Snapper RPX92 Owner's Manual page 239

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 58
Wanneer de mensen op een vast obstakel stuiten, stop de motor dan onmiddellijk en controleer de messen! De
splitpennen kunnen beschadigd of gebroken zijn.
Draag altijd zware werkhandschoenen wanneer u met de maaimessen werkt.
6.3.7 MAAIMECHANISME - INSPECTIE EN BALANCEREN
U bereikt de beste maairesultaten wanneer het maaimechanisme is ingesteld op de juiste maaihoogte en de beide zijden van
het mechanisme waterpas zijn. Daarom moet u regelmatig de afstanden A, B en C controleren.
Afstand A is de voorste rand van het maaimechanisme in de rijrichting en deze moet 23 - 25 mm boven de grond zijn.
Afstand B is de achterste rand van het maaimechanisme in de rijrichting en moet 28 - 32 mm boven de grond zijn, dat
6.3.7a
wil zeggen, de achterste rand moet 5-8 mm hoger zijn dan de voorste rand.
Afstand C geeft de instelling van het maaimechanisme weer in zijwaartse richting en de afstand tussen de linker- en
de rechterzijde mag niet meer dan 5 mm zijn.
Plaats, voordat u met de afstelwerkzaamheden begint, de machine op een zo vlak mogelijke ondergrond, pomp alle
banden op tot de aanbevolen spanning (80 -140 kPa, ± 10 kPa tussen de individuele banden) en zet de machine
vast zodat verplaatsing onmogelijk is (bijv. met een geschikte wig).
Maak de veiligheidspennen aan de rechterzijde van de kap van het maaimechanisme los door een schroevendraaier
in de groef van de pen te steken en de pen naar links te draaien. Neem de kap van de machine. Verwijder ook de
6.3.7b
kap aan de linker zijde op dezelfde manier.
Schroef twee moeren en onderlegring van het spanmechanisme van de aandrijfriem op het maaimechanisme.
Hierdoor komen de veer en de riem vrij. Neem de riem van de poelies.
6.3.7c
Draai de poelie zo dat u bij de bouten aan de achterzijde van het maaimechanisme kunt komen.
Stel de juiste afstanden A, B en C in door de bouten in het voorste en achterste gedeelte van het maaimechanisme
6.3.7d
af te stellen.
Bij het afstellen van afstand C wordt u geadviseerd iets onder beide zijden van de kap van het maaimechanisme
te plaatsen, gebruik een onderplaat van dezelfde afmeting (bijvoorbeeld, houten planken, enz.) en zet hiermee het
mechanisme waterpas, zo dat de afstand van de grond aan de linker- en rechterzijde gelijk is.
Zet, na het instellen van de juiste afstanden van het maaimechanisme, alle losse bouten en moeren vast met een aanhaalmoment
van 55 - 65 Nm. Zet na het opzetten van de aandrijfriem en het spanmechanisme, de moeren zo vast dat de lengte van de spanveer
85 ± 1 mm is. Bevestig de kap van het maaimechanisme weer.
Als u niet zeker weet hoe u deze procedure moet uitvoeren, laat een servicecentrum het dan voor u doen.
6.3.8 MAAIMECHANISME - CONTROLEREN EN DE RIEM AFSTELLEN
Omdat er veel van de aandrijfriem wordt gevergd neemt de spanning van de riem na verloop van tijd af en moet de riem worden
gespannen. De riem wordt gespannen met een spanmechanisme met een veer en is goed gespannen op het moment dat een kracht
van 4 kPa wordt uitgeoefend midden tussen de poelies en de riem ongeveer 0,5 cm gebogen is.
U kunt de kracht meten met een standaard mechanische dynamometer die verkrijgbaar is in winkels die dergelijke
producten verkopen.
Maak de veiligheidspennen aan de rechterzijde van de kap van het maaimechanisme los door een schroevendraaier
in de groef van de pen te steken en de pen naar links te draaien. Neem de kap van de machine.
6.3.7b
Zet de moer van de spanbout zo vast dat de lengte van de spanveer 85 ± 1 mm is.
6.3.7c
Bevestig de kap van het maaimechanisme weer.
6.3.9 MAAIMECHANISME - VAN DE MACHINE HALEN
Plaats het maaimechanisme in de laagste positie door de hendel voor de hoogte-afstelling in positie 1 te plaatsen.
Neem de kap van het maaimechanisme (
6.3.7 en
6.3.7b).
239

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

2692054-00

Table of Contents