparaten in de buurt van brandbare vlo-
eistoffen.
GEVAAR!
Gebruik geschikte, onbeschadigde vu-
lapparatuur
zoals
trechters, enz.
GEVAAR!
In geval van brandstoflekkage: verplaats
de machine alvorens hem te starten.
GEVAAR!
Plaats na het vullen de dop terug en dra-
ai deze stevig vast.
7.6 GEBRUIK GRASBAK
De grasbak wordt gebruikt om verschillen-
de soorten residuen op te vangen zoals
bladeren, plantaardige residuen, dierlijk
haar, enz.
zoals
WAARSCHUWING!
Voordat u de grasbak plaatst of verwij-
dert, moet u de vergrendelingshendel
van het gereedschap (2 in
slaten en wachten tot het gereedschap
stopt.
7.7 OPSTARTEN EN UITSCHAKELEN
WAARSCHUWING!
Controleer het motoroliepeil voordat u
de machine start.
WAARSCHUWING!
Start de motor niet voordat alle monta-
gestappen zijn voltooid.
INFORMATIE!
Als de motor "koud" is, moet u de starter
op de carburator bedienen (afhankelijk
van de motorversie). Zie de specifieke
handleiding.
WAARSCHUWING!
Controleer voor elke start of de hendel
voor het inbrengen van het gereedschap
2 in stand A staat.
Om te beginnen: :
Zet de versnellings-/gashendel in de
START-stand. Ga verder met het aanzet-
ten van de motor volgens de beschrijving
in het instructieboekje dat u bij de motor
kunt vinden.
Na het inschakelen van de motor beweegt
u de versnellings-/gashendel zodanig dat
u het toerental kunt bereiken dat u nodig
hebt. Beweeg de veiligheidsontgrendeling
1 in de richting van de pijl en trek dan
de gereedschapinzethendel 2 in stand B
brandstofblikken,
2.1
2.1
) lo-
2. 5
2. 5
Need help?
Do you have a question about the SCR 02 and is the answer not in the manual?