Voorwielen; Wielaanpassing - Sunrise Medical Helium Directions For Use Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

Voorwielen

Zwenkwiel, aanpassing zwenkwiel, zwenkwielvork
Het kan gebeuren dat de rolstoel iets afwijkt naar links of naar
rechts of dat de voorwielen wiebelen. Dat kan door de volgende
zaken komen:
• De voorwaartse en/of achterwaartse wielbeweging is niet goed
ingesteld.
• De camber is niet goed afgesteld.
• De luchtdruk van het voorwiel en/of van het achterwiel is niet
goed; de wielen draaien niet soepel genoeg.
Om de rolstoel in een rechte lijn te laten rijden, moeten de
zwenkwielen optimaal worden aangepast.
Telkens wanneer u de positie van het achterwiel hebt laten
veranderen, moet u het balhoofd opnieuw aanpassen en de
remmen controleren.
Het zwenkwiel instellen
Om ervoor te zorgen dat beide vorken parallel worden ingesteld,
moet u de tanden tellen die aan beide kanten zichtbaar zijn.
Nadat u de zwenkwielvork heeft ingesteld, zorgen de tanden
voor een stevige positie, en kan een aanpassing van 16° met
stappen van 2° worden aangebracht. Gebruik de vlakke zijde
aan de voorkant van de zwenkwielvork om te controleren dat de
positie een rechte hoek met de grond vormt (Fig. 4.15).
Met het gepatenteerde ontwerp kan de zwenkwielvork zodanig
worden gedraaid, dat het op een rechte hoek met de grond
ingesteld kan worden wanneer de zittinghoek is aangepast.
De voorwaartse stabiliteit instellen
Maak de inbusschroeven (1) aan de onderkant van de vork los.
Hierna kunt u de schroef losmaken (2). Nu kunt u de fitting naar
links of rechts draaien (3).
Links - de stoel trekt naar links.
Rechts - de stoel trekt naar rechts.
Draai vervolgens de schroeven weer aan (2). Zet de wielvork in
een hoek van 90° ten opzichte van de vloer.
Draai vervolgens de schroeven weer aan (1). (Fig. 4.16).
Fig. 4.15
+8
-8
64
64
Fig. 4.16
2
3
1

Wielaanpassing

Het toepassen van wielaanpassing
Belangrijk:Om de best mogelijke beweging te krijgen, moeten
de achterwielen ingesteld worden op hun optimale positie.
Daarom dienen de wielen correct uitgelijnd te zijn.
Hiertoe meet u de afstand tussen de beide voorwielen en
achterwielen om te verzekeren dat ze parallel aan elkaar staan.
Het verschil tussen beide metingen mag niet meer 5 mm
bedragen.
Om de wielen aan te passen zodat ze parallel staan, draait u de
schroeven los en draait u de asbus naar wens. Controleer na
aanpassingen altijd of alle schroeven correct zijn aangedraaid
(zie ook de pagina betreffende draaikracht/torque).
Spoorinstelling HELIUM
De inspoor/uitspoor op nul instellen
OPMERKING: een rolstoel met 0° cambercilinders kan geen in-
of uitspoor hebben. Deze instelling is alleen noodzakelijk bij 3°
en 6° cambercilinders.
De term "inspoor of uitspoor" geeft aan hoe goed de
achterwielen van de rolstoel op één lijn staan met de grond. Dit
bepaalt hoe goed de rolstoel rijdt. Wanneer de inspoor is
ingesteld op nul, is er sprake van normale weerstand of
rolweerstand.
De inspoor/uitspoor op nul instellen: Maak de inbusschroeven
(1) (één aan iedere zijde) waarmee de beugel van de
camberstang is bevestigd, los. Controleer de kogel in het
horizontale (2) vlak en draai de asbuis (3) tot de kogel in het
midden ligt. De inspoor is nu nul.
Controleer, voordat u de schroeven (1) aandraait, of de asbuis is
gecentreerd. De ruimte aan beide kanten moet gelijk zijn, of er
mag totaal geen ruimte zijn. Draai de schroeven tot 7 Nm aan.
(Fig. 4.17 - 4.19).
Breedte wielbasis instellen:
De achterwielbasis wordt gedefinieerd als de afstand tussen de
bovenkant van de achterwielen en de buizen van de rugleuning
wordt weergegeven door de fabrieksinstelling (1.25 cm). Deze
afstand moet worden vergroot indien een grotere ruimte
gecreëerd moet worden tussen de banden en de optionele in
hoogte verstelbare armsteunen (Fig. 4.20).
LET OP: Wanneer de achterwielbasis wordt ingesteld, pas dan
eerst één wiel en daarna het tweede aan. Als beide kanten
tegelijkertijd worden losgedraaid, wordt de aanpassing van de
inspoor/uitspoor veranderd. Voor het aanpassen van de
achterwielbasis, bewegen de delen van de camber (4)
telescopisch in of uit de asbuis (5) en worden op hun plaats
bevestigd wanneer zij het eind bereiken. Draai de schroef (6)
(die het dichtst bij de asbuis is bevestigd) aan de linkerkant van
de rolstoel los. Beweeg de camberbuis naar binnen of buiten om
de gewenste wielbasis te verkrijgen. Draai de schroeven tot 7
Nm aan. Herhaal dit proces aan de rechterkant van de rolstoel
en pas de ruimte aan zodat deze gelijk is aan de ruimte aan de
linkerkant.
Helium Rev.7.0

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Helium pro

Table of Contents