Achteruit Rijden; Drempels, Hellingen En Heuvels; Verminderen Van Het Risico Op Vallen, Kantelen Of Controleverlies; Drempels Thuis Of Op Het Werk - Quickie SOPUR P-220 User Instruction Manual & Warranty

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
170
N e d e r l a n d s
R. ACHTERUIT RIJDEN
Wees extra voorzichtig wanneer u achteruit rijdt. U kan de controle verliezen of vallen indien
een van de achterwielen een voorwerp raakt.
1. Bestuur uw stoel aan een lage en gelijkmatige snelheid.
2. Stop regelmatig en controleer of de weg vrij van hindernissen is.
S. DREMPELS, HELLINGEN EN HEUVELS
Het evenwichtspunt van uw stoel wijzigt wanneer u zich op een helling bevindt.
OPMERKING– Met "helling" bedoelen we ook drempels en heuvels. Uw stoel is onstabieler wanneer hij
schuin staat. Gebruik de stoel nooit op een helling tenzij u zeker van bent dat het veilig
is. Wanneer u twijfelt, vraag dan om hulp.
Let op voor:
1. Steile hellingen. Gebruik de stoel nooit op een helling van meer dan 8° - 10°.
2. Natte of gladde oppervlakken (zoals sneeuw, ijs, water of olievlekken). Tractieverlies
kan leiden tot vallen of kantelen.
3. Een verandering in hellingshoek (of een rand, bult of holte). Dit kan leiden tot vallen
of kantelen.
4. Een scherpe daling aan het einde van een helling. (Een scherpe daling van 12 mm
kan een voorwiel stoppen en de stoel naar voren doen kantelen).
5. Wanneer de automatische remmen worden vrijgemaakt, kan de beweging van de stoel
gevaarlijk worden.
T. VERMINDEREN VAN HET RISICO OP VALLEN, KANTELEN OF CONTROLEVERLIES
1. Gebruik de stoel nooit op een helling tenzij u zeker bent dat u dit kan doen zonder
tractieverlies.
2. Rijd altijd zo recht mogelijk op en af.
•Ga nooit "hoeken afsnijden" op een opstapplaat, hellingsbaan of helling.
•Ga nooit draaien of van richting veranderen op een helling.
3. Blijf altijd in het midden van de drempel. Zorg ervoor dat de opstapplaat of hellings-
baan breed genoeg is om de stoel door te laten.
4. Leun of druk uw lichaam opwaarts. Dit helpt u zich aan te passen bij een verandering
in het evenwichtspunt veroorzaakt door de helling (Afbeelding 1).
5. Houd de stoel aan een langzame en gelijkmatige snelheid. Houd de stoel te aller tijde
onder controle.
•Verhoog de snelheid niet tot boven de normale snelheid bij afdaling.
•Indien de snelheid toeneemt, plaats de joystick centraal om snelheid te minderen of te
stoppen..
OPMERKING– Het halfgeleidercontrolemechanisme van uw stoel beschikt over een logisch systeem dat
u helpt de snelheid te controleren wanneer u rijdt op een helling of heuvel.
•Indien u tot stilstand komt, start daarna heel langzaam.
6. Gebruik nooit de achterwielvergrendelingen om uw stoel te stoppen of te vertragen.
Dat kan leiden tot controleverlies.
U. DREMPELS THUIS OF OP HET WERK
Verzeker er u van dat alle hellingen voldoen aan de plaatselijke bouwvoorschriften.
1. Laat voor uw eigen veiligheid een erkende aannemer een drempel aan te passen.
2. OPMERKING– Het juiste ontwerp zal variëren, afhankelijk van zaken als: lengte en
hoogte van de drempel; de nood aan een tussenliggend platform; afmetingen van het
portaal; deuren en hun draairichting en het feit of de drempel draait of schuin is.
930479 Rev. C
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
V I . A l g e m e n e W a a r s c h u w i n g e n
Afbeelding 1

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents