Veiligheidsvoorschriften Voor Verstek-/ Afkortzagen - Parkside Performance PAKSP 20-Li A1 Translation Of The Original Instructions

Cordless cross cut
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 17
Veiligheidsvoorschriften voor verstek-/
afkortzagen
Verstek-/afkortzagen zijn bestemd voor het zagen van hout of
houtachtige producten. Ze mogen niet worden gebruikt voor het
zagen van materialen van ijzer, zoals staven, stangen, schroeven,
enz. Schuurstof kan resulteren in het blokkeren van bewegende onder-
delen, zoals de onderste beschermkap. Door zaagvonken kunnen de
onderste beschermkap, de inlegplaat en andere kunststof onderdelen
verbranden.
Zet het werkstuk indien mogelijk vast met klemmen. Als u het werk-
stuk met de hand vasthoudt, moet u uw hand altijd minstens 100 mm
van elke kant van het zaagblad weghouden. Gebruik deze zaag
niet voor het zagen van stukken die te klein zijn om te worden vast-
geklemd of met de hand te worden vastgehouden. Als uw hand zich
te dicht bij het zaagblad bevindt, is er verhoogd letselgevaar door con-
tact met het zaagblad.
Het werkstuk moet onbeweeglijk zijn en moet worden vastgeklemd
of tegen de aanslag en het plateau worden gedrukt. Schuif het werk-
stuk niet in het zaagblad en zaag nooit "uit de vrije hand". Losse of
bewegende werkstukken kunnen met hoge snelheid worden weggeslin-
gerd en kunnen letsel veroorzaken.
Ga met uw hand nooit over de beoogde zaaglijn, noch voor noch
achter het zaagblad. Het ondersteunen van het werkstuk "met gekruiste
handen", d.w.z. het werkstuk met de linkerhand rechts van het zaagblad
vasthouden of omgekeerd, is zeer gevaarlijk.
Kom niet met de handen achter de aanslag als het zaagblad draait.
Houd nooit een veiligheidsafstand van minder dan 100 mm aan
tussen uw hand en het draaiende zaagblad (geldt voor beide zijden
van het zaagblad, bijv. bij het verwijderen van houtafval). De nabij-
heid van het draaiende zaagblad bij uw hand is mogelijk niet zichtbaar,
waardoor u ernstig gewond kunt raken.
Controleer het werkstuk vóór het zagen. Als het werkstuk gebogen
of kromgetrokken is, klemt u het met de naar buiten gebogen kant
naar de aanslag toe. Zorg er altijd voor dat er langs de zaaglijn
geen opening is tussen het werkstuk, de aanslag en het plateau.
Gebogen of kromgetrokken werkstukken kunnen verdraaien of verschuiven
en het draaiende zaagblad tijdens het zagen laten vastlopen. Er mogen
geen spijkers of oneigenlijke voorwerpen in het werkstuk zitten.
Gebruik de zaag pas als het plateau vrij is van gereedschap, houtaf-
val enz.; alleen het werkstuk mag zich op het plateau bevinden.
Klein afval, losse stukken hout of andere voorwerpen die in contact
komen met het draaiende blad, kunnen met hoge snelheid worden
weggeslingerd.
Zaag slechts één werkstuk per keer. Meerdere werkstukken die op
elkaar worden gestapeld, kunnen niet goed worden vastgeklemd of
vastgehouden en kunnen tijdens het zagen vastlopen van het zaagblad
of wegglijden van de werkstukken tot gevolg hebben.
Zorg ervoor dat de verstek-/afkortzaag voor gebruik op een vlak en
stevig werkvlak staat. Een vlak en stevig werkvlak vermindert het risico
dat de verstek-/afkortzaag instabiel wordt.
Plan uw werkzaamheden. Zorg er, wanneer u de kantelhoek van het
zaagblad of de verstekhoek instelt, voor dat de verstelbare aanslag
correct is afgesteld en het werkstuk ondersteunt zonder dat hij in
contact komt met het zaagblad of de beschermkap.
