Milwaukee HDE 13 RQD Manual page 13

Trekker met toerentalschakelaar
De bovenvermeldde
boormachines zijn uitgerust met een door
een trekker bediende, toerentalschakelaar.
Deze schakelaar werkt traploos van 0 TPM
tot volle toeren. Het toerental kan worden
gevarieerd door de handgrepen stevig vast
te pakken en de trekker tot het gewenste
toerental in te knijpen. Hoe verder de trekker
wordt ingetrokken, des te hoger het toerental.
Het apparaat wordt uitgeschakeld door de
trekker los te laten en het gereedschap
volledig tot stilstand te laten komen.
Vooruit/Achteruitschakelaar
De omkeerschakelaar bevindt zich rechts
onder bij de D-handgreep.
ALTIJD de boorkop helemaal tot stilstand
laten komen voordat u de draairichting
verandert.
1. Schakelaar naar achteren duwen voor
VOORUIT (naar rechts) draaien.
2. Schakelaar naar voren duwen voor
ACHTERUIT (naar links) draaien.
Verlengd zijhandvat voor D-handvat
boren
Alle D-handvat boren worden geleverd met
een verlengd zijhandvat. Dit kan aan beide
zijden van de boor aan de tandwielkast
worden bevestigd. Gezien het hoge
draaimoment van deze boor moet men altijd
het zijhandvat gebruiken als men met de
boor werkt. Het zijhandvat wordt aangebracht
door het van een schroefdraad voorziene
uiteinde van het handvat in het gat in de
boortandwielkast te schroeven.
Ringklemzijhandvat voor haakse
aandrijf-unit
De haakse aandrijf-units worden geleverd
met een ringklemzijhandvat. Dit handvat
wordt op de haakse aandrijf-unit geklemd,
kan 360° worden gedraaid en in elke stand
worden vergrendeld. Wanneer men de D-
handvat boor zonder de haakse aandrijf-unit
gebruikt, mag het ringklemzijhandvat niet op
de voorkant van de tandwielkast worden
geklemd; gebruik in dit geval het verlengde
zijhandvat.
WAARSCHUWING!
Riskeer geen letsel. Gebruik altijd een
zijhandvat bij het gebruik van D-handvat
boren en haakse aandrijf-units. Dit
apparaat heeft een hoog draaimoment.
Altijd opletten en het apparaat goed
vasthouden.
1107-50 / 3107-4
MILWAUKEE
11
Starten
Boor op het werkoppervlak plaatsen en flink
neerdrukken voordat u hem start. U kunt een
centerpons gebruiken om de aanzet te
vergemakkelijken. Bij gebruik van units met
een door een trekker bediende toerental-
schakelaar, moet u langzaam met boren
beginnen zodat u de machine onder controle
houdt en voorkomt dat de boor wegloopt.
Zodra er een goed begin met het gat is
gemaakt, kunt u het toerental opvoeren.
Afslaan
Als het apparaat afslaat, moet u de motor op
achteruit zetten, de boor uit het werkstuk
trekken en opnieuw beginnen. Als de boor
van een unit met traploos regelbaar toerental
onder belasting langzamer gaat draaien, moet
u het toerental opvoeren totdat het apparaat
weer goed werkt.
Toerental
Naarmate men het toerental opvoert, kan
men meer druk uitoefenen; door te veel druk
uit te oefenen gaat de boor langzamer en
minder efficiënt draaien. Onder te weinig
druk gaat de boor over het werkstuk schuiven
waardoor te veel wrijving ontstaat hetgeen
de boorpunt bot maakt.
Toepassingen
Houd uw handen en het snoer op
veilige afstand van bewegende delen.
Tegen een stijl steunen
C
8 - Reactie
9 - Draairichting vooruit
10 - Draairichting achteruit
Voordat u gaat boren, moet u het werkstuk
stevig vastklemmen. Zo krijgt u een accuraat
geboord gat en voorkomt u persoonlijk letsel
als de boor zou vastlopen.
Bij het boren in hout, compositiematerialen
en plastic, moet u langzaam beginnen en,
tijdens het boren, het toerental geleidelijk
opvoeren. Werk bij een laag toerental als u in
plastic met een laag smeltpunt boort.
Bij het boren in zwaarder metaal, dient u een
efficiënt toerental aan te houden.
NB: Toerental laag genoeg houden om te
voorkomen dat de boor verbrandt.
Wanneer u in licht metaal of hout boort,
bescherm dan de achterkant van het
materiaal zodat de boor niet vastloopt of het
gat vervormt of versplintert, wanneer hij
doorbreekt.
Op de vloer steunen
D
11 - Draairichting vooruit
12 - Reactie
Nederlands