Würth XP 4 Translation Of The Original Operating Instructions page 37

Stroomdisplay
[6]
De stroomdisplay bestaat uit tien blauwe of rode
LED's die zich in een cirkel rond beide concentrische
laadcontacten aan het uiteinde van de schacht van de
LED-lamp bevinden.
Kort voordat de stroommodule [3] leeg is, brandt
■
de laatste LED rood:
• De LED-lamp moet opgeladen worden.
Laadcontacten indrukken
■
• Accu-laadindicator
(in uitgeschakelde toestand)
3 Bijvoorbeeld: tien brandende LED's
• LED-lamp is volledig opgeladen
• Looptijdaanduiding (in gebruik)
3 Het aantal brandende LED's geeft aan wat de rela-
tieve verlichtingsduur is van de huidige lichtfunctie
3 Er wordt ook informatie weergegeven wanneer
een lichtfunctie werd geselecteerd door de scha-
kelaar aan te raken of te schakelen
Actief [afb. I]
Schakelen
Aan/uit-schakelaar [2] voorbij het drukpunt
■
drukken
3 Aan/uit-schakelaar [2] klikt hoorbaar vast
Kort aanraken
Aan/uit-schakelaar [2] zachtjes aanraken
■
3 Aan/uit-schakelaar [2] klikt niet vast
Lang aanraken
Aan/uit-schakelaar [2] enkele seconden zachtjes
■
aanraken
3 Aan/uit-schakelaar [2] klikt niet vast
Lichtprogramma's en lichtfuncties (afb.
I/5)
Door aan de zwarte selectiering [5] te draaien, kunnen
vijf verschillende posities (lichtprogramma's of inscha-
kelvergrendeling) geselecteerd worden.
Inschakelvergrendeling (Lock)
In deze stand kan de LED-lamp niet onbedoeld in- of
uitgeschakeld worden (transportbeveiliging).
Lichtprogramma LOW
Schakelen
■
3 LOW POWER (verlaagde helderheid) geactiveerd
Kort aanraken
■
3 Wisselen tussen LOW POWER (verlaagde helder-
heid) en POWER (volledige helderheid)
Opnieuw schakelen
■
3 LED-lamp uit
In uitgeschakelde toestand kunnen door
de aan/uit-schakelaar [2] aan te raken
lichtsignalen van verschillende lengte en
verlaagde helderheid gestuurd worden
(bijv. voor morsecode).
Lichtprogramma ACTION
Schakelen of lang aanraken
■
3 POWER (volledige helderheid) geactiveerd
Zoals in het lichtprogramma LOW
kunnen ook hier in uitgeschakelde
toestand lichtsignalen van verschillende
lengte, maar met volledige helderheid,
verzonden worden door de aan/
uit-schakelaar [2] aan te raken.
Kort aanraken in de lichtfunctie POWER
■
3 Wisselen tussen POWER en DIM
Lang aanraken
■
3 DIM (helderheid wordt gewijzigd) geactiveerd
3 Zodra de aan/uit-schakelaar [2] wordt losgelaten,
brandt de LED-lamp met de huidige helderheid
verder
• De helderheid blijft in de functie DIM opgesla-
gen
Kop [1] loskoppelen van de stroommodule
■
3 De ingestelde helderheid wordt gereset
De helderheid van de functie DIM kan
zoals vooraf beschreven altijd opnieuw
ingesteld worden.
Opnieuw schakelen
■
3 LED-lamp uit
Lichtprogramma SIGNAL
Schakelen of lang aanraken
■
3 Functie SOS (3 x kort knipperen, 3 x lang knippe-
ren, 3 x kort knipperen) geactiveerd
37