Kopiëren
1. Plaats het origineel.
2. Druk op
, en selecteer dan <Kopiëren>.
3. Geef de gewenste kopieerinstellingen op.
4. Voer het gewenste aantal afdrukken in.
5. Selecteer <Start>.
Nuttige kopieerfuncties
■ N op 1
■ 2-zijdig of 1-zijdig
■ Vergroten of verkleinen
■ ID-kaarten kopiëren
■ Paspoortkopie
Faxen*
1. Plaats het origineel.
2. Druk op
, en selecteer <Faxen>.
3. Voer de informatie voor de bestemming in.
4. Geef de gewenste faxinstellingen op.
5. Selecteer <Start>.
Handige faxfuncties
■ Groepsverzending
■ Ontvangst in geheugen
■ PC Fax
Afdrukken
1. Open het af te drukken document, en selecteer de afdrukfunctie van de
toepassing.
2. Selecteer het printerstuurprogramma voor het apparaat en selecteer
[Voorkeursinstellingen] of [Eigenschappen].
3. Geef het papierformaat op.
4. Geef de papierbron en het papiersoort op.
5. Geef de gewenste afdrukinstellingen op.
6. Selecteer [OK].
7. Selecteer [Afdrukken] of [OK].
Handige
afdrukinstellingen
■ 2-zijdig
■ N op 1
■ Boekjes afdrukken
Voor meer informatie
"Kopiëren" in de
Gebruikershandleiding
* Bij sommige modellen is deze functie niet aanwezig.
Voor meer informatie
"Faxen" in de
Gebruikershandleiding
Voor meer informatie
"Help" voor het
printerstuurprogramma
Snelle bediening
233
Nl