Dometic Power & Control PJS1000 Operating Manual page 97

PJS1000
8.6 Voertuigen starthulp geven
!
WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schokken en brand
• Sluit de twee accuklemmen niet op elkaar aan.
• Gebruik uitsluitend de meegeleverde accuklemmen.
• Let zowel op de vereiste volgorde van aansluiten en loskoppelen van de accuklem-
men als op de juiste polariteit.
!
VOORZICHTIG! Gevaar voor letsel
Steek uw vingers of handen niet in de accuklemmen.
A
LET OP! Gevaar voor schade
• Geef een diepontladen of defecte voertuigaccu geen starthulp.
• Probeer het voertuig niet vaker dan 3 keer achter elkaar met startkabels te starten.
Als het voertuig na 3 pogingen niet start, moet het voertuig worden gecontroleerd
door een erkende werkplaats.
I
INSTRUCTIE
• De starthulp kan maximaal 30 keer starthulp geven, afhankelijk van de cilinderin-
houd en de motor van het voertuig.
• Starthulp geven werkt mogelijk niet goed voor voertuigen waarvoor externe start-
kabels nodig zijn (bijv. de accu bevindt zich in de kofferruimte of op een andere
locatie). Zie de gebruiksaanwijzing van uw voertuig.
Neem de volgende instructies in acht voordat u voertuigen starthulp geeft:
• Zet uw voertuig in de parkeerstand. Zorg ervoor dat voertuigen met handgeschakelde versnellingsbak in de
neutraalstand staan en dat de handrem is aangetrokken.
• Zorg ervoor dat de starthulp voor ten minste 50% is opgeladen. Als de laadtoestand lager is dan 50% kan de
starthulp mogelijk geen auto met startkabels starten.
• Zorg ervoor dat de stekker (EC5) stevig vastzit in de startkabeluitgang van de starthulp.
• Koppel alle digitale mobiele apparaten los voordat u de accuklemmen aansluit.
Neem de volgende instructies in acht nadat u voertuigen starthulp geeft:
• Koppel de accuklemmen binnen 30 seconden los in omgekeerde volgorde (zie hoofdstuk „De accuklemmen
loskoppelen" op pagina 14).
• Schakel elektrische verbruikers in, bijv. de airconditioning, om de boordelektronica te beschermen.
• Laat de motor draaien of rijd ten minste 30 minuten met het voertuig om ervoor te zorgen dat de accu vol-
doende kan worden opgeladen.
De accuklemmen aansluiten (afb. 6, pagina 6)
1. Sluit de rode (rd) accuklem aan op de pluspool van de startaccu.
2. Sluit de zwarte (bk) accuklem aan op de massa (chassis).
NL
Gebruik
97