Dremel 3D20 Original Instructions Manual page 151

a. Op printbed (On Platform) – Plaatst het model
op het printbed.
b. Centreren (Center) – Centreert het model op
het 3D-bouwoppervlak.
c. Herstellen (Reset) – Herstelt de modelpositie
naar de oorspronkelijke positie.
Draaien (Rotate) – Verandert de positie van uw
object op het printbed door aanpassing van de X-,
Y- en Z-aspositie. U kunt uw object +/- 90 graden
draaien, of een aangepaste waarde voor de aspositie
invoeren. U kunt het model ook naar de oorspronkelijke
positiewaarde terugzetten.
Schalen (Scale) – Verandert het formaat van uw
object op het printbed door aanpassing van de X-, Y-
en Z-aspositie. U kunt een aangepaste waarde voor de
X-, Y- en Z-aspositie invoeren. U kunt het formaat van
uw object ook vergroten met een percentage van het
oorspronkelijke ontwerp.
Draait het model richting of juist weg van de
X
voorkant van het bouwoppervlak.
Draait het model naar de linker- of rechterkant
Y
van het bouwoppervlak.
Draait het model met of tegen de klok in op
Z
het bouwoppervlak.
a. Maximaliseren (Maximize) - Voor het uniform
schalen naar het grootst mogelijke bouwformaat.
b. Herstellen (Reset) – Maak alle
schaalwijzigingen ongedaan. Het model neemt
weer het oorspronkelijke formaat aan.
TIP: Als uw object is ontworpen in inches (Brits
eenhedenstelsel), kunt u dit omzetten in mm (metriek
stelsel) door het object met 2540% te vergroten).
Idea Builder – Controleer de status van uw Dremel
3D20. Zolang uw Dremel 3D20 is aangesloten op uw
computer, kunt u zien of uw Dremel 3D20 klaar is voor
een bouwbewerking, of dat er een bouwbewerking
gaande is. U kunt ook de temperatuur van de extruder
controleren.
BOUWSTATUS
De Dremel 3D-software houdt u continu op de hoogte
van de status van uw Dremel 3D20.
a. Op het bovenpaneel ziet u de huidige status van
zowel de Dremel 3D20 als uw object.
b. In de statuscirkel in de rechterbovenhoek ziet u
een grafische weergave van de voortgang.
Bestandsmenu
a. Bestand laden (Load File) – Selecteer deze
optie voor het laden van een modelbestand (.STL
of .3dremel) vanaf uw computer of een extern
opslagapparaat dat op uw computer is aangesloten.
Zodra u het modelbestand hebt geladen, kunt u het
bestand naar wens bewerken.
LET OP: U kunt geen modelbestanden naar
uw computer laden vanaf een SD-kaart die is
aangesloten op uw Dremel 3D20. De SD-
kaart moet rechtstreeks op uw computer zijn
aangesloten.
b. Printbed opslaan (Save Build Platform) – Slaat
alle objecten en de indeling van het huidige
printbed op in een .3dremel-bestand. Selecteer
MENU'S
deze optie voor het opslaan van een modelbestand
op uw computer of een extern opslagapparaat dat
op uw computer is aangesloten.
LET OP: U kunt geen modelbestanden opslaan
vanaf een SD-kaart die is aangesloten op uw
Dremel 3D20. De SD-kaart moet rechtstreeks op
uw computer zijn aangesloten.
c. Opslaan als... (Save as...) - Slaat het huidige
printbed op onder een nieuwe naam. Hierdoor
wordt het oorspronkelijke .3dremel-bestand niet
overschreven.
d. Voorbeelden (Examples) – Selecteer deze optie
voor weergave van een lijst met gratis modellen
die deel uitmaken van uw Dremel 3D-software.
Deze bestanden bieden de perfecte testobjecten
waarmee u kunt testen of uw Dremel 3D20 naar
behoren functioneert.
e. Recente bestanden (Recent Files) – Selecteer
deze optie voor weergave van een lijst met onlangs
bekeken bestanden.
f. Voorkeuren (Preferences) – Selecteer deze
optie om de taal van uw Dremel 3D-software in te
stellen, en de automatische update-instellingen aan
te passen.
g. Afsluiten (Quit) – Om de Dremel 3D-software af te
sluiten, klikt u op de 'X' in de rechterbovenhoek. Als
er een modelbestand openstaat, zal de software u
vragen of u het modelbestand wilt opslaan voordat
u het programma afsluit.
Het menu 'Bewerken' (Edit)
a. Ongedaan maken (Undo) – Selecteer deze optie
om de laatste bewerking aan uw modelbestand
ongedaan te maken. Wanneer u deze optie
meermaals selecteert, worden de bewerkingen
ongedaan gemaakt, en wel in de omgekeerde
volgorde waarin u ze hebt uitgevoerd.
b. Opnieuw uitvoeren (Redo) – Selecteer deze optie
om de meest recente bewerking die u ongedaan
hebt gemaakt aan het modelbestand, opnieuw
uit voeren. Wanneer u deze optie meermaals
selecteert, worden de bewerkingen opnieuw
uitgevoerd, en wel in de omgekeerde volgorde
waarin u ze ongedaan had gemaakt.
c. Alles selecteren (Select All) – Selecteer deze
optie om alle modelbestanden te selecteren die u
in het Dremel 3D20-beginscherm hebt geladen.
d. Dupliceren (Duplicate) – Selecteer deze optie om
een geselecteerd modelbestand te dupliceren.
e. Verwijderen (Delete) – Selecteer deze optie om
een geselecteerd modelbestand te verwijderen.
Het menu 'Bouwen' (Build)
LET OP: Uw Dremel 3D20 kan alleen worden herkend
wanneer het apparaat is ingeschakeld.
a. Verbinding verbreken (Disconnect) – Selecteer
deze optie om de verbinding tussen uw Dremel
3D20 en uw computer te verbreken.
b. Bouwen (Build) – Selecteer deze optie om uw
werk in een modelbestandsformaat om te zetten.
U wordt vervolgens gevraagd uw model in een
.3dremel-bestandsformaat op te slaan zodat uw
Dremel 3D20 de bouwbewerking kan uitvoeren.
Het menu 'Weergave' (View)
a. Verander de weergave van het Dremel 3D20-
beginscherm; u kunt kiezen uit weergave vanuit
zeven verschillende hoeken.
b. Omtrek model weergeven (Show Model
Outline) – In deze weergave worden de buitenste
151