Bosch GGW 10 E Operating Instructions Manual page 32

Tapper
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 10
3 609 929 306.book Seite 32 Mittwoch, 8. November 2006 8:45 08
Snelwisselhouder
(zie afbeelding
B
De snelwisselhouder 12 wordt gebruikt voor het
indraaien van draadeinden en kan met of zonder
rolkoppeling 13 worden gebruikt.
Montage
De zeskantmoer 2 moet de borgring van de uit-
gaande as raken.
Schroef de adapter voor de rolkoppeling 14 op de
uitgaande as tot deze de zeskantmoer 2 raakt.
Bevestig met de inbusschroef.
Plaats de rolkoppeling 13 op de conus B 12 van
de adapter 14 en span deze met de spie 15.
Plaats de snelwisselhouder 12 op de rolkoppe-
ling 13 en span deze eveneens met een spie.
Tips
Schakel de tapmachine pas in na het aanzetten
tegen het te bewerken werkstuk.
Gebruik bij het tappen een geschikt smeermid-
del.
Neem de volgende aanwijzingen in acht om af-
breken van de schroeftap te voorkomen:
– Breng de schroeftap axiaal naar het kerngat.
– Werk met een matige voorwaartse beweging.
– Boor voor met de juiste diameter.
– Werk altijd met scherpe inzetgereedschappen.
Tappen in doorgaande gaten
Trek de machine na het bereiken van de ge-
wenste tapdiepte iets terug om de draairichting
om te keren.
Gebruik de diepteaanslag 9 om eventueel door-
boren te voorkomen. De tapmachine wordt bij het
bereiken van de ingestelde boorgatdiepte auto-
matisch overgeschakeld naar linksdraaien.
Tappen in blinde gaten
Bij het tappen in blinde gaten wordt een schroef-
tap met spiraalgroef gebruikt, die de spanen au-
tomatisch uit het boorgat afvoert.
Gebruik de diepteaanslag 9 om eventueel vastlo-
pen en vastklemmen van de schroeftap te voor-
komen.
32 | Nederlands
Indraaien van draadeinden
(zie afbeelding
)
Voor het indraaien van draadeinden moeten de
rolkoppeling 13, de snelwisselhouder 12 en de
draadeindhouder 11 zijn gemonteerd.
De draadeinden moeten afhankelijk van de
schroefdraaddiameter en de inschroeflengte met
een passend, vooraf opgegeven vastdraaimo-
ment worden ingedraaid.
Draaimoment instellen
Het vastdraaimoment kan tussen 3 en 10 Nm
worden ingesteld.
De gekartelde schroefhuls van de rolkoppe-
ling 13 is met een draadveer beveiligd tegen uit
zichzelf verstellen.
Verwijder de draadveer met een schroeven-
draaier.
Door linksdraaien van de schroefhuls wordt het
draaimoment kleiner (min. 3 Nm), door rechts-
draaien groter (max. 10 Nm).
Plaats na het instellen van het draaimoment de
draadveer weer op de schroefhuls.
Aangeraden wordt om bij het proefondervindelijk
vaststellen van de beste instelling met een laag
draaimoment te beginnen.
Mocht de machine ondanks zeer zorgvuldige fa-
bricage- en testmethoden toch defect raken,
dient de reparatie door een erkende reparatieser-
vice voor Bosch elektrisch gereedschap te wor-
den uitgevoerd.
Vermeld bij vragen en bestellingen van vervan-
gingsonderdelen altijd het uit tien cijfers be-
staande zaaknummer overeenkomstig het type-
plaatje van de machine.
)
B
Onderhoud en reiniging
Trek altijd voor werkzaamheden aan de ma-
chine de stekker uit het stopcontact.
Houd de machine en de ventilatieopeningen
altijd schoon om goed en veilig te werken.
3 609 929 306 • 8.11.06

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents