Monacor CARPOWER HPB-418/SW Manual page 17

5 Aansluitingen
Om kortsluitingen te vermijden is het nuttig
om voor de aansluiting van de booster, de
minus klem los te maken van de autobatterij.
De volledige aansluiting wordt getoond in
fig. 3.
5.1 Voedingspanning
5.1.1 RMT-aansluiting (12)
De booster wordt in- en uitgeschakeld door
een +12 V-spanning aan de RMT-aansluit-
ing. Verbind de RMT-aansluiting met de
+12 V-uitgang van de autoradio (aansluiting
voor een gemotoriseerde antenne, parallel-
schakeling met een dergelijke antenne is
mogelijk).
Is er geen +12 V-uitgang aan de autoradio,
dan moet de RMT-aansluiting een +12 V-
verbinding krijgen via het startcontact of een
aparte schakelaar.
5.1.2 BATTERY-aansluiting (8)
Verbind de BATTERY-aansluiting via een
kabel, met de juiste doorsnede (zie para-
graaf 5.1.3.), met de positieve klem van de
autobatterij. Om bij de nieuwe +12 V-kabel
een kortsluiting te vermijden, moet een
extra zekering (15 A) nabij de batterij
geplaatst worden (figuur 3).
5.1.3 Doorsnede van de voedingskabels
Belangrijk! Voor de doorsnede van de
kabel is de lengte van de +12 V-kabel en de
massageleider bepalend.
Totale kabellengte
2 m
4 m
6 m
10 m
*Bij de aanbevolen doorsnede is er een
maximale spanningsval van 0,25 V in de
voedingskabels. Indien een kleinere door-
snede gebruikt wordt, dan stijgt de span-
ningsval en vermindert het uitgangsvermo-
gen.
Aanbevolenkabel-
doorsnede* bij max. 7 A
2
1 mm
2
2 mm
2
3 mm
2
5 mm
De doorsnede van de kabels kan berekend
worden met de volgende formule:
I (l
max x a
q =
15
q
= aanbevolen doorsnede in mm
I
max = maximale stroom in A
l
= lengte van de +12 V-kabel in m
a
l
= lengte van de massageleider in m
b
5.1.4 Aansluiting GND (9)
Verbind de GND-aansluiting via een kabel
met een geschikte doorsnede (zelfde door-
snede als de +12 V-kabel) met de massa
van de auto of rechtstreeks met de nega-
tieve pool van de autobatterij. Om aardlus-
sen te vermijden moeten de massaverbin-
dingen van de autoradio en de booster op
dezelfde plaats liggen.
5.2 Ingangen
Verbind de 4 ingangen (1+ 6) van de booster
via cinch-kabels met de overeenkomstige
lijnuitgangen van de autoradio.
Indien er aan de autoradio slechts twee
lijnuitgangen zijn, verbind dan de linker uit-
gang via een Y-kabel (b. v. de MONACOR
CBA-20) met de linker ingangen en de rech-
ter uitgang via een tweede Y-kabel met de
rechter ingangen van de booster.
Indien de radio geen lijnuitgangen heeft,
dan moeten de luidsprekeruitgangen van de
autoradio via een geschikte transformator
(b. v. de MONACOR FGA-20) met de ingan-
gen van de booster verbonden worden. De
FGA-20 kan twee kanalen transformeren
d.w.z. dat men twee van deze transformato-
ren nodig kan hebben.
5.3 Luidsprekers
Verbind de luidsprekerparen (impedantie
minstens 4 Ω en vermogen van minstens
18 W) met de bijgeleverde aansluitingen:
Groen + linker luidspreker
Blauw - linker luidspreker
Grijs - rechter luidspreker
Geel + rechter luidspreker
Verbind de aansluiting voor de frontluid-
sprekers met de bovenste klemmenrij
SPEAKER OUT F (12) en de plug voor de
luidsprekers achteraan met de onderste
klemmenrij SPEAKER OUT R (11).
+ l )
b
2
NL
B
17