Nederlands - AEG KS 66-2 Original Instructions Manual

Hide thumbs Also See for KS 66-2:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
de zaagmachine uit het werkstuk te verwijderen of de
machine achteruit te trekken zolang het zaagblad beweegt
of een terugslag kan optreden. Spoor de oorzaak van het
klemmen van het zaagblad op en verwijder deze door geschikte
maatregelen.
c) Als u een zaagmachine die in het werkstuk steekt weer
wilt starten, centreert u het zaagblad in de zaagopening
en controleert u of de zaagtanden niet in het werkstuk zijn
vastgehaakt. Als het zaagblad klemt, kan het uit het werkstuk
bewegen of een terugslag veroorzaken als de zaagmachine
opnieuw wordt gestart.
d) Ondersteun grote platen om het risico van een terugslag
door een klemmend zaagblad te verminderen. Grote platen
kunnen onder hun eigen gewicht doorbuigen. Platen moeten aan
beide zijden worden ondersteund, in de buurt van de zaagopening
en aan de rand.
e) Gebruik geen stompe of beschadigde zaagbladen.
Zaagbladen met stompe of verkeerd gerichte tanden veroorzaken
door een te nauwe zaagopening een verhoogde wrijving, vastklem-
men van het zaagblad of terugslag.
f) Draai voor het zagen de instellingen voor de zaagdiepte
en de zaaghoek vast. Als tijdens het zagen de instellingen veran-
deren, kan het zaagblad vastklemmen kan een terugslag optreden.
g) Wees bijzonder voorzichtig als u invallend zaagt in een
verborgen gedeelte, bijvoorbeeld een bestaande wand.
Het invallende zaagblad kan bij het zagen in verborgen objecten
blokkeren en een terugslag veroorzaken.
Functie van de onderste beschermkap
a) Controleer voor elk gebruik of de onderste beschermkap
correct sluit. Gebruik de zaagmachine niet als de onderste
beschermkap niet vrij kan bewegen en niet onmiddellijk
sluit. Klem of bind de onderste beschermkap nooit in de
geopende stand vast. Als de zaagmachine op de vloer valt, kan
de onderste beschermkap worden verbogen. Open de beschermkap
met de terugtrekhendel en controleer dat deze vrij beweegt en bij
alle zaaghoeken en zaagdiepten het zaagblad of andere delen niet
aanraakt.
b) Controleer de functie van de veer voor de onderste
beschermkap. Laat voor het gebruik van de machine
onderhoud uitvoeren als de onderste beschermkap en de
veer niet correct werken. Beschadigde delen, plakkende aanslag
of ophoping van spanen laten de onderste beschermkap vertraagd
werken.
c) Open de onderste beschermkap alleen met de hand bij
bijzondere zaagwerkzaamheden, zoals invallend zagen
en haaks zagen. Open de onderste beschermkap met de
terugtrekhendel en laat deze los zodra het zaagblad in het
werkstuk is binnengedrongen. Bij alle andere zaagwerkzaam-
heden moet de onderste beschermkap automatisch werken.
d) Leg de zaagmachine niet op de werkbank of op de vloer
zonder dat de onderste beschermkap het zaagblad bedekt.
Een onbeschermd uitlopend zaagblad beweegt de zaagmachine
tegen de zaagrichting en zaagt wat er in de weg komt. Let op de
uitlooptijd van de zaagmachine.
VERDERE VEILIGHEIDS- EN WERKINSTRUCTIES
Draag oorbeschermers. Lawaai kan gehoorverlies veroorzaken.
Draag veiligheidsuitrusting. Bij werkzaamheden met de machine
dient u altijd een veiligheidsbril te dragen. Veiligheidskleding zoals
stofmasker, veiligheidshandschoenen, stevig en slipvast schoeisel,
helm en gehoorbescherming worden aanbevolen.
Stof die vrijkomt tijdens het werken vormt vaak een gevaar voor
de gezondheid en mag niet met het lichaam in aanraking komen.
Machines met stofafzuiging gebruiken en tevens geschikte
stofmaskers dragen. Vrijgekomen stof grondig verwijderen resp.
opzuigen.
Zaagbladen, waarvan de gegevens niet overeenkomen welke in de
gebruiksaanwijzing staan, mogen niet gebruikt worden.
Kies een geschikt zaagblad voor het te zagen materiaal.
Gebruik alleen houtbewerkingsbladen aangegeven in deze hand-
leiding die voldoen aan EN 847-1.
Het toelaatbare toerental van het inzetgereedschap moet minstens
even hoog zijn als het maximale toerental dat op het elektrische
gereedschap is aangegeven.
Geen schuurschijven plaatsen!
Bij niet stationair gebruik de aan-uitschakelaar niet vastzetten.
ARBEIDSINSTRUCTIES
Voorkom dat de zaagbladtanden oververhit raken en pas de
voortbewegingssnelheid dienovereenkomstig aan.
NETAANSLUITING
Uitsluitend op éénfase-wisselstroom en uitsluitend op de op het
typeplaatje aangegeven netspanning aansluiten. Aansluiting is ook
mogelijk op een stekerdoos zonder aardcontact mogelijk, omdat
het is ontwerpen volgens veiligheidsklasse II.
Verplaatsbaar gereedschap moet bij het gebruik buiten aan een
aardlekschakelaar (FI,RCD,PRCD) aangesloten worden.
Machine alleen uitgeschakeld aan het net aansluiten.
Vanwege kortsluitingsgevaar mogen metaaldeeltjes niet in de
luchtschachten terechtkomen.
Snoer altijd buiten werkbereik van de machine houden.
Controleer vóór elk gebruik het toestel, de voedings- en de
verlengkabel, de veiligheidsriem evenals de stekker op beschadi-
gingen en slijtage. Beschadigde onderdelen mogen alleen worden
gerepareerd door en vakman.
Een stroomstoot veroorzaakt stroomschommelingen die andere
elektrische producten op dezelfde stroomtoevoer kunnen
beïnvloeden. Verbind het product met een stroombron waarvan
de impendantie gelijk is aan 0,368 Ω om de spanningsschommelin-
gen te minimaliseren.
VOORGESCHREVEN GEBRUIK VAN HET SYSTEEM
De cirkelzaag is geschikt voor rechte zaagsnedes in hout.
ONDERHOUD
Voor alle werkzaamheden aan de machine de stekker uit de
kontaktdoos trekken.
Zorg ervoor dat het werktuig van de stroomvoorziening wordt
ontkoppeld voor u het zaagblad vastmaakt of verwijdert.
Reinig het apparaat en de veiligheidsinrichting met een droge
doek.
Bepaalde reinigingsmiddelen tasten de kunststof of andere
geïsoleerde onderdelen aan.
Altijd de luchtspleten van de machine schoonhouden.

Nederlands

35
35
Ned

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents