Anti-Lock Remsysteem (Abs); De Scooter Parkeren - Sym HD300 Owner's Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

Anti-lock remsysteem (ABS)

ABS werd ontworpen om te vermijden dat de wielen blokkeren als er krachtig wordt geremd (bv. noodrem)
terwijl rechtdoor wordt gereden. Het ASB systeem reguleert automatisch de remkracht. Intermitterende
toenemende grijpkracht en remmende kracht vermijden het blokkeren van het wiel en geven stabiliteit over
het stuur bij het stoppen. De bediening van de remfunctie is dezelfde als bij een klassiek motorwielvoertuig.
De remhendel wordt gebruikt voor de voorrem en de rempedaal voor de achterrem.
Hoewel ABS stabiliteit verleent tijdens het stoppen door het blokkeren van het wiel te beletten, moet u de
volgende kenmerken goed onthouden:
 ABS compenseert niet ingeval van slechte wegcondities, verkeerde beoordeling of onjuist gebruik van
de remmen. U moet opletten op dezelfde manier als bij een voertuig dat niet uitgerust is met ABS.
 ABS is niet ontworpen om de remafstand in te korten. Op losse, oneven of hellende oppervlakten kan
de remafstand van een motorfiets met ABS langer zijn dan bij een gelijkwaardige motorfiets zonder
ABS. Wees extra voorzichtig op dergelijke wegen.
 ABS voorkomt het blokkeren van de wielen tijdens remmen op een rechte weg, maar kan niet
voorkomen dat het wiel slipt als in een bocht wordt geremd. Als u een bocht neemt, is het beter om
lichtjes te remmen met beide remmen of helemaal niet te remmen. Verminder dus vaart voor u een
bocht neemt.
ABS controlelampje
Het ABS-lampje knippert op het combinatie-instrument (pagina 6) wanneer het ABS-systeem wordt
geactiveerd.
WAARSCHUWING:
ABS kan de bestuurder niet beschermen tegen alle noodtoestanden en is geen substituut voor een
veilige besturing. Begrijp goed hoe het ABS systeem werkt en wat de beperkingen ervan zijn. Het ligt
aan de bestuurder om de gepaste snelheid aan te nemen en te weten hoe hij/zij moet rijden
naargelang het weer, de weg condities en het verkeer.

De scooter parkeren

Bij het naderen van een parkeerplaats:
 De richtingaanwijzer eerst aanzetten en de gashendel geleidelijk loslaten om de snelheid te verlagen.
 Sluit de gashendel volledig en druk de remhendels soepel in.
Na het bereiken van de parkeerplaats:
 Zet de richtingaanwijzerschakelaar weer terug en schakel de contactschakelaar uit om de motor te
stoppen.
 Voor het parkeren van de scooter, zie pagina 13, "Zijstandaard" en "Hoofdstandaard".
 De contactsleutel uitzetten en het stuur blokkeren.
WAARSCHUWING:
• De contactsleutel niet omdraaien onder het rijden.
• Dus zij stand is voor een oneffen vloeren en voor kort parkeren. Draai het stuur volledig naar links
voor meer stabiliteit.
• Om brandwonden door de uitlaat te voorkomen parkeert u de scooter uit de buurt van voetgangers
en kinderen.
80

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Ls30w1-eu

Table of Contents