A.O. Smith DRE PLUS Installation, User And Service Manual page 106

NL
104
Veiligheidsvoorzieningen van de boiler:
Hoofdveiligheids-ther-
mostaat (G1)
Rij-veiligheids-thermo-
staat (G2)
Thermische zekering
Veiligheidsvoorzieningen van de installatie:
Drukreduceerventiel
T&P-ventiel (tempera-
tuur- en drukreduceer-
ventiel)
(1)
1- Alle installaties hebben een aansluiting voor een T&P-ventiel. Het gebruik van een T&P-ventiel is ver-
plicht.
De hoofdveiligheidsthermostaat (G1) onderbreekt
het regelcircuit wanneer de watertemperatuur te
hoog is (>92°C ±3°C). De hoofdveiligheidsther-
mostaat beschermt ook de verwarmingselementen
als de boiler geactiveerd wordt terwijl deze niet
met water is gevuld. De sensor van de hoofdvei-
ligheidsthermostaat (G1) is boven het middenele-
ment van de hoogste rij gemonteerd. U kunt de
thermostaat met de witte knop resetten als de wa-
tertemperatuur is gedaald (<83°C). Zorg ervoor
dat de boiler volledig is gevuld met water voordat u
de thermostaat gaat resetten.
De rij-veiligheidsthermostaat (G2) onderbreekt het
circuit (L1 en L2) van elke rij elementen als de wa-
tertemperatuur te hoog wordt (>93°C ±3°C) als
gevolg van een storing in het regelcircuit. U kunt
de thermostaat met de rode knop resetten als de
watertemperatuur is gedaald (<83°C).
De thermische zekering is in de bedrading van de
hoofdveiligheidsthermostaat (G1) verwerkt en on-
derbreekt het regelcircuit als oververhitting van het
elementgebied wordt gedetecteerd. De thermische
zekering kan niet worden gereset. De complete be-
drading, inclusief thermische zekering moet wor-
den vervangen.
Het drukreduceerventiel vermindert de druk van de
waterleiding, indien nodig.
Het T&P-ventiel voorkomt een te hoge druk en te
hoge temperatuur in de tank.
Gedeelte over de installatie en het onderhoud