Productoverzicht
Bovenkant
Ethernet-lampje: Als het lampje ononderbroken brandt, is de modem-router via de
betreffende poort met een apparaat verbonden.
Wi-Fi Protected Setup™-lampje: het lampje blijft branden als er een Wi-Fi Protected
Setup™-verbinding tot stand is gebracht. Het lampje knippert langzaam tijdens het tot
stand brengen van de Wi-Fi Protected Setup™-verbinding en knippert snel als er een fout is
opgetreden. Het lampje is uit als Wi-Fi Protected Setup niet gebruikt wordt.
Wi-Fi-lampje: Het lampje brandt wanneer de draadloze functie is ingeschakeld. Het
knippert als de modem-router gegevens via het netwerk aan het verzenden of ontvangen
is.
DSL-lampje: Het lampje wordt groen als de modem-router rechtstreeks met de DSL-lijn
verbonden is. Het wordt blauw als de modem-router alleen als router gebruikt wordt en via
een ander modem met het Internet verbinding heeft gemaakt.
Internetlampje: Het lampje wordt groen als de modem-router een Internetverbinding
heeft. Het knippert groen als de modem-router bezig is met het tot stand brengen van een
Internetverbinding. Het wordt rood als de modem-router geen IP-adres kan verkrijgen.
3