Makita WA400MP Instruction Manual page 36

Weeding attachment
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Aanvullende
veiligheidswaarschuwingen
Algemene instructies
Voor een correct gebruik dient de gebruiker
1.
deze gebruiksaanwijzing te lezen om zichzelf
bekend te maken met de juiste manier van
omgaan met het gereedschap. Gebruikers die
onvoldoende geïnformeerd zijn, lopen de kans
zichzelf en anderen in gevaar te brengen als
gevolg van onjuist hanteren.
2.
Laat in geen geval kinderen, personen met een
verminderd lichamelijk, zintuiglijk of geestelijk
vermogen, of gebrek aan kennis en ervaring,
en personen die deze gebruiksaanwijzing niet
gelezen hebben, het gereedschap gebruiken.
De leeftijd van de gebruiker kan landelijk gere-
glementeerd zijn.
3.
Gebruik het gereedschap met de hoogst moge-
lijke zorg en aandacht.
Gebruik het gereedschap alleen als u in goede
4.
lichamelijke conditie bent. Werk altijd rustig en
voorzichtig. Gebruik uw gezond verstand en
denk eraan dat de gebruiker van het gereed-
schap verantwoordelijk is voor ongelukken en
gevaren die personen of hun eigendommen
kunnen overkomen.
5.
Bedien het gereedschap nooit in de buurt
van andere personen, met name kinderen, of
huisdieren.
6.
In het geval dat het gereedschap enig pro-
bleem of abnormaal gedrag vertoont, moet de
motor onmiddellijk worden uitgeschakeld.
7.
Tijdens uitrusten en wanneer het gereedschap
onbeheerd achtergelaten wordt, schakelt u het
gereedschap uit en verwijdert u de accu, en
legt u het gereedschap op een veilige plaats
neer om gevaar voor anderen en beschadiging
van het gereedschap te voorkomen.
Vermijd het gebruik van het gereedschap
8.
onder slechte weersomstandigheden, met
name wanneer de kans op bliksem bestaat.
Persoonlijke-veiligheidsmiddelen
Draag tijdens het gebruik van het gereedschap
1.
altijd oogbescherming en stevige schoenen.
2.
Draag tijdens het gebruik van het gereedschap
altijd stevige schoenen en een lange broek.
Het gereedschap inschakelen
1.
Zorg ervoor dat geen kinderen of andere per-
sonen zich in de buurt bevinden, en let ook op
of er geen dieren in de werkomgeving zijn. Als
dat het geval is, stopt u met het gebruik van het
gereedschap.
Houd tijdens het gebruik omstanders en dieren
2.
ten minste 5 meter uit de buurt van het gereed-
schap. Zet het gereedschap uit zodra iemand
dichterbij komt.
Controleer voor gebruik altijd of het gereed-
3.
schap veilig is om te gebruiken. Controleer de
veiligheid van het snijgarnituur, en controleer
of de trekkerschakelaar goed werkt en gemak-
kelijk kan worden bediend. Controleer of de
handgrepen schoon en droog zijn en test de
werking van de aan-uitschakelaar.
4.
Controleer op beschadigde onderdelen voor-
dat u het gereedschap verder gebruikt. Een
onderdeel dat beschadigd is, moet nauwkeurig
worden onderzocht om te beoordelen of het
goed werkt en zijn beoogde functie kan uitvoe-
ren. Controleer of bewegende delen goed uit-
gelijnd zijn en niet vastgelopen zijn, of onder-
delen niet kapot zijn en stevig gemonteerd zijn,
en enige andere situatie die van invloed kan
zijn op de werking van het gereedschap. Een
onderdeel dat beschadigd is, dient vakkundig
te worden gerepareerd of vervangen door ons
erkend servicecentrum, behalve indien anders
aangegeven in deze gebruiksaanwijzing.
5.
Schakel de motor alleen in wanneer de handen
en voeten uit de buurt van het snijgarnituur zijn.
Controleer vóór het starten of het snijgarnituur
6.
geen contact maakt met enig voorwerp.
Houd tijdens het gebruik het gereedschap
7.
stevig vast.
8.
Voorkom onbedoeld starten. Draag het gereed-
schap niet terwijl de accu is aangebracht met
uw vinger op de schakelaar. Verzeker u ervan
dat de schakelaar uit staat voordat u de accu
aanbrengt.
Onderzoek vóór gebruik het werkgebied op
9.
draadafrasteringen, stenen en andere mas-
sieve voorwerpen. Zij kunnen het wiedmes
beschadigen.
10. Controleer de heggen en struiken op vreemde
voorwerpen, zoals draadafrastering of ver-
borgen draden, voordat u het gereedschap
gebruikt.
Gebruiksmethode
1.
Gebruik het gereedschap alleen bij goed licht
en zicht. Wees in de winter bedacht op gladde of
natte plaatsen, ijs en sneeuw (gevaar voor uitglij-
den). Verzeker u er altijd van dat u stabiel staat
op hellingen, en ren nooit maar loop rustig.
2.
Wees voorzichtig uw handen en voeten niet te
verwonden aan het snijgarnituur.
3.
Sta nooit op een ladder met draaiend
gereedschap.
4.
Klim nooit in een boom om daar met het
gereedschap te werken.
Werk nooit op een instabiele ondergrond.
5.
6.
Verwijder zand, stenen, nagels, enz. die u bin-
nen uw werkbereik vindt. Vreemde voorwerpen
kunnen het snijgarnituur beschadigen en gevaar-
lijke terugslagen veroorzaken.
7.
Als het snijgarnituur stenen of andere harde
voorwerpen raakt, moet u de motor onmid-
dellijk uitschakelen en het snijgarnituur
controleren.
Controleer het snijgarnituur regelmatig op
8.
beschadiging (inspecteren op haarscheurtjes
met de klopgeluidentest).
Verwijder altijd de accu uit het gereedschap:
9.
iedere keer als u het gereedschap onbe-
heerd achterlaat;
voordat u een verstopping opheft;
voordat u het gereedschap controleert,
reinigt of er werkzaamheden aan gaat
verrichten;
36 NEDERLANDS

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents