Bedieningselementen; In Gebruik Nemen - MTD WOLF Alpha 95.165 H Manual

Bedieningselementen

Bij levering van een onderhoudsvrije/verzegelde
accu (type 1)
(accu zonder sluitdoppen)
WAARSCHUWING!
Weglekkend elektrolyt ook uit een
verzegelde accu
ÂLetsel- en brandgevaar
¾ Vermijd het kantelen van de accu.
De accu vóór het eerste gebruik met een 12 Volt
Î
acculader (maximale laadstroom 6 Ampère) één
tot twee uur opladen.
Na het laden eerst de netstekker van het laadap-
Î
paraat uit het stopcontact trekken.
Daarna de accu afkoppelen (zie ook de gebruiks-
Î
handleiding van het laadapparaat).
¾ De aanwijzingen in de gebruikshandleiding van
het laadapparaat opvolgen.
Bij levering van een ongevulde accu (type 2)
(accu met sluitdoppen)
De sluitdoppen van de accucellen verwij-
Î
deren Gb .
Elke cel langzaam vullen met accuzuur tot 1 cm
Î
onder de vulopening.
De accu 30 min laten staan.
Î
Controleer het zuurpeil en indien nodig accuzuur
Î
bijvullen.
De accu vóór het eerste gebruik met een 12 Volt
Î
acculader (maximale laadstroom 6 Ampère) één
tot twee uur opladen.
Na het laden eerst de netstekker van het laadap-
Î
paraat uit het stopcontact trekken.
Daarna de accu afkoppelen.
Î
De sluitdoppen op de accu monteren.
Î
De accu inbouwen in de machine.
Î
Eerst de rode kabel (+) vastklemmen, daarna de
Î
zwarte kabel (-).
¾ De aanwijzingen in de gebruikshandleiding van
het laadapparaat opvolgen.
Aanwijzing
De accu later alleen nog met bijvullen met
gedestilleerd water (controle elke twee
maanden).
Grasvanginrichting monteren
De separate bedieningshandleiding van de gras-
Î
vanginrichting lezen en opvolgen.
Let op!
Let op!
Bedieningselementen
Overzicht A
A Contactslot (afhankelijk van het model)
1 Contactslot met sleutel voor draaien
2 Contactslot met sleutel voor drukken (afhankelijk van het
model met een extra bluetooth-servicefunctie)
B PTO-schakelaar (afhankelijk van het model)
C Rijpedaal vooruitrijden
D Rijpedaal achteruitrijden
E Instelhendel voor de maaihoogte
F Ontgrendelingshendel voor de koppeling
G Uitwerpschacht
H Vulpeilsensor voor grasvanginrichting (afhankelijk van
model)
I Aanhanginrichting
J Accubak
K Stoelverstellingshendel
K Opbergvak met blikjeshouder, afhankelijk van het model
met optioneel 12 Volt stopcontact
M Pedaal voor differentieelblokkering (afhankelijk van het
model)
N Schakelaar voor parkeerrem/cruise control
O Combi-display (afhankelijk van het model)
P Choke (afhankelijk van het model)
Q Rempedaal
R Tankmeter
S Gashendel/choke (afhankelijk van het model)
T Brandstoftank
U Stuurwiel (niet zichtbaar)

In gebruik nemen

Vóór elk gebruik
Controleren:
• alle veiligheidsvoorzieningen
• het motoroliepeil (zie motorhandboek)
• de tankvulling
• de bandenspanning
• zijbekledingen, aanbouwapparaten, gebied rond
luchtfilter op vuil en maairesten
Tanken en oliepeil controleren
Aanwijzing
De motor is al in de fabriek gevuld met olie –
graag controleren, indien nodig bijvullen.
• Tank loodvrije benzine P .
• Vul de brandstoftank tot hoogstens 2 cm onder
de onderrand van de vulopening.
• De brandstoftank goed afsluiten.
• Controleer het oliepeil T . Het oliepeil moet
tussen de "Full/Max"- en "Add/Min"-markering
liggen (zie ook motorhandboek).
NL
75