Parkside PBAM 224 A1 Operating And Safety Instructions Manual page 98

Petrol ride-on lawnmower
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
- Draag veiligheidshandschoenen.
- Vermijd huid- en oogcontact.
- Start het product met een afstand van min. 3 m tot de vul-
locatie van de brandstof.
- Let op voor ondichte plekken. Start de motor niet als er ben-
zine uitloopt.
m WAARSCHUWING!
Gevaar voor de gezondheid!
Bij het inademen van benzine-/smeeroliedampen kan er ern-
stige gezondheidsschade, bewusteloosheid ontstaan en dit in
extreme gevallen zelfs tot de dood leiden.
-
Adem benzine-/smeeroliedampen niet in.
-
Gebruik het product alleen in de open lucht.
AANWIJZING!
Productbeschadiging
Als het product zonder of met te weinig motor- of transmissie-
olie wordt gebruikt, kan dit tot motorschade leiden.
- Vul voor de ingebruikname benzine en olie in. Het product
wordt zonder motor- of transmissieolie geleverd.
- Gebruik alleen motorolie SAE 30.
AANWIJZING!
Milieuschade!
Uitgelopen olie kan het milieu ernstig verontreinigen. De vloei-
stof is zeer giftig en kan snel tot waterverontreiniging leiden.
- Olie alleen vullen/aftappen op effen, stevige ondergron-
den.
- Gebruik een vulpijp of trechter.
- Vang afgetapte olie in een geschikte container op.
- Veeg gemorste olie direct zorgvuldig weg en verwijder de
doek conform de lokale voorschriften.
- Verwijder olie conform de lokale voorschriften.
1. Plaats de benzine-opzitmotor op een effen, recht opper-
vlak.
2. Verwijder de contactsleutel (30) uit het contactslot (10).
3. Klap de carrosserie, zoals beschreven onder 10.1, om-
hoog (afb. 7).
4. Schroef de olietankdop met peilstok (22) door naar links te
draaien los en veeg deze af.
5. Schroef de olietankdop met peilstok (22) weer tot de aan-
slag in de vulpijp.
6. Trek de olietankdop met peilstok (22) eruit en lees in hori-
zontale positie het oliepeil af. Het oliepeil moet zich tussen
max. en min. van de oliepeilstok (22) bevinden.
13.3.4 Olieverversing
Het verversen van de motorolie moet jaarlijks voor het begin
van het seizoen bij bedrijfswarme en uitgeschakelde motor
worden uitgevoerd.
Gebruik alleen motorolie (SAE 30).
1. Plaats de benzine-opzitmotor op een effen, recht opper-
vlak.
2. Klap de carrosserie, zoals beschreven onder 10.1, om-
hoog (afb. 7).
3. Schroef de olietankdop met peilstok (22) door naar links
te draaien los.
4. Zuig met de meegeleverde injector (26) en de slang de
motorolie door de vulpijp af.
5. Vul verse motorolie bij en controleer het oliepeil (zie
13.3.3).
Verbruikte olie moet conform de geldende voorschriften wor-
den verwijderd.
13.3.5 Onderhoud van het luchtfilter (afb. 13)
m GEVAAR!
Brand- en explosiegevaar!
Brandstof kan bij een incorrecte reiniging ontsteken en even-
tueel exploderen. Dit leidt tot ernstige verbrandingen of zelfs
de dood.
- Reinig het luchtfilter. uitsluitend door uitkloppen.
- Reinig het luchtfilter nooit met benzine of brandbare oplos-
middelen.
AANWIJZING!
Risico op materiële schade!
Het bedrijf van de motor zonder ingezet filterelement kan tot
motorschade leiden.
- Laat de motor nooit zonder ingezet luchtfilterelement draai-
en.
Vervuilde luchtfilters (18a) verminderen het motorvermogen
door een te lage luchttoevoer naar de carburateur. Regelma-
tige controle is daarom absoluut noodzakelijk.
Het luchtfilter moet elke 25 bedrijfsuren worden gecontroleerd
en indien nodig worden gereinigd. Bij een zeer stoffige lucht
moet het luchtfilter vaker worden gecontroleerd.
1. Klap de carrosserie, zoals beschreven onder 10.1, om-
hoog.
2. Open de schroef (36) van het luchtfilterhuis (18) en til de
behuizing eraf.
3. Reinig het luchtfilter (18a) uitsluitend door uitkloppen.
4. Monteer het luchtfilterhuis (18) en het luchtfilter (18a) in
omgekeerde volgorde.
13.3.6 Onderhoud van de bougie (afb. 1)
Controleer de bougie voor het eerst na 10 bedrijfsuren op ver-
vuiling en reinig deze eventueel met een koperdraad-borstel.
Daarna de bougie elke 50 bedrijfsuren indien nodig vervan-
gen.
1. Trek de bougiestekker (20) er met een draaibeweging af.
2. Verwijder de bougie (20a) met een bougiesleutel (a).
Stel met gebruik van een voelermaat de afstand in op 0,75 mm
(0,030"). Breng de bougie (20a) weer aan en let erop dat u
deze niet te vast draait.
13.3.7 Zekering vervangen (afb. 14)
De elektrische start is beveiligd met een 10A-zekering (29).
Gebruik nooit een andere zekering en overbrug
deze nooit.
1. Klap de carrosserie, zoals beschreven onder 10.1, om-
hoog (afb. 7).
2. Open de houder van de zekering (29a)
3. Verwijder de defecte zekering (29) uit de houder (29a).
4. Plaats een nieuwe 10A-zekering (29).
5. Sluit de houder van de zekering (29a).
NL/BE
91

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

381143 2104

Table of Contents