Zonder inschakeling van de machine en zonder werkstuk op het plateau
moet een volledige zaagbeweging van het zaagblad worden gesimuleerd
om er zeker van te zijn dat er geen belemmeringen zijn en dat er geen
gevaar is voor zagen in de aanslag.
Zorg bij werkstukken die breder of langer zijn dan de bovenkant
van het plateau, voor voldoende ondersteuning, bijvoorbeeld met
plateauverlengstukken of zaagbokken. Werkstukken die langer of
breder zijn dan het plateau van de verstek-/afkortzaag, kunnen kantelen
als ze niet stevig worden ondersteund. Als een afgezaagd stuk hout of
het werkstuk kantelt, kan het de onderste beschermkap optillen of onge-
controleerd worden weggeslingerd door het draaiende zaagblad.
PAKSP 20-Li A1
Gebruik geen andere personen als vervanging voor een plateauver-
lenging of voor extra ondersteuning. Een onstabiele ondersteuning
van het werkstuk kan leiden tot het vastlopen van het blad.
Ook kan het werkstuk tijdens het zagen verschuiven en u en uw helper
in het draaiende blad trekken.
Het afgezaagde stuk mag niet tegen het draaiende zaagblad worden
gedrukt. Als er weinig ruimte is, bijvoorbeeld bij het gebruik van lengte-
aanslagen, kan het afgezaagde stuk met het blad vastlopen en met
geweld worden weggeslingerd.
Gebruik altijd een lijmklem of een geschikte voorziening om rond
materiaal zoals stangen of buizen goed vast te zetten. Stangen hebben
de neiging om tijdens het zagen weg te rollen, waardoor het blad zich
"vastbijt" en het werkstuk met uw hand in het blad kan worden getrokken.
Laat het blad het volledige toerental bereiken voordat u in het werk-
stuk zaagt. Dit vermindert het risico dat het werkstuk wordt weggeslingerd.
Als het werkstuk vastgeklemd raakt of het blad blokkeert, zet u de
verstek-/afkortzaag uit. Wacht tot alle bewegende delen tot stilstand
zijn gekomen, haal de stekker uit het stopcontact en/of verwijder de
accu. Verwijder dan het vastgeklemde materiaal. Als u bij een derge-
lijke blokkade doorgaat met zagen, kunt u de controle verliezen of de
verstek-/afkortzaag beschadigen.
Laat, als de zaagsnede klaar is, de knop los, houd de zaagkop om-
laag en wacht tot het zaagblad stilstaat voordat u het afgezaagde
stuk verwijdert. Het is zeer gevaarlijk om met de handen in de buurt
van het nog draaiende blad te komen.
Houd de handgreep stevig vast als u een onvolledige zaagsnede
maakt of als u de knop loslaat voordat de zaagkop zijn onderste
positie heeft bereikt. Door de remwerking van de zaag kan de zaag-
kop schokkerig naar beneden worden getrokken en kan deze daardoor
letselgevaar veroorzaken.
Houd uw werkplek schoon. Materiaalmengsels zijn bijzonder gevaarlijk.
Stof van lichtmetaal kan branden of exploderen.
Gebruik geen botte, gescheurde, verbogen of beschadigde zaag-
bladen. Zaagbladen met botte of verkeerd uitgelijnde tanden ver-
oorzaken door een te smalle zaagsnede verhoogde wrijving, vast-
lopen van het zaagblad en terugslag.
Gebruik geen zaagbladen van hooggelegeerd snelstaal (HSS-staal).
Zulke zaagbladen kunnen gemakkelijk breken.
Gebruik altijd zaagbladen met de juiste grootte en met een bijpas-
send asgat (bijv. ruitvormig of rond). Zaagbladen met een niet bij de
as van de zaag passend asgat draaien excentrisch en hebben ver-
lies van de controle tot gevolg.
Verwijder nooit zaagresten, houtspaanders e.d. uit het werkgebied
terwijl het elektrische gereedschap nog draait. Zet de gereedschaps-
arm altijd eerst in ruststand en schakel het elektrische gereedschap uit.
Laat het zaagblad na het werken eerst afkoelen voordat u het aan-
raakt. Het zaagblad wordt tijdens het werken zeer heet.
NL │ BE 
 39

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents