Crock-Pot SCCPBPP605-050 Instruction Manual page 16

Stoneware slow cooker
Hide thumbs Also See for SCCPBPP605-050:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
6. Aan het einde van de kooktijd schakelt de slowcooker automatisch over op de instelling WARM
en gaat het lampje voor WARM aan. De timer geeft aan hoe lang het apparaat op WARM is
ingesteld en schakelt het apparaat uit na zes uur.
GEBRUIKSAANTEKENINGEN:
Bij een stroomstoring tijdens het koken is het apparaat uitgeschakeld als de stroomtoevoer
weer wordt hersteld. Alle instellingen voor de slowcooker zijn gewist en moeten opnieuw worden
ingesteld. De etenswaren zijn wellicht niet geschikt voor consumptie. Als u niet zeker weet hoe
lang de stroomtoevoer is onderbroken, dan raden we aan dat u het voedsel weggooit.
Vul de aardewerken pot niet teveel op. Om morsen te vermijden, vult u de aardewerken pot niet
voor meer dan driekwart op.
Kook de etenswaren altijd gedurende de aanbevolen tijd met het deksel erop. Verwijder het
deksel niet tijdens de eerste twee uur van het koken, zodat de warmte op efficiënte wijze kan
toenemen.
Draag altijd ovenwanten als u het deksel of de aardewerken pot aanraakt.
Haal de stekker uit het stopcontact na het koken en voor het reinigen.
De uitneembare aardewerken pot is oven- en magnetronbestendig. Gebruik de aardewerken
pot niet op een gasfornuis of een elektrisch fornuis, of in een braadoven. Raadpleeg het
onderstaande overzicht.
GESCHIKT
VOOR:
AFWASMACHINE
ONDERDEEL
Deksel
Ja
Stoneware-pot
Ja
* Raadpleeg de handleiding van uw magnetron voor gebruik in combinatie met
HET SCHOONMAKEN VAN UW SLOWCOOKER
Schakel uw slowcooker ALTIJD uit, trek de stekker uit het stopcontact en laat het afkoelen voor-
dat u het schoonmaakt.
Het deksel en de stoneware-pot van de slowcooker kunnen in de afwasmachine of met heet
water en zeep worden afgewassen. Gebruik geen schurende afwasmiddelen of schuursponzen.
Een doek, spons of rubberen spatel zijn meestal voldoende om resten te verwijderen.
Gebruik een niet-schurend reinigingsmiddel of azijn om water- en andere vlekken te verwijderen.
De aardewerken pot en het deksel zijn, net als andere fijne keramiek, niet bestand tegen plot-
selinge temperatuurschommelingen. De aardewerken pot en het deksel niet afwassen met koud
water als ze heet zijn.
De buitenkant van de buitenpot mag worden schoongemaakt met een zachte doek en warm
water en zeep. Droog het af. Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen.
VOORZICHTIG: dompel het verwarmingsgedeelte nooit onder in water of een andere vloeistof.
Geen andere reparatiehandelingen mogen worden uitgevoerd.
LET OP: laat de pot drogen na het reinigen met de hand voorafgaand aan het opbergen.
HINTS EN TIPS
PASTA EN RIJST:
Voor het beste rijstresultaat gebruikt u langkorrelige rijst of een speciale rijstsoort, zoals vermeld
in het recept. Als de rijst na de aangegeven kooktijd nog niet helemaal gaar is, voeg dan nog 1
tot 1 ½ kop vocht toe per kop gekookte rijst en laat het geheel nog 20 tot 30 minuten doorkoken.
Voor de beste pastaresultaten de pasta eerst gedeeltelijk in een pan kokend water koken totdat
die bijna gaar is. Voeg de pasta aan de Crock-Pot
van de bereidingstijd.
SCCPBPP605-050 12MLM1.indd 31-32
OVEN
MAGNETRONNJOP HETELUCHTOVEN
Nee
Nee
Ja, maar niet
Ja*
onder de grill
aardewerk.
slowcooker toe voor de laatste 30 minuten
®
-29-
BONEN:
Bonen moeten helemaal zacht gemaakt worden voordat ze gecombineerd worden met suiker en/
of zure gerechten. Suiker en zuur hebben een verhardend effect op bonen en voorkomen dat ze
zacht worden.
Gedroogde bonen, vooral rode kievitsbonen, moeten gekookt worden voordat ze aan een recept
worden toegevoegd.
Volledig gare bonen uit blik kunnen gebruikt worden ter vervanging van droge bonen
GROENTEN:
Veel groenten profiteren van slowcooking, waarbij hun volle smaak tot zijn recht komt. In uw
slowcooker worden ze meestal niet doorgekookt, zoals wel kan gebeuren in de oven of op het
fornuis.
Als u recepten bereidt met zowel groenten als vlees, leg dan de groenten vóór het vlees in de
slowcooker. Over het algemeen koken groenten langzamer dan vlees in de slowcooker.
Plaats groenten langs de zijkanten of op de bodem van de aardewerken pot voor een betere
bereiding.
KRUIDEN EN SPECERIJEN:
Verse kruiden voegen smaak en kleur toe, maar dienen pas aan het eind van de bereidingstijd
toegevoegd te worden, aangezien de smaak tijdens lange kooktijden vervliegt.
Gemalen en/of gedroogde kruiden en specerijen zijn bij uitstek geschikt voor slowcooking. Ze
kunnen aan het begin van de bereidingstijd worden toegevoegd.
De smaakkracht van kruiden en specerijen kan aanzienlijk variëren, afhankelijk van hun
specifieke sterkte en de houdbaarheidsperiode. Wees voorzichtig met kruiden: proef eerst aan
het eind van de bereidingstijd en breng het gerecht pas vlak voor het opdienen op smaak.
MELK:
Melk, room en zure room kunnen schiften tijdens lange bereidingstijden. Indien mogelijk, pas
Nee
toevoegen in de laatste 15 tot 30 minuten van de bereidingstijd.
Gecondenseerde soep kan als vervanging voor melk dienen en kan gedurende langere tijden
koken.
Nee
SOEPEN:
Sommige soeprecepten vragen om grote hoeveelheden water. Eerst de andere soepingrediënten
aan de slowcooker toevoegen en daarna net genoeg water toevoegen tot het geheel onder water
staat. Indien dunnere soep gewenst is, meer vocht toevoegen bij het opdienen.
VLEES:
Vet wegsnijden, goed afspoelen en het vlees droogdeppen met keukenpapier.
Door het vlees in een aparte braad- of koekenpan aan te braden, kan het vet voor het slowcooken
weggegoten worden. Dit geeft ook een rijkere smaak.
Het vlees dient zodanig in de aardewerken pot gelegd te worden dat het niet in aanraking komt
met het deksel.
Voor kleinere of grotere stukken vlees, de hoeveelheden groente of aardappelen zodanig
aanpassen dat de aardewerken pot altijd ½ tot ¾ vol is.
De grootte van het vlees en de aanbevolen bereidingstijden zijn slechts gemiddelden en kunnen
variëren, afhankelijk van het specifieke stuk vlees, het soort vlees en de botstructuur. Mager
vlees, zoals kip of varkenshaas, is meestal eerder gaar dan vlees met meer bindweefsel en vet,
zoals runderlappen of varkensschouder. Bereiding van vlees aan het bot in plaats van zonder bot
verlengt de bereidingstijd.
Snijd vlees in kleine stukjes wanneer het tegelijkertijd bereid wordt met voorgekookte producten,
zoals bonen of fruit, of lichte groentes, zoals champignons, gehakte ui, aubergine of fijngesneden
groente. Op deze manier is al het voedsel tegelijkertijd gaar.
Bij het bereiden van bevroren vlees dient eerst minstens één kop warme vloeistof
toegevoegd te worden. De vloeistof dient als een "buffer" ter vermijding van plotselinge
temperatuurschommelingen. Meestal zijn er daarna nog eens vier uur op LAAG of twee uur op
HOOG nodig. Bij grotere stukken bevroren vlees kan het langer duren om het vlees te ontdooien
en mals te maken.
VIS:
Vis kookt sneller en moet pas aan het einde van de kooktijd worden toegevoegd, d.w.z. tijdens
de laatste vijftien minuten tot een uur.
VOCHT:
Voor de beste resultaten en om te voorkomen dat voedsel uitdroogt of aanbrandt, dient er altijd
voldoende vocht in het recept gebruikt te worden.
Zorg ervoor dat de aardewerken pot minstens ½ vol en hoogstens ¾ vol is en volg de aanbevolen
bereidingstijden.
-30-
2/4/12 8:44 AM

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents