Onderhoudswerkzaamheden
Zeef in de wateraansluiting reinigen
Zeef wegnemen.
Zeef in water reinigen en opnieuw
plaatsen.
Fijn filter reinigen
Afbeelding 8
Apparaat drukloos maken.
Deksel met filter eraf schroeven.
Filter met schoon water of perslucht rei-
nigen.
In omgekeerde volgorde weer in elkaar
zetten.
Zeef in de watertekortbeveiliging reini-
gen
Afbeelding 9
Wartelmoer lossen en slang verwijderen.
Afbeelding 10
Zeef wegnemen.
Instructie: Zonodig schroef M8 ca. 5 mm in-
schroeven en daarmee de zeef eruit trekken.
Zeef in water reinigen.
Zeef inschuiven.
Slang monteren.
Wartelmoer stevig aanspannen.
Filter aan de reinigingsmiddel-zuigslang
reinigen
Afbeelding 11
De reinigingsmiddelluchtinlaatleidingen
eruit trekken.
Filter in water reinigen en opnieuw
plaatsen.
Olie vervangen
Afbeelding 12
Opvangbak voor ongeveer 1 liter olie
klaarstellen.
Aflaatschroef losdraaien.
Oude olie op milieuvriendelijke wijze ver-
wijderen of bij een geautoriseerde instan-
tie indienen.
Aflaatschroef opnieuw aandraaien.
Langzaam olie bijvullen tot de MAX-
markering.
Instructie: Luchtbellen moeten kunnen
ontsnappen.
Oliesoort en vulhoeveelheid zie Techni-
sche gegevens.
Hulp bij storingen
Gevaar
Gevaar voor letsels door per ongeluk star-
tend apparaat en elektrische schok.
Bij alle werkzaamheden aan het apparaat,
het apparaat uitschakelen en de netstekker
uittrekken.
Controlelampje brandstof licht op
Brandstofreservoir leeg
–
Bijvullen.
Controlelampje bedrijfsklaarheid
motor overbelast/oververhit
–
Apparaatschakelaar op „0" stellen en
motor min. 5 minuten laten afkoelen.
Indien de storing daarna opnieuw op-
treedt, apparaat door klantendienst la-
ten controleren.
Geen netspanning, zie "Apparaat loopt
niet".
Controlelampje vloeibare ontharder
Vloeibare ontharder is leeg, om techni-
–
sche redenen blijft altijd een rest in het
reservoir achter.
Bijvullen.
Elektroden in het reservoir vervuild
–
Elektroden reinigen.
Controlelampje motor licht op
Apparaatschakelaar op „0" stellen.
Apparaat laten afkoelen.
Apparaatschakelaar op "I" zetten.
Apparaat draait niet
Geen netspanning
–
Spanningsaansluiting/toevoerleiding
controleren.
8
-
NL
gaat uit
brandt
59