Briggs & Stratton 120000 625 Series Operator's Manual page 83

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood veroorzaken.
De motor mag nooit worden gestart of draaien als de luchtfiltereenheid (waar
aanwezig) of het luchtfilter (waar aanwezig ) is verwijderd.
OPGEPAST
Reinig het filter niet met perslucht of oplosmiddelen. Perslucht kan het
filter beschadigen en oplosmiddelen kunnen het filter oplossen.
Zie het Onderhoudsschema voor het benodigde onderhoud.
De verschillende modellen hebben een filter van schuim of papier. Sommige modellen zijn
ook uitgerust met een voorfilter dat kan worden uitgewassen en hergebruikt. Vergelijk de
illustraties in deze handleiding met het type dat op uw motor is gemonteerd en voer
onderhoud op basis daarvan uit.
Schuimrubberen luchtfilter
1.
Beweeg het schuifslot (A, Afbeelding 13) in de ontgrendelde stand en open het deksel
(B).
2.
Verwijder het schuimelement (C, Afbeelding 13) uit de houder van het luchtfilter.
3.
Was het schuimelement (C, Afbeelding 13) in water met een vloeibaar
reinigingsmiddel. Knijp het schuimelement uit in een schone doek.
4.
Verzadig het schuimelement (C, Afbeelding 13) met schone motorolie. Verwijder
overtollige olie door het schuimelement uit te knijpen in een schone doek.
5.
Plaats het schuimelement (C, Afbeelding 13) in de houder van het luchtfilter.
6.
Sluit het deksel (B, Afbeelding 13) en schuif het schuifslot (A) in de vergrendelde
stand.
Papieren luchtfilter
1.
Haal de bevestiging(en) (A, Afbeelding 14) los.
2.
Verwijder het deksel (B, Afbeelding 14).
3.
Verwijder het voorfilter (D, Afbeelding 14) (waar aanwezig) en het filter (C) uit de
luchtfilterhouder.
4.
Tik het filter (C, Afbeelding 14) voorzichtig op een hard oppervlak om het vuil los te
maken. Als het filter zeer vuil is, vervang het dan door een nieuw filter.
5.
Was het voorfilter (D, Afbeelding 14) in water met een vloeibaar reinigingsmiddel.
Laat het voorfilter grondig aan de lucht drogen. Breng geen olie aan op het voorfilter.
6.
Monteer het droge voorfilter (D, Afbeelding 14) op het filter (C) met de lip (E) van het
voorfilter aan de onderzijde van de filterplooien.
7.
Plaats het filter (C, Afbeelding 14) en het voorfilter (D) in de houder van het luchtfilter.
8.
Monteer de lipjes van het deksel (F, Afbeelding 14) in de sleuven (G).
9.
Sluit het deksel (B, Afbeelding 14) en zet het goed vast met de bevestiging(en) (A).
Zorg dat de bevestiging(en) goed vast zit(ten).
Onderhoud aan het brandstofsysteem
Zie Afbeelding: 15, 16
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood veroorzaken.
Houd de brandstof uit de buurt van vonken, open vlammen, waakvlammen, hitte en
andere ontstekingsbronnen.
Controleer brandstofleidingen, tank, vuldop en koppelingen regelmatig op barsten
of lekken. Vervang deze waar nodig.
Wanneer u het brandstoffilter gaat reinigen of vervangen, moet u eerst de
brandstoftank aftappen of de brandstofkraan dichtdraaien.
Wanneer er brandstof wordt gemorst, moet u wachten totdat deze is verdampt voordat
u de motor start.
Vervangingsonderdelen moeten hetzelfde zijn en op dezelfde manier worden
geïnstalleerd als de originele onderdelen.
Benzinefilter (waar aanwezig)
1.
Wanneer u het brandstoffilter (A, Afbeelding 15) gaat reinigen of vervangen, moet
u eerst de brandstoftank aftappen of de brandstofkraan dichtdraaien. Anders kan er
brandstof lekken en brand of ontploffing veroorzaken.
2.
Druk de lipjes (B, Afbeelding 15) op de klemmen (C) samen met een tang en schuif
de klemmen daarna weg van de brandstoffilter (A). Trek de brandstofleidingen (D)
draaiend van het brandstoffilter af.
3.
Controleer de brandstofleidingen (D, Afbeelding 15) op barsten of lekkage. Vervang
deze waar nodig.
4.
Vervang het brandstoffilter (A, Afbeelding 15) door een origineel vervangingsfilter.
5.
Zet de brandstofleidingen (D, Afbeelding 15) vast met de klemmen (C), zoals
weergegeven.
Brandstofzeef (waar aanwezig)
1.
Verwijder de brandstofdop (A, Afb. 16).
2.
Verwijder de brandstofzeef (B, Figuur 16).
3.
Reinig of vervang de brandstofzeef wanneer deze vuil is. Vervang een brandstofzeef
altijd door een origineel vervangingsonderdeel.
Onderhoud aan het koelsysteem
WAARSCHUWING
Draaiende motoren produceren warmte. Motoronderdelen, vooral geluiddempers,
worden zeer heet.
Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras en hout, kan in brand vliegen.
Laat geluiddemper, motorcilinder en koelvinnen afkoelen voordat u ze aanraakt.
Verwijder brandbare stoffen die zich in en rondom de geluiddemper en cilinder hebben
opgehoopt.
OPGEPAST
Gebruik geen water om de motor te reinigen Water kan het
brandstofsysteem verontreinigen Gebruik een borstel en droge doek om de motor te
reinigen.
Dit is een luchtgekoelde motor Vuil kan de luchtstroom belemmeren en ervoor zorgen dat
de motor oververhit raakt, wat resulteert in slechte prestaties en een verminderde levensduur
van de motor.
1.
Verwijder vuil uit het luchtinlaatrooster met behulp van een borstel of droge doek.
2.
Houd verbindingen, veren en bedieningen schoon
3.
Zorg dat het gebied rond en achter de geluiddemper (indien aanwezig) vrij blijft van
brandbaar vuil.
4.
Zorg dat er geen vuil of rommel op de koelvinnen van de spoel (indien aanwezig)
zit.
Na verloop van tijd kan zich vuil ophopen in de koelvinnen van cilinder en ervoor zorgen
dat de motor oververhit raakt. Dit vuil kan niet verwijderd worden zonder de motor deels
te demonteren Laat een erkende Briggs & Stratton-dealer het luchtkoelsysteem inspecteren
en reinigen zoals aanbevolen in het Onderhoudsschema .
Opslag
WAARSCHUWING
Brandstof en zijn dampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood veroorzaken.
Bij Het Opslaan Van Brandstof Of De Machine Met Brandstof In De Tank
Uit de buurt van ovens, kachels, waterverwarmers of andere toestellen met
waakvlammen of andere ontstekingsbronnen opslaan omdat ze benzinedampen
kunnen ontsteken.
OPGEPAST
Berg de motor waterpas op (normale bedrijfsstand). Als de motor tijdens
het onderhoud wordt gekanteld, moet de brandstoftank leeg zijn en moet de bougiekant
omhoog wijzen. Als de benzinetank niet leeg is of als de motor een andere kant op wordt
gekanteld, kan starten lastig worden omdat het luchtfilter en/of de bougie dan vervuild
kan zijn door olie of benzine.
83

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

120000 700 series120000 725 series

Table of Contents