o
2. Veiligheid
2.1 Elementaire veiligheidsinstructies
Houd u voor een veilige omgang met het apparaat aan de hieronder
vermelde veiligheidsinstructies:
■
Controleer het apparaat vóór het gebruik op zichtbare schade.
Neem een beschadigd apparaat niet in gebruik.
■
Personen, die vanwege hun lichamelijke, geestelijke of motorische
capaciteiten niet in staat zijn het apparaat veilig te bedienen, mo-
gen het apparaat uitsluitend onder toezicht van of na instructies
door een verantwoordelijke persoon gebruiken.
■
Defecte onderdelen mogen alleen worden vervangen door origine-
le reserveonderdelen. Alleen bij deze onderdelen is gewaarborgd
dat ze aan de veiligheidseisen tegemoet komen.
■
Bescherm het apparaat tegen vocht en het binnendringen van vlo-
eistoffen resp. voorwerpen. Indien het apparaat in contact komt
met vloeistof, dan dient het direct van de voedingsspanning te wor-
den gescheiden.
■
Het product is uitsluitend bedoeld voor gebruik binnen gebouwen.
■
Gebruik het product uitsluitend voor het doel waarvoor het ge-
maakt is.
■
Gebruik het artikel alleen onder gematigde klimatologische om-
standigheden.
■
Laat het product niet vallen en stel het niet bloot aan zware schok-
ken of stoten.
■
Probeer niet het product zelf te onderhouden of te repareren. Laat
onderhouds- en reparatiewerkzaamheden door vakpersoneel uit-
voeren.
■
Verander niets aan het toestel. Daardoor vervalt elke aanspraak
op garantie.
■
Het verpakkingsmateriaal mag absoluut niet in handen van kinde-
ren komen; verstikkingsgevaar.
56
Basic X5